De leeromgeving Les 2.4 Proefdieren in het onderwijs-2526

Dieren in het onderwijs
Op het eind van deze les kun je onderstaande vragen beantwoorden, motiveren en een plek geven in je visie en 5-jarenplan.
- Wat is doel van het inzetten van dieren in het onderwijs?
- Mag je op school een dierproef doen? 
- Mag je dieren huisvesten op school?
- Wat zijn de regels m.b.t. snijpractica? 
Kortom: wat kan en mag er met dieren in het onderwijs? Welke alternatieven zijn er?
1 / 42
next
Slide 1: Slide
BiologieHBOStudiejaar 3

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Dieren in het onderwijs
Op het eind van deze les kun je onderstaande vragen beantwoorden, motiveren en een plek geven in je visie en 5-jarenplan.
- Wat is doel van het inzetten van dieren in het onderwijs?
- Mag je op school een dierproef doen? 
- Mag je dieren huisvesten op school?
- Wat zijn de regels m.b.t. snijpractica? 
Kortom: wat kan en mag er met dieren in het onderwijs? Welke alternatieven zijn er?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Doel van inzet dieren in het onderwijs.
Welke dieren zijn er op je stageschool. Hoe worden dieren (levend/dood) in het onderwijs ingezet?

Slide 2 - Open question

Vaak staan er een paar zoogdieren in een boek en vogels. Veel andere diergroepen komen helemaal niet in bioboeken voor. Denk nog eens terug aan diversiteit dieren!
heb ik op NIBI conferentie gedaan. Eye openener

Les
(proef)dieren in het onderwijs
Bronnen (zie laatste slide verwijzingen naar url's en literatuur op BrightSpace): 
- Instantie voor Dierenwelzijn Utrecht
- 3V-Centrum Utrecht Life Sciences van de Universiteit Utrecht en het UMC Utrecht​
- Landelijk Informatiecentrum voor gezelschapsdieren - LICG www.licg.nl
- ​College voor Toetsen en Examens
- BioNieuws
- Zie ook BrightSpace map Literatuur - Map Opdracht 5




Slide 3 - Slide

Instantie voor Dierenwelzijn Utrecht, opgehaald van https://ivd-utrecht.nl/nl d.d. nov 2024
Lesplan Dierenproeven, opgehaald van  https://ivd-utrecht.nl/nl/infocentrum/document/lesplan-dierproeven d.d. nov 2024
Landelijk Informatiecentrum voor gezelschapsdieren LICG, opgehaald van www.licg.nl d.d. nov 2024
College van Toetsen en Examens, Rijksoverheid, opgehaald van www.examenblad.nl d.d. nov 2024



Mag je op school een dierproef doen?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quiz

Op de middelbareschool mag je geen dierproeven doen maar niet alles wat je met dieren doet valt onder de noemer 'dierproef'. Dat ligt aan hoe het geformuleerd is in de Wet op Dierproeven (Wod)
Op scholen mogen géén dierproeven gedaan worden. Maar niet alles wat je met dieren doet valt onder de noemer ‘dierproef’.
Het geldt bijv. niet voor alle dieren.

Welke dieren vallen onder de Wet Op Dierproeven (Wod) en mogen alleen onder bepaalde voorwaarden ingezet worden?
A
alle levende tamme dieren
B
alleen levende zoogdieren
C
levende gewervelde dieren en inktvissen
D
levende vissen en zoogdieren

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Mag je dus in de klas gedragsproefjes doen met wormen of pissebedden?
A
Ja
B
nee

Slide 6 - Quiz

Ongewervelde dieren (m.u.v. de kopppotigen mogen worden gehouden zonder toestemming. Bij deze dieren gaat men ervan uit dat ze niet bewust pijn kunnen ervaren vanwege een laag ontwikkeld zenuwstelsel. Daarom mag je met deze dieren wel proeven doen, zonder toestemming
Op scholen is iets een dierproef als het levende gewervelden of koppotigen betreft en er kans op ongerief is.

Wat is géén voorbeeld van ongerief?
A
muisjes observeren in hun eigen kooi
B
een muis uit zijn kooi halen en op een andere plek dan zijn kooi observeren
C
een muis observeren voor en na het toedienen van aspirine
D
een muis verschillende diëten aanbieden

Slide 7 - Quiz

Onder ongerief vallen pijn, lijden, ongemak of blijvend letsel. Een paar voorbeelden van ongerief: individuele huisvesting van sociale dieren, afwijkende voeding of voedingsregimes, verandering van omgeving (stress). Een muis uit zijn kooi halen is een beetje een grijs gebied. Het zou ook ongerief kunnen zijn als de muis hierdoor stress ondervindt.
In de Wet Op Dierproeven (Wod) staat de volgende definitie van een dierproef:​
“Elk al dan niet invasief gebruik van een dier voor experimentele of andere (…) of onderwijskundige doeleinden, die bij het dier evenveel of meer pijn, lijden of angst kan veroorzaken als, dan wel het inbrengen van een naald volgens goed diergeneeskundig vakmanschap.”

Kortom: er is kans op 'ongerief'

Slide 8 - Slide

Bij scholen is iets een dierproef als het levende gewervelden of koppotigen betreft en er kans op ongerief is.

Niet-invasief wordt gezegd van een ingreep waarbij men niet door de huid dient te geraken of waarbij men geen toegang dient te hebben tot een lichaamsholte a.d.h.v. een instrument (men spreekt ook van een non-invasieve techniek of een non-invasief instrument).
Een dierproef is een wetenschappelijk experiment of onderwijs
waarbij een dier wordt gedood of meer pijn, leed, angst of
blijvende schade heeft dan bij het goed inbrengen van een
naald.
Wanneer wordt een dierproef toegestaan?
Welke van de onderstaande beweringen is waar?​

A
De Centrale Commissie Dierproeven (CCD) moet toestemming geven om een dierproef uit te mogen voeren​
B
Er moet een proefdierdeskundige toezicht houden op dierproeven​
C
De bedenker van een dierproef moet een artikel 9 (Wod) bevoegdheid hebben​
D
Geen enkele middelbare school heeft een instantie voor Dierenwelzijn (IvD) die toezicht houdt op dierproeven

Slide 9 - Quiz

https://elbd.sites.uu.nl/2017/04/21/update-dieren-en-dierproeven-in-het-onderwijs/
Om een dierproef uit te mogen voeren, moet je aan de onderstaande voorwaarden voldoen:
De instelling waar je de dierproef uit wil voeren, moet een vergunning hebben om dierproeven uit te mogen voeren.
Geen enkele basisschool of middelbare school heeft zo’n vergunning. Mbo, Hbo en universitaire instellingen kunnen wel een vergunning hebben.
Degene die de dierproef bedenkt, moet een artikel 9 bevoegdheid hebben. Hier gaat het om artikel 9 uit de Wod. Dit artikel houdt o.a. in dat de bedenker van de dierproef een master in een relevante studierichting moet hebben afgerond. Bovendien moet diegene een cursus proefdierkunde afgerond hebben, waarvan een deel gericht moet zijn op de diersoort waar die persoon mee gaat werken
Er moet een Instantie voor Dierenwelzijn (IvD) toezicht houden op de dierproeven. Geen enkele middelbare school heeft een IvD
De dierverblijven moeten aan speciale eisen voldoen
De Centrale Commissie Dierproeven (CCD) moet een vergunning afgeven om de dierproef uit te mogen voeren. De CCD wordt geadviseerd door de dierexperimentencommissie (DEC). De CCD en de DEC maken een belangenafweging of het gebruik van proefdieren opweegt tegen het ongerief voor de dieren. Dierproeven in het onderwijs worden slechts toegestaan als het belangrijk is voor de opleiding en vooral voor de toekomstige baan van de studenten. Omdat het op basisscholen en middelbare scholen vooral gaat om algemene kennisoverdracht, worden dierproeven daar niet toegestaan. In de lerarenopleiding zouden milde dierproeven misschien toegestaan kunnen worden (dit is speculatief), omdat leraren in opleiding hun kennis uiteindelijk weer over moeten kunnen brengen op hun leerlingen

Belangrijk!​
Om dierproeven te mogen doen moet je een vergunning hebben.​

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Welk van de onderstaande dieren mag je in de klas houden (volgens de wet GWWD (Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren) ?​

A
kikkers, tenzij het inheemse dieren zijn
B
muizen
C
goudvissen
D
geen van allen​

Slide 11 - Quiz

De Flora- en faunawet is van toepassing op dieren die in het wild leven. De volgende
diersoorten zijn beschermd via de Flora- en faunawet.
Ze mogen daarom niet uit het wild gevangen worden:
• Alle zoogdieren, m.u.v. de huismuis, bruine en zwarte rat
• Alle soorten vogels
• Alle amfibieën en reptielen – voor kikkerdril zie onder ‘FAQ’
• Alle vissen die niet onder de Visserijwet vallen
• Sommige vlinders, libellen en mieren
• Bedreigde diersoorten
Verder geldt voor alle dieren (dus niet alleen voor de beschermde soorten) een zorgplicht:
‘Een ieder neemt voldoende zorg in acht voor de in het wild levende dieren en
planten, alsmede voor hun directe leefomgeving’ (artikel 2, lid 1
Examenstof Groen (V)MBO 
Kijk eens naar de eindtermen van VMBO groen opleidingen. Wat staat erin over 'dieren'. 

Slide 12 - Slide

met de klas even rondkijken op deze site. Leuk
Welke dieren mag je houden?
De huis- en hobbydierenlijst
Deze lijst vervangt de positieflijst. De dieren op deze lijst mag u vanaf 1 juli 2024 kopen, houden en verkopen. En u mag er mee fokken. Voor deze dieren gelden de algemene welzijnseisen.



Vogels, amfibieën en reptielen
Houdt u een vogel, amfibie of reptiel? Hier zijn nog geen lijsten voor. Als hierover meer bekend is, ziet u dit op deze website. Tot die tijd mag u deze dieren houden. 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

LICG
Landelijk InformatieCentrum Gezelschapsdieren

Zoek op deze site: 
www.licg.nl 
Waarom moet je konijnen niet in trance brengen?





Slide 14 - Slide

Op deze site staat alle info hoe je op eeen goede manier huisdieren kunt houden. Deze site wordt ook gebruikt door dierenartsen en groenscholen zoals Yuverta
Filmpje kijken over terrariumdieren
Studenten wat laten opzoeken op de site

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Gezondheids- en welzijnswet​
Dieren mogen in de klas mits o.a.:
  • In weekenden en vakanties moet het dier ook verzorgd worden
  • Het dier tegen drukte kan

Let op!
  •     Er kunnen kinderen allergisch zijn voor het dier​
  •     Hokken, voer en nestmateriaal zorgen voor extra stof in het lokaal​


Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Veel dieren op school?
  • Laat 1x per jaar een dierenarts de dieren onderzoeken op zoönose.
  • Een zoönose is elke ziekte of infectie die van nature overdraagbaar is van gewervelde dieren op mensen. 
  • De dierverblijven moeten aan speciale eisen voldoen.

  

Slide 17 - Slide

Een zoönose is elke ziekte of infectie die van nature overdraagbaar is van gewervelde dieren op mensen. 
Sommige scholen laten de metamorfose van kikkers zien. Welke soorten kikkerdril mag je in de klas hebben?
A
Geen, je mag geen kikkerdril in de klas houden​
B
Alle soorten kikkerdril​
C
Kikkerdril van de gewone pad en bruine of groene kikker​

Slide 18 - Quiz

Alleen voor educatieve doeleinden mag je eitjes (kikkerdril) van de groene kikker, bruine kikker en gewone pad in gevangenschap houden. Het is niet toegestaan om volwassen dieren te houden. Als de kikkertjes volledig ontwikkeld zijn moeten ze worden teruggezet op de plaats waar ze vandaan komen.
In Ned beschermt bijv. Heikikker (Rana arvalis) – streng beschermd
Ribbensalamander en andere zeldzame amfibieën – streng beschermd

Welke dieren die 'in het wild' in Nederland voorkomen zijn beschermd via wet Natuurbescherming?​

A
Alle soorten zoogdieren, m.u.v. de huismuis, bruine en zwarte rat​
B
Alle soorten vogels​
C
Alle amfibieën en reptielen​
D
Alle vissen

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wet natuurbescherming
De wet natuurbescherming is van toepassing op dieren die in het wild leven. De volgende diersoorten zijn beschermd.  Ze mogen daarom niet uit het wild gevangen worden:​

  • Alle zoogdieren, m.u.v. de huismuis, bruine en zwarte rat​
  • Alle soorten vogels​
  • Alle amfibieën en reptielen – voor kikkerdril is een uitzondering!​
  • Alle vissen die niet onder de Visserijwet vallen​
  • Sommige vlinders en libellen
  • Bedreigde diersoorten​

    ​

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Mag je dode dieren voor onderwijsdoeleinden (zoals snijpractica) gebruiken?​

A
Ja, mits ze niet voor onderwijsdoeleinden gedood zijn.​
B
nee

Slide 21 - Quiz

Dieren of delen van dieren die voor andere toepassingen zijn gedood, zoals bijvangst, overtollige dieren die in een laboratorium zijn gedood of organen uit het slachthuis mag je gebruiken zonder toestemming.
Mag je een snijpracticum doen met een koeienoog?
A
Ja, als het oog van een koe komt die niet ouder is dan 12 maanden
B
Nee
C
Ja, als het oog van een koe komt die ouder is dan 12 maanden

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Gebruik van dierlijke bijproducten
Bepaalde dierlijke bijproducten mogen niet gebruikt worden omdat deze gevaren kunnen opleveren voor de menselijke gezondheid. 

  • Er zijn drie categorieën van dierlijke bijproducten. 
  • Het gebruik van 'categorie 3 materiaal' t.b.v. educatieve doeleinden is toegestaan. Categorie 1 en 2 alleen na toestemming.

Advies: maak alleen gebruik van materiaal afkomstig van dieren die geschikt zouden kunnen zijn voor menselijke consumptie.

Slide 23 - Slide

Wat is categorie 1-materiaal?
In het kort gaat het onder andere om dierlijke bijproducten die:
Een risico vormen door een overdraagbare encefalopathie (BSE/TSE), zoals gespecificeerd risicomateriaal.
Verboden stoffen bevatten, zoals groeihormonen.
Residuen bevatten van milieuverontreinigende stoffen, zoals dioxines en PCB’s.
Onder deze categorie vallen ook:
Dode gezelschapsdieren.
Wilde dieren waarvan wordt vermoed dat zij met op mens of dier overdraagbare ziekten zijn besmet.
Proefdieren.

Je hebt een hartenpracticum gedaan met kippenhartjes. Wat doe je met het slachtafval?
A
in afgesloten zak in de grijze container
B
laten afvoeren door Rendac
C
mee naar huis nemen en daar weggooien
D
terugbrengen naar de slager

Slide 24 - Quiz

Voor onderwijsinstelling geldt dat al het dierlijk materiaal afgevoerd moet worden. Dit kan worden aangeboden bij Rendac. In de tussentijd kun je het bewaren in een vriezer. Met de bon kun je aantonen dat het afval keurig is afgevoerd. Doe je dit niet dan wordt het gezien als economisch delict en beboet. Er geldt een omgekeerde bewijslast dus als je het terugbrengt naar de slager dan moet je hiervan wel bewijs hebben.
Hoe kom jij aan dierlijk materiaal?

Slide 25 - Open question

slager, slachter, supermarkt, visboer, internet sites...boer (doodgeboren biggetjes)
antwoord kan ook niet zijn
Menselijk materiaal
Mag niet!
Zie ARBO checklists: ook geen wangslijmvlies.

Bloedprikken en gebruik van menselijk bloed mag absoluut niet.
  • Sanquin heeft wel een speciale practicumset 'bloed en afweer' (2 keer per jaar te leveren, vrij kostbaar)
  • Dierlijk bloed voor bepalen bloedgroepen levert in de praktijk allerlei problemen op (meestal mengsel van verschillende dieren)





Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Doe een gok! Hoeveel dieren zijn er in 2021 in Nederland gebruikt voor proeven?

Slide 27 - Open question

423.291 dierproeven in 2021
Bron: 'zo doende' 2021 (NVWA)

https://www.nvwa.nl/documenten/dier/dierenwelzijn/zo-doende/publicaties/zo-doende-2020-jaaroverzicht-dierproeven-en-proefdieren​
Dierproeven in Nederland
423.291 dierproeven in 2021

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Dierproeven in Nederland

438.742 
dierproeven in 2022

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Alleen dierproef als er geen alternatief is!


in de Europese Unie zijn in principe alle dierproeven verboden, alleen als het echt niet anders kan (Wet op dierproeven, 2019)

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Doel van proefdiergebruik
Sinds 1997 mogen proefdieren niet meer gebruikt worden om cosmetica te testen

Slide 31 - Slide

https://ivd-utrecht.nl/nl/infocentrum/document/lesplan-dierproeven

Veel discussie over gebruik van dieren (ook in het onderwijs)
Aan de basis liggen twee ethische waarden
  • We willen dierenleed zoveel mogelijk beperken
  • We willen dat mensen veilig medicijnen en voedsel kunnen gebruiken zonder onverwachte bijwerkingen


Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Vervangen, verminderen, verfijnen:
de 3V’s 
Vervanging
Proeven met dieren zo veel mogelijk vervangen door proefdiervrije methoden. Bijvoorbeeld computersimulaties, organoïden en organen -op-chip

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Vervangen, verminderen, verfijnen:
de 3V’s 
Verminderen
Bij elke proef zo min mogelijk dieren gebruiken. Door tests ‘slim’ te ontwerpen (bijvoorbeeld met nieuwe rekenmethoden) kan er vaak met minder dieren worden volstaan.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Vervangen, verminderen, verfijnen 
de 3 V's
Verfijnen
Het ongemak van dieren tijdens 
dierproeven verminderen. 
Dit kan door te zorgen voor goede 
huisvesting, voeding en behandeling 
van proefdieren.


Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Alternatieven voor snijpractica in de klas ?

Slide 36 - Open question

This item has no instructions

Alternatieven voor snijpractica in de klas ?

Slide 37 - Open question

This item has no instructions

Alternatieven in de klas
  • kunststof modellen​
  • films
  • excursies, bijvoorbeeld de dierentuin
  • computersimulaties
  • VR bril
  • plastinaten

  

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 5 Fauna en Flora
- Lees de opdracht in je Learningportfolio en voer uit.
- Dieren en snij- en gedragspractica zijn een belangrijk onderdeel van 
het biologieonderwijs. 
Hoe krijgt dit een verantwoorde en goed onderbouwde plaats in je visie en 5-jarenplan?

VOOR NU
Diergebruik in het onderwijs verminderen:
Plastinaat rat; 3D anatomie-apps via laptop ervaren; VR. 
MET WORLD CAFÉ over nut en noodzaak (snij- en gedrag)practica en tips/tops 3D anatomie-apps.
 

Slide 39 - Slide

Werken aan Opdracht 3 Fauna en Flora
Lees de opdracht in je Learningportfolio
- Gebruik de informatie uit de Les (Proef)dieren in het onderwijs (zie volgende slide en BrightSpace)
- Gebruik bestaande Biologiemethodes. Verwijs naar de onderwerpen waar een dier een toegevoegde educatieve waarde heeft
VOOR VOLGENDE WEEK :
Opdracht 2 Budget en 3 Fauna en Flora afmaken. Poster (online) en samenvatting meenemen naar de les

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

World Café Nut en Noodzaak (snij)practica
Opdracht 2.3.2
Stel de volgende 3 vragen over practica aan een klas of aantal leerlingen (werkvorm WorldCafé (Migchelbrink, 2016), opzet en uitvoering zie zie BS):
a) (snij- en gedrag)practica: wat leer je ervan?
b) (snij- en gedrag)practica: wat vind je moeilijk?
c) (snij- en gedrag)practica: hoe kan het beter?

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Literatuur
- Instantie voor Dierenwelzijn Utrecht, opgehaald van https://ivd-utrecht.nl/nl d.d. nov 2024
- Lesplan Dierenproeven, opgehaald van https://ivd-utrecht.nl/nl/infocentrum/document/lesplan-dierproeven d.d. nov 2024
- Landelijk Informatiecentrum voor gezelschapsdieren LICG, opgehaald van www.licg.nl d.d. nov 2024
- College van Toetsen en Examens, Rijksoverheid, opgehaald van www.examenblad.nl d.d. nov 2024
- BioNieuws NiBi diverse bronnen, 2025
- BrightSpace


Slide 42 - Slide

Instantie voor Dierenwelzijn Utrecht, opgehaald van https://ivd-utrecht.nl/nl d.d. nov 2024
Lesplan Dierenproeven, opgehaald van https://ivd-utrecht.nl/nl/infocentrum/document/lesplan-dierproeven d.d. nov 2024
Landelijk Informatiecentrum voor gezelschapsdieren LICG, opgehaald van www.licg.nl d.d. nov 2024
College van Toetsen en Examens, Rijksoverheid, opgehaald van www.examenblad.nl d.d. nov 2024