Par. 4.1 deel 1

WELKOM!
Laptop/Chromebook voor LessonUp
Pen en schrift voor aantekeningen!
LessonUp.app - daarna code (linksonderin)
1 / 24
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

WELKOM!
Laptop/Chromebook voor LessonUp
Pen en schrift voor aantekeningen!
LessonUp.app - daarna code (linksonderin)

Slide 1 - Slide

Planning
  • Voorkennis activeren
  • Bespreken :
    - Kenmerken Rijn en Maas
    - Stroomgebied en lengteprofiel
    - Debiet en regiem
    - 3 soorten rivieren
    - Verval en verhang (incl. opdracht)
  • Afronding

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de begrippen debiet en regiem in eigen woorden omschrijven.
  • Je kunt het verloop van het debiet en het regiem van de Rijn en de Maas beschrijven en verklaren.
  • Je kunt de verschillen uitleggen tussen een gletsjerrivier, een regenrivier en een gemengde rivier.
  • Je kunt op basis van grafieken aangeven wat voor soort rivier zichtbaar is, waarbij je de begrippen debiet en regiem toe kunt passen.
  • Je kunt stroomgebieden en waterscheidingen herkennen op een kaart.
  • Je kunt de kenmerken noemen van de bovenloop, de middenloop en de benedenloop van een rivier.
  • Je kunt in een grafiek van het regiem van een rivier de piekafvoer aanwijzen.
  • Je kunt beschrijven welke gevolgen klimaatverandering heeft op de temperatuur, neerslag en verdamping in de zomer en winter.
  • Je kunt beschrijven welke gevolgen de klimaatverandering heeft op het debiet  van de Rijn en de Maas. 
  • Je kunt uitleggen hoe klimaatverandering leidt tot een onregelmatiger regiem van de Rijn en de Maas.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Link

Stroomgebied = het gebied dat afwatert op een bepaalde rivier en zijrivieren
Waterscheiding = de grens tussen twee stroomgebieden. Een berg of een heuvelrug bijvoorbeeld. 
Stroomstelsel = een rivier met alle zijrivieren en vertakkingen die deel uitmaken van hetzelfde stroomgebied
Een aantal basisbegrippen

Slide 6 - Slide

Bovenloop: groot verval en verhang, hoge stroomsnelheid, transport van alle sedimenten (van klein tot heel groot), daardoor vooral erosie. Voor de Rijn: bovenloop wordt gevoed door smeltwater.
Middenloop: minder reliëf, afnemende stroomsnelheid, evenwicht tussen erosie en sedimentatie, grof zand en grind. Verval en verhang nemen af.
Benedenloop: weinig reliëf, sedimentatie, erosie in de breedte, fijn zand en klei, lage stroomsnelheid. Laag verval en verhang.
Delta: stroomsnelheid zo goed als 0, sedimentatie van het fijnste materiaal

Slide 7 - Slide

Bovenloop
Middenloop
Benedenloop
Waterscheiding
Stroomstelsel
Stroomgebied

Slide 8 - Drag question

1.Reliëf

2. Stroomsnelheid

3. Processen

4. Sediment

Bovenloop
Middenloop
Benedenloop
Veel

Weinig
Overgang hoog naar laag


Laag
Sedimentatie
Fijn zand, klei
Hoog
verticale 
erosie
stenen
hoog/laag
Erosie/sedimentatie in evenwicht
Grof zand, grind

Slide 9 - Drag question

Lengteprofiel Maas en de Rijn
Zwarte lijnen geven de grenzen aan de boven- en middenloop. 

Slide 10 - Slide

Debiet en regiem
Debiet
De totale hoeveelheid water die een rivier kan vervoeren gemeten in kubieke meters per seconde (m3/s). Een kubieke meter water staat gelijk aan 1000 liter water. 
Regiem
Het verschil in waterafvoer van een rivier gedurende het jaar. Eigenlijk kun je zeggen: de schommelingen in het debiet gedurende het jaar.
Verschil?
Tussen de Maas en de Rijn zijn duidelijk verschillen in debiet en regiem zichtbaar. 
  • Het zijn verschillende soorten rivieren
  • Verschil in stroomgebied

Slide 11 - Slide

Wat is debiet?
A
Schommelingen in de waterafvoer van een rivier gedurende een jaar.
B
Totale hoeveelheid water die een rivier afvoert op een bepaalde plek per tijdseenheid (m3/sec).
C
Hoogteverschil per km.
D
Hoge afvoer van een rivier.

Slide 12 - Quiz

Het regiem is:
A
de hoeveelheid water die door de rivier stroomt
B
De snelheid van het water
C
De schommeling in de waterafvoer van een rivier
D
het hoogteverschil van de rivier per kilometer

Slide 13 - Quiz

1. Het debiet van de Rijn is kleiner dan die van de Maas.
2. Het debiet is in de winter groter omdat er dan meer neerslag valt.
3. Het regiem van de Maas is onregelmatiger dan dat van de Rijn

Neem de cijfers 1 t/m 3 over en geef aan of de uitspraak juist/onjuist is.

Slide 14 - Open question

3 soorten rivieren
Op basis van het regiem kun je rivieren indelen
Gemende rivier
Een gemengde rivier is een rivier waarvan de voeding bestaat uit smeltwater en regenwater. In de bovenloop wordt een gemengde rivier voornamelijk gevoed door smeltwater afkomstig van gletsjers en sneeuw en in de benedenloop voornamelijk door regenwater. Het regiem is vrij regelmatig. 
Gletsjerrivier
Een gletsjerrivier is een rivier die volledig wordt gevoed door het smeltwater van gletsjers. Het debiet is in het voorjaar (en begin zomer) het grootst vanwege het smelten van een gletsjer rivier. Normaal gesproken gaan gletsjerrivieren na de bovenloop over in gemengde rivieren. 
Regenrivier
Een regenrivier wordt gevoed door regenwater. In periodes van droogte is de waterstand in deze rivieren laag. Na periodes van veel neerslag stijgt het waterpeil. Het regiem is vrij onregelmatig. Het debiet is in de winter het hoogst omdat het dan het meeste regent. In de zomer is het debiet juist laag door minder neerslag en een grotere verdamping. 

Slide 15 - Slide

Hieronder staan 5 vragen. Noteer de antwoorden in je schrift. Daarna bespreken we de antwoorden.
Ant.1
De Rijn is een gemengde rivier dat betekent dat de Rijn gevoed wordt door zowel smeltwater als regenwater.
Ant.2
De Maas is een regenrivier, dat betent dat de Maas wordt gevoed door regenwater. 
Ant.3/4
De Rijn: 
Lobith ligt in Nederland. Je kunt zien dat de Rijn zijn piekafvoer heeft in de wintermaanden. Dat komt omdat het meeste smeltwater van de zomer ervoor door de bodem naar de rivier is gesijpelt en in de rivier terecht is gekomen. Ook is er in de winter minder verdamping waardoor er meer water in de rivier terrecht komt.

De Maas:
In de wintermaanden is het kouder, dus is er minder verdamping. Hierdoor bevatten rivieren meer water. Daarnaast is er minder vegetatie die water uit de bodem opneemt. Dit water komt nu wel in de rivier.
timer
5:00
Ant.5
Het debiet van de Rijn is het grootst. Dit komt omdat het stroomgebied van de Rijn groter is, de Rijn gevoed wordt op 2 manieren (regen- en smeltwater).

Slide 16 - Slide

Verval en verhang
Verval: hoogteverschil tussen twee punten langs een rivier in meters.
(berekening: hoogte A - hoogte B). Antwoord in meters. 

Verhang
: het verval van een rivier, gemeten in meters per kilometer.
(berekening: verval in meters : afgelegde afstand in km) - m/km

Slide 17 - Slide

Opdracht:
Bereken het verval en het verhang. Noteer de berekening + antwoord in je schrift.
Antwoord
Verval: 2345m - 0m = 2345 meter
Verhang: 2345m : 1320km = 1,78 m/km

Slide 18 - Slide

Bekijk figuur 1.
a Wat is het verval van deze rivier?
b Wat is het verhang tussen traject B en D langs de rivier? Laat je berekening ook zien!

Slide 19 - Open question

Neerslagintensiteit
De zomers worden droger, maar als het regent, dan zijn het vaker hevige buien. De intensiteit neemt dus toe. Het gevolg is dat er zoveel neerslag valt, dat dat kan leiden tot wateroverlast. Rivieren krijgen dan in korte tijd veel water te verwerken. Hierdoor stijgt de piekafvoer (extreem hoge waterstand in de rivier).

Slide 20 - Slide

Gevolgen debiet/regiem de Rijn
Gevolg debiet
Het debiet (de afvoer in m3/sec) zal in de winter toenemen omdat er meer neerslag zal vallen. In de zomer juist afnemen omdat er meer/langere droge perioden zullen zijn en door de hogere temperaturen neemt de verdamping toe.

Dit kan leiden tot een hogere piekafvoer in de winter --> overstromingsgevaar!
Gevolg regiem
Het regiem (schommeling in debiet) zal onregelmatiger worden. verschil tussen debiet zomer en winter wordt immers groter.

Het regiem wordt onregelmatiger omdat het neerslagpatroon onregelmatiger wordt/ er sprake is van extreme weersomstandigheden.
Een debiet wordt hoger of lager.
Een regiem wordt regelmatig of onregelmatig. Bij regiem nooit over hoger of lager spreken!!!
!!

Slide 21 - Slide

Gevolgen debiet/regiem Maas
Gevolg debiet
Het debiet (de afvoer in m3/sec) zal in de winter toenemen omdat er meer neerslag zal vallen. In de zomer juist afnemen omdat er meer/langere droge perioden zullen zijn en door de hogere temperaturen neemt de verdamping toe.

Dit kan leiden tot zeer lage rivierstanden in de zomer en een hogere piekafvoer in de winter.
Gevolg regiem
Het regiem (schommeling in debiet) zal onregelmatiger worden. verschil tussen debiet zomer en winter wordt immers groter. 

Het regiem wordt onregelmatiger omdat het neerslagpatroon onregelmatiger wordt/ er sprake is van extreme weersomstandigheden.
Een debiet wordt hoger of lager.
Een regiem wordt regelmatig of onregelmatig. Bij regiem nooit over hoger of lager spreken!!!
!!

Slide 22 - Slide

Aan de slag! 

met PO

Slide 23 - Slide

Tot de volgende les! :)

Slide 24 - Slide