aughumanisme par. 4 5 6

Humanisme
Wat heb je onthouden?
Rituelen en feesten
Symbolen
Plaatsen van samenkomst
Mening
1 / 27
next
Slide 1: Slide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Humanisme
Wat heb je onthouden?
Rituelen en feesten
Symbolen
Plaatsen van samenkomst
Mening

Slide 1 - Slide

Welke van de 4 levensbeschouwingen is het laatste ontstaan?
A
jodendom
B
humanisme
C
islam
D
christendom

Slide 2 - Quiz

Wanneer is het humanisme ontstaan?
A
Griekse/Romeinse oudheid
B
1e eeuwen na Chr.
C
15e/16e eeuw
D
20e eeuw

Slide 3 - Quiz

Wat hebben de Renaissance en het Humanisme met elkaar te maken?
A
renaissance is stroming van het humanisme
B
Humanisme is stroming van de renaissance

Slide 4 - Quiz

Een van de bekendste humanisten was
A
Cicero
B
Leonardo Da Vinci
C
Erasmus
D
Luther

Slide 5 - Quiz

De Nederlandse waarden en normen komen voor een deel uit het humanisme.
A
goed
B
fout

Slide 6 - Quiz

Welke twee cijfers passen bij humanisten?
1. Mensen moesten altijd doen wat de kerk vertelde.
2. Zij bestudeerden de oorspronkelijke teksten van het Oude en Nieuwe Testament.
3. Zij lazen klassieke teksten.
4. Zij vonden onderwijs niet belangrijk.
5. Zij wezen het christendom als godsdienst af.
A
2 en 3
B
1 en 2
C
3 en 4
D
3 en 5

Slide 7 - Quiz

Wat vinden humanisten belangrijk?
A
vrijheid
B
kunst
C
godsdienst
D
gelijkheid

Slide 8 - Quiz

Welk cijfer past bij humanisten?

1. Mensen moesten altijd doen wat de kerk vertelde.
2. Zij vonden onderwijs belangrijk.
3. Zij wezen het christendom als godsdienst af.
A
1
B
2
C
3
D
geen enkel cijfer

Slide 9 - Quiz

Gelijkheid
Gelijkwaardigheid
Vrijheid
Godsdienst
Individu
Familie
Rede
Reden
Intolerantie

Slide 10 - Drag question

Bij welke vorm past deze uitspraak het beste?
Het huidige humanistische verbond vindt niet de confrontatie met religie, maar de dialoog tussen individuen met verschillende inspiratiebronnen belangrijk.
A
Godsdienstig humanisme
B
Anti-godsdienstig humanisme
C
Ongodsdienstig humanisme
D
Dit past helemaal niet bij het humanisme

Slide 11 - Quiz

Rituelen & Feesten

Slide 12 - Slide

Rituelen
Geen specifiek humanistische rituelen

Persoonlijke/individuele rituelen
--> vorm voor je gedachten

Slide 13 - Slide

Feesten
Internationale dag van het Humanisme
Wereldhumanismedag

21 juni

activiteiten/lezingen om waarden van het humanisme te vieren

Slide 14 - Slide

Symbolen
Happy Human
Blije mens/man

Hier en nu gelukkig zijn + anderen helpen gelukkig te zijn.

Slide 15 - Slide

Vind jij het symbool goed bij het humanisme passen?
Leg uit waarom wel/niet

Slide 16 - Open question

Plaatsen van samenkomst
geen eigen 'gebouw'
Humanistische organisaties:
- Humanistisch Verbond
doel: humanisten verenigen en streven naar menswaardige samenleving
- Humanitas
maatschappelijke dienstverlening

Slide 17 - Slide

Er zijn (relatief) weinig humanisten lid van een humanistische organisatie
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz

Humanistisch Verbond en Humanitas werden na de 2e wereldoorlog opgericht.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

Wat streven beide humanistische organisaties na op verschillende wijzen?
A
rede
B
wereldvrede
C
menswaardigheid
D
vrijheid

Slide 20 - Quiz

Mening

Slide 21 - Slide

Ik vind rede belangrijk
A
helemaal niet mee eens
B
beetje eens/oneens
C
helemaal mee eens
D
ik kan niet kiezen

Slide 22 - Quiz

Ik vind gelijkwaardigheid belangrijk
A
helemaal niet mee eens
B
beetje eens/oneens
C
helemaal mee eens
D
ik kan niet kiezen

Slide 23 - Quiz

Ik vind individu belangrijk
A
helemaal niet mee eens
B
beetje eens/oneens
C
helemaal mee eens
D
ik kan niet kiezen

Slide 24 - Quiz

Ik vind vrijheid belangrijk
A
helemaal niet mee eens
B
beetje eens/oneens
C
helemaal mee eens
D
ik kan niet kiezen

Slide 25 - Quiz

Ik vind zelfbeschikking belangrijk
A
helemaal niet mee eens
B
beetje eens/oneens
C
helemaal mee eens
D
ik kan niet kiezen

Slide 26 - Quiz

Ik vind mezelf humanistisch
A
(helemaal) niet mee eens
B
Beetje eens beetje oneens
C
mee eens
D
ik kan niet kiezen

Slide 27 - Quiz