Marketingmix: Prijs

Marktvormen 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieSecundair onderwijs

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Marktvormen 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

3.11 Prijsstrategieën voor nieuwe producten

Slide 3 - Slide

Prijsstelling bij nieuwe producten
Extra lastig om een prijs te stellen voor een nieuwe product.

Ondernemer kan kiezen tussen:
1. Penetratiepolitiek
2. Afroompolitiek

Slide 4 - Slide

Penetratiestrategie
De ondernemer introduceert een nieuwe product tegen lage prijs en zal die prijs zo houden. 

Doel: Het nieuwe product op de markt binnen te dringen, te penetreren. 

Slide 5 - Slide

Voordeel en Nadeel penetratiestrategie
Voordeel: dat hij snel een marktaandeel en een grote afzet kan veroveren. 

Nadeel: dat het langere tijd zal duren voor zijn investering in de ontwikkeling van het nieuw product zal renderen. 

De gehanteerde lage prijs noemen we:  penetratieprijs

Slide 6 - Slide

Afroomprijsstrategie
De ondernemer introduceert een nieuwe product tegen een hoge prijs en zal die prijs na een verloop van een tijd laten dalen. 

Door de hoge prijs zullen de concurrenten het aantrekkelijk vinden om ook het product aan te bieden. 

Slide 7 - Slide

Voordeel en Nadeel Afroomprijsstrategie
Voordeel: dat de ondernemer snel veel winst maakt om zijn investering terug te verdienen. Op het moment dat er concurrenten op de markt komen, kan de onderneming zijn prijs al verlagen. 

Nadeel: lagere afzet, kleiner marktaandeel.

Slide 8 - Slide

Een ...................... is gericht om het behalen van meer omzet met bestaande producten in een verzadigde markt.
A
Penetratiestrategie
B
Afroomstrategie

Slide 9 - Quiz

3.12 Prijselasticiteit

Slide 10 - Slide

Prijselasticiteit


De prijselasticiteit zegt iets over hoe sterk de gevraagde hoeveelheid reageert op een daling of stijging van de prijs.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Elastisch

Iets is (prijs)elastisch als de vraag sterk  reageert op een verandering van de prijs.

Als de prijs met bijvoorbeeld 1% stijgt, zal de gevraagde hoeveelheid met meer dan 1% dalen.

Andersom, als de prijs met bijvoorbeeld 1% daalt, zal de gevraagde hoeveelheid met meer dan 1% stijgen.


Slide 13 - Slide

Inelastisch

Iets is (prijs)inelastisch als de vraag niet sterk  reageert op een verandering van de prijs.

Als de prijs met bijvoorbeeld 1% stijgt, zal de gevraagde hoeveelheid met minder dan 1% dalen.

Andersom, als de prijs met bijvoorbeeld 1% daalt, zal de gevraagde hoeveelheid met minder dan 1% stijgen.


Slide 14 - Slide

Er is sprake van een elastisch vraag. De prijs stijgt met 2%. De vraag zal...
A
met meer dan 2% dalen
B
met minder dan 2% dalen
C
met meer dan 2% stijgen
D
met minder dan 2% stijgen

Slide 15 - Quiz

Berekening prijselasticiteit

De prijselasticiteit kun je als volgt berekenen:


                    


Ev tussen 0 en -1: inelastisch

Ev kleiner dan -1: elastisch


Slide 16 - Slide

De prijs daalt met 10% en
hierdoor stijgt de vraag met 20%.
Hoe groot is de elasticiteit
en is dit elastisch of inelastisch?
A
Ev = -2 Inelastisch
B
Ev = -2 Elastisch
C
Ev = -0,5 Inelastisch
D
Ev = -0,5 Elastisch

Slide 17 - Quiz

De prijs stijgt met 10%. Verder is gegeven dat de elasticiteit -1 is.
Met hoeveel verandert de vraag?
A
Daalt met 1%
B
Daalt met 10%
C
Stijgt met 10%
D
Dat kun je niet zeggen

Slide 18 - Quiz

Er is sprake van een inelastische vraag. Gegeven is verder dat de prijs daalt.
Wat zal er met de vraag gebeuren?
A
De vraag zal met een groter percentage dalen dan de prijs.
B
De vraag zal met een kleiner percentage dalen dan de prijs.
C
De vraag zal met een groter percentage stijgen dan dat de prijs daalt.
D
De vraag zal met een kleiner percentage stijgen dan dat de prijs daalt.

Slide 19 - Quiz

Inkomenselasticiteit


De inkomenselasticiteit zegt iets over hoe sterk de gevraagde hoeveelheid reageert op een daling of stijging van het inkomen.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Slide

Inkomenselasticiteit 

Slide 23 - Slide