H3.4

Telefoon?
Voor aanvang van de les in de kluis of op eigen risico in de bak. 

Zorg dat je op tafel hebt liggen: 
- Pen;
-Rekenmachine; 
- Schrift; 
- Boek
1 / 35
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 3

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Telefoon?
Voor aanvang van de les in de kluis of op eigen risico in de bak. 

Zorg dat je op tafel hebt liggen: 
- Pen;
-Rekenmachine; 
- Schrift; 
- Boek

Slide 1 - Slide

Programma 
  • Terugblik voor de vakantie
  • Doelen van deze les 
  • Uitleg paragraaf 3.4
  • 10 minuten in stilte aan het werk
  • Bespreken vraag van de week
  • Tips voor de toetsweek
  • Aan het werk (keuze)
  • Afronding van deze les 

Slide 2 - Slide

Rekenen met 
enkelvoudige rente 
Enkelvoudige rente 
stap 1: reken 1% uit (delen door 100) 
stap 2: bedrag 1% x rentepercentage = rentebedrag. 

Thijs spaart 5.000 euro op een spaarrekening 
met een rente van 5% (per jaar). 
1. Hoeveel (enkelvoudige) rente ontvangt Thijs na één jaar? 

Slide 3 - Slide

Om welke reden(en) lenen mensen?

Slide 4 - Open question

Herman koopt een auto en sluit hiervoor een lening af.
Welke leenvorm adviseer jij hem?
A
Hypotheek
B
Salariskrediet
C
Doorlopend krediet
D
Persoonlijke lening

Slide 5 - Quiz

De auto van Herman is nieuw. Hij twijfelt over de maximale looptijd van de lening. Wat adviseer jij hem?
A
Een maximale looptijd van één jaar
B
Een maximale looptijd van vijf jaar
C
Een maximale looptijd van tien jaar
D
Een maximale looptijd van vijftien jaar

Slide 6 - Quiz

Rekenen met een leentabel
Ilja wil 40.000 euro
lenen met een 
looptijd van 5 jaar.
 
a. Bereken wat zij moet 
betalen aan 
kredietkosten. 

b. Splits deze kosten in
rente en aflossing. 
Toetsgarantie!

Slide 7 - Slide

Doelen van deze les 
  • Je weet wat beleggen is en wat de voor- en nadelen hiervan zijn. 
  • Je weet hoe je vreemd geld omrekent naar euro's en omgekeerd. 

Slide 8 - Slide

Beleggen 
Investeren in iets waarvan je verwacht dat de waarde toeneemt. 

Hierin heb je heel veel mogelijkheden, zoals: 

Slide 9 - Slide

Aandelen 
koerswinst en dividend.

Slide 10 - Slide

Investeren in vastgoed
Woning kopen: waarde neemt toe

Slide 11 - Slide

Obligaties: lening overheid of bedrijf. Levert rente op. 

Slide 12 - Slide

Voordelen beleggen

  • Je kunt hoge winsten halen. 
  • Naast dat de waarde van je investering kan stijgen krijg je ook vaak extraatjes zoals rente of  dividend. 
Nadelen beleggen

  • Je loopt een risico. Je kunt (een deel) van je inleg verliezen. 
  • De waarde van je  belegging kan vaak veranderen. 
  • Onzekerheid kan voor stress zorgen. 

Slide 13 - Slide

WISSELKOERSEN
AANKOPEN van vreemde valuta:
  • Ik heb 100 euro, hoeveel dollars kan ik kopen?
  • Ik koop 100 dollar, hoeveel euro kost me dat?

VERKOPEN van vreemde valuta:
  • Ik heb dollars over, hoeveel euro krijg ik daarvoor?

Slide 14 - Slide

verkoop- en aankoopkoers
Je koopt vreemde valuta. Dus je betaalt euro's. Hoeveel krijg je voor je euro's? Of hoeveel euro moet je betalen voor je vreemde valuta?
Je verkoopt vreemde valuta, je brengt ze terug naar de bank. Hoeveel euro krijg je terug?
Voor elke euro ontvang je 7,39 Kronen.
Voor elke euro moet je 7.48 Kronen inwisselen.

Slide 15 - Slide

Vuistregels 
Regel 1: Koop je vreemd geld bij de bank? Dan kijk je naar de koopkoers. Verkoop je vreemd geld bij de bank? Dan kijk je naar de verkoopkoers

Regel 2: Wil je van vreemde valuta naar euro's rekenen? Dan deel je. Wil je van euro's naar vreemde valuta rekenen? Dan vermenigvuldig je. 


Slide 16 - Slide

Ik koop 100 pond, hoeveel euro kost dat?
AANKOOPKOERS (laagste)

bedrag in vreemde valuta : koers per euro = waarde in euro's
100 pond : 0,79 = 126,58 euro 

Slide 17 - Slide

Ik heb € 100, hoeveel pond kan ik kopen?
AANKOOPKOERS (laagste)

bedrag in euro's x lage wisselkoers = bedrag in vreemd geld dat je ontvangt

100 x 0,79 = 79 pond

Slide 18 - Slide

Ik heb 20 pond over, hoeveel euro krijg ik daarvoor?
VERKOOPKOERS (hoogste)

bedrag in vreemd geld : koers per euro = bedrag in euro's
20 : 0,81 = 24,69 euro

Slide 19 - Slide

Vuistregels (herhaling)
Regel 1: Koop je vreemd geld bij de bank? Dan kijk je naar de koopkoers. Verkoop je vreemd geld bij de bank? Dan kijk je naar de verkoopkoers

Regel 2: Wil je van vreemde valuta naar euro's rekenen? Dan deel je. Wil je van euro's naar vreemde valuta rekenen? Dan vermenigvuldig je. 


Slide 20 - Slide



Je koopt 150 Poolse zloty's. Hoeveel euro betaal je daarvoor?
150 : 4,20 = 35,71 euro

Slide 21 - Open question




Je komt terug uit Engeland, en hebt nog 150 Pond over. Hoeveel euro krijg je hiervoor?
150 : 0,81 = 185,19 euro
A
€ 118,50
B
€ 121,50
C
€ 185,19
D
€ 189,87

Slide 22 - Quiz

De wisselkoers van € 1 is:
bij koop: $ 1,30
bij verkoop: $ 1,32.

Hoeveel dollar krijg je voor € 300?
300 : 1,30 = 390 dollar
A
$ 396
B
$ 230,77
C
$ 390
D
$ 227,27

Slide 23 - Quiz

De wisselkoers van € 1 is:
bij koop: $ 1,30
bij verkoop: $ 1,32.

Hoeveel euro betaal je als je voor $300 koopt?
300 : 1,30 = 230,77 euro
A
€ 396
B
€ 230,77
C
€ 390
D
€ 227,27

Slide 24 - Quiz

Provisie

Provisie: Het bedrag dat je aan het wisselkantoor (of de bank) betaalt omdat ze geld omwisselen.


Als je je berekening gemaakt hebt, en je weet hoeveel euro je moet betalen, tel je de provisie er bij op. Als je euro's terugkrijgt bij het teruggeven van buitenlands geld, haal je de provisie van het te ontvangen bedrag af (je krijgt dus minder omdat je voor het wisselen moet betalen).


Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Je wisselt bij de bank 500 Turkse lira's in. Hoeveel euro krijg je daarvoor? De provisiekosten zijn € 4.
500 : 2,82 = 177,30 euro 
177,30 - 4 euro provisie = 173,30 euro 

Je krijgt dus uiteindelijk 173,30 euro terug van de bank als je 500 Turkse Lira terugbrengt. 

Slide 28 - Open question

Aan het werk 


De komende 10 minuten gaat iedereen aan het werk met deze opdrachten. Je kunt nu geen vragen stellen of overleggen. 

Begin met het maken van vraag 4, deze gaan we zo bespreken.
Verplicht maken, par. 3.4: 2 t/m 10.
timer
10:00

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Tips voor het leren 
van economie
  • Alle opgaven uit de studiewijzer gemaakt?
  • De opgaven nagekeken?
  • Moeilijke opgaven nog eens bekijken
  • Rekenopgaven oefenen
  • Samenvatting maken
  • Filmpjes bekijken
  • Oefen Quizlet (begrippen en belangrijke formules)

Slide 31 - Slide

Leerdoelen H1 t/m 3
De leerdoelen kun je vinden aan het begin van iedere paragraaf en in iedere lesson up les. Er staat een kennen/kunnen lijst in de planner (week 6). 

Er is een speciale lesson up met rekenvragen die je kunt verwachten in de toets. Oefen deze nog een paar keer. Aan het einde van het hoofdstuk staan extra rekensommen (groene pagina's). Deze kun je ook oefenen en nakijken (antwoorden op Its Learning). 

Van H1 verwacht ik dat je de basisvaardigheden kent.
De focus in de toets ligt vooral op H2 en H3. 

Slide 32 - Slide

Keuzewerk


Je kunt aan de slag met de volgende keuzes: 

  • Huiswerk maken, par. 3.4: 2 t/m 10. 
  • Maken eigen samenvatting 
  • Eigen keuze: in overleg met Tobias 
timer
10:00

Slide 33 - Slide

Afronding van deze les 
  • Je weet wat beleggen is en wat de voor- en nadelen hiervan zijn. 
  • Je weet hoe je vreemd geld omrekent naar euro's en omgekeerd. 

Slide 34 - Slide

Succes in de toetsweek!

Slide 35 - Slide