2 vwo - chapitre 3 - PTO bespreken, introduction

PROGRAMME
  • Absentie

  • PTO bespreken
  • Phrases-clés
  • Introduction chapitre 3
  • Doelen
  • Huiswerk
1 / 31
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

PROGRAMME
  • Absentie

  • PTO bespreken
  • Phrases-clés
  • Introduction chapitre 3
  • Doelen
  • Huiswerk

Slide 1 - Slide

Hoe heb je de toets gemaakt? Hoe is de toets gegaan naar jouw gevoel?
A
Goed
B
Gemiddeld
C
Kan beter
D
Heel slecht

Slide 2 - Quiz

Bonjour, ça va bien? Tu peux te présenter?
timer
0:30

Slide 3 - Open question

Tu fais du sport?
timer
0:30

Slide 4 - Open question

Wat ga je leren in periode 3?
Je leert:
  • Vertellen over het leven van een beroemd persoon;
  • Vertellen over je idool;
  • Je mening geven;
  • de imparfait;
  • de werkwoorden op -ir;
  • het lijdend voorwerp;

Slide 5 - Slide

p. 38 TB
p. 94 WB

Slide 6 - Slide

Dit hoofdstuk hebben we het o.a. over beroemdheden. Welke bekende personen uit Frankrijk ken jij?

Slide 7 - Mind map

Slide 8 - Slide

Dit hoofdstuk gaan we het hebben over Zuid-Frankrijk. Ben jij er weleens geweest? Zo ja, waar?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Quiz!
Waar in Frankrijk ligt de Côte d'Azur?
A
In het zuiden
B
In het westen
C
In het noorden
D
In het oosten

Slide 17 - Quiz

De Côte d'Azur ligt aan de ....
A
Atlantische Oceaan
B
Middellandse Zee
C
Noordzee
D
Seine

Slide 18 - Quiz

Wat is 1 van de grootste steden van de Côte d'Azur?
A
Caen
B
Lille
C
Cannes
D
Paris

Slide 19 - Quiz

Welke grote plaatsen liggen er aan de Côte d'Azur?
A
Parijs, Lille, Bordeaux
B
Parijs, Nice, Toulouse
C
Nice, Cannes, Marseille

Slide 20 - Quiz

De Côte d'Azur grenst aan de bergketen .....
A
de Pyreneeën
B
de Alpen

Slide 21 - Quiz

Waar denk je dat 'azur' in Côte d'Azur naar verwijst?

Slide 22 - Open question

Dit hoofdstuk gaat over beroemdheden en hun fans. Sleep de woorden naar het juiste vraagwoord. 
Qui?
Quoi?
Où?
le théatre
le chanteur
le concert
le film
le cinéma
le match
le stade
le footballeur
l'acteur

Slide 23 - Drag question

In dit hoofdstuk leer je je mening geven over muziek, personen, films, etc. 
Geef van de woorden hiernaast aan of ze positief of negatief zijn.
Positief
Negatief
génial
nul
super
bien
mal
mauvais
amusant
fantastique
terruble

Slide 24 - Drag question

Qui dit quoi? Wie zegt wat?
Ecrivez vos devoirs dans votre agenda!
A
prof
B
élève

Slide 25 - Quiz

Qui dit quoi? Wie zegt wat?
On a combien de temps?
A
prof
B
élève

Slide 26 - Quiz

Qui dit quoi? Wie zegt wat?
Prends ton livre de textes!
A
prof
B
élève

Slide 27 - Quiz

Qui dit quoi? Wie zegt wat?
Vous avez les notes?
A
prof
B
élève

Slide 28 - Quiz

Qui dit quoi? Wie zegt wat?
Pourquoi tu n'as pas fait tes devoirs?
A
prof
B
élève

Slide 29 - Quiz

Qui dit quoi? Wie zegt wat?
Je peux vous poser une question, monsieur?
A
prof
B
élève

Slide 30 - Quiz

Huiswerk - Les devoirs
Maken: opdracht 1, 2, 3 op bladzijde 94-95 van je WB

Slide 31 - Slide