Thema 5 Regeling - Samenvatting & Filmpjes!

Thema 5: Regeling
Maandag 22 maart SO!
5.1 t/m 5.5
1 / 49
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

Items in this lesson

Thema 5: Regeling
Maandag 22 maart SO!
5.1 t/m 5.5

Slide 1 - Slide

Thema 5.1
Ik kan de delen van het zenuwstelsel benoemen
Ik kan de functies van het zenuwstelsel benoemen

Slide 2 - Slide

Zenuwstelsel
Centraal zenuwstelsel: hersenen en ruggenmerg

Zenuwen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Hoe noemen we hersenen en ruggenmerg samen?
A
Animaal zenuwstelsel
B
Perifeer zenuwstelsel
C
Centraal zenuwstelsel
D
Autonoom zenuwstelsel

Slide 5 - Quiz

Functies van het zenuwstelsel
  1. Prikkels omzetten in impulsen
  2. Doorgeven van impulsen
  3. Werking regelen van spieren en klieren

Waarom:
prikkelverwerking!

Slide 6 - Slide

prikkelverwerking

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

De functies van zintuigen zijn......
A
Prikkels opvangen
B
Impulsen opvangen
C
Prikkels maken
D
Impulsen maken

Slide 9 - Quiz

Een prikkel is.......
A
informatie uit je omgeving
B
een zenuw

Slide 10 - Quiz

Via welke route gaat een prikkel naar de hersenen?
A
prikkel -> impuls -> zenuw -> hersenen
B
prikkel -> zintuig -> impuls -> zenuw -> hersenen
C
prikkel -> zenuw -> impuls -> hersenen
D
prikkel -> zintuig -> zenuw -> impuls -> hersenen

Slide 11 - Quiz

Wat is de functie van het laagje om elke uitloper van de zenuw?
A
isolatie
B
bescherming

Slide 12 - Quiz

Prikkels en impulsen

Slide 13 - Slide

Schuif naar 
de juiste plek
Hersenen
Ruggenmerg
Centrale zenuwstelsel
Zenuwstelsel
Zenuwen

Slide 14 - Drag question

Thema 5.2
Ik kan de onderdelen van een zenuwcel benoemen in een afbeelding
Je kunt drie type zenuwcellen benoemen met hun kenmerken en functie

Slide 15 - Slide

Zenuwcel

Slide 16 - Slide

Zenuwcellen

Slide 17 - Slide

Zenuw

Uitlopers

liggen bij elkaar in een zenuw

Slide 18 - Slide

Drie typen zenuwcellen:

Slide 19 - Slide

3 type zenuwcellen
gevoelszenuwcel:
impulsen geleiden van zintuig -> centraal zenuwstelsel
(cellichaam ligt vlakbij CZ)

schakelcel:
impulsen geleiden tussen zenuwen
(zenuwcel ligt volledig in CZ)

bewegingszenuwcel:
impulsen geleiden van centraal zenuwstelsel 
->  spier / klier
(cellichaam ligt in CZ)

gevoelszenuwcel
schakelcel
bewegingszenuwcel

Slide 20 - Slide

1. hoe werkt het zenuwstelsel?
2. beschrijf drie type zenuwcellen

Slide 21 - Slide

Thema 5.3
Je kunt de delen van het ruggenmerg noemen met hun functies en kenmerken

Slide 22 - Slide

Functie ruggenmerg

impulsen geleiden van zenuwen in de romp en ledematen naar hersenen en omgekeerd




Slide 23 - Slide

Zenuwen in ruggenmerg

Slide 24 - Slide

Kenmerken
ruggenmerg

buitenste = witte stof
(uitlopers van schakelcellen richting hersenen)
binnenste = grijze stof
(cellichamen schakelcellen en bewegingszenuwcellen)

Slide 25 - Slide

het ruggenmerg
Vlakbij het ruggenmerg splitsen de gemengde zenuwen zich in gevoelszenuwen en bewegingszenuwen.
- de bewegingszenuwen komen het ruggenmerg binnen aan de buikzijde
- de gevoelszenuwen komen het ruggenmerg binnen aan de rugzijde


Slide 26 - Slide

Thema 5.4
Je kunt de delen van de hersenen noemen met hun functies en kenmerken
Je kunt benoemen hoe medicijnen, alcohol en drugs je hersenen beinvloeden

Slide 27 - Slide

De hersenen
Onze hersenen bestaan uit 
3 delen:
- grote hersenen
- kleine hersenen
- hersenstam

Slide 28 - Slide

Wat doen je hersenen?
  • Grote hersenen
    bewuste waarnemingen, bewuste bewegingen.
  • Kleine hersenen coördineren bewegingen.
  • Hersenstam
    onbewuste processen.

Slide 29 - Slide

Grote hersenen centra

Slide 30 - Slide

functies hersenen

Slide 31 - Slide

functies hersenen

Slide 32 - Slide

functies hersenen

Slide 33 - Slide

Beinvloeding van het zenuwstelsel
  • Medicijnen, tabak, drugs en alcohol. 
  • Remmen of prikkelen het doorgeven van impulsen. 
  • Remmers: slaapmiddelen, kalmeringsmiddelen, morfine, opioiden
  • Stimulerend: xtc, cocaine, speed. 
  • Kunnen ook zintuig waarneming vervormen (xtc, hasj, wiet).
  • Alcohol verdooft het zenuwstelsel

Slide 34 - Slide

Thema 5.5
Je kunt de functie en werking van reflexen beschrijven

Slide 35 - Slide

Reflex



functie:
bescherming lichaam

Slide 36 - Slide

Reflex = onbewuste reactie

Slide 37 - Slide

Reflex (en reflexboog)
Reflexboog


  • zintuigcel
  • gevoelszenuwcel
  • schakelcellen in
     ruggenmerg of hersenstam

Slide 38 - Slide

Reflexbogen via ruggenmerg of via hersenstam



Via hersenstam : alle reflexen van hoofd en hals.
Voorbeelden: pupilreflex, ooglidreflex, speekselreflex, zuigreflex, hoest -, braak-, niesreflex
Via ruggenmerg: alle reflexen van romp en ledematen (= armen en benen)
Voorbeelden: kniepeesreflex, terugtrekreflex, ontlastingsreflex

Slide 39 - Slide

Bekijk de afbeelding.
Is dit een bewuste reactie
of een reflex?
A
Bewuste reactie
B
Reflex

Slide 40 - Quiz

Bekijk de afbeelding.
Is dit een bewuste reactie
of een reflex?
A
Bewuste reactie
B
Reflex

Slide 41 - Quiz


A
Bewuste reactie
B
Reflex

Slide 42 - Quiz

Bekijk de afbeelding
Is dit een bewuste reactie
of een reflex?
A
Bewuste reactie
B
Reflex

Slide 43 - Quiz

Zie je hier een bewuste reactie of een reflex?
A
bewuste reactie
B
reflex

Slide 44 - Quiz

Slide 45 - Video

Slide 46 - Video

Slide 47 - Video

Slide 48 - Video

Slide 49 - Video