1. Lees 30 minuten in stilte het boek - schrijf wederom minimaal twee zinnen op die indruk op je maken in relatie tot perspectief, spanning, personage(s), thema, ruimte/tijd/plaats ;
2. Bespreek de zinnen met elkaar en check of en hoe deze zinnen het toegepaste literaire begrip onderstrepen. Zijn jullie het met elkaar eens over het perspectief, het thema van het boek, de personages etc.?
3. Noteer bruikbare informatie voor PO4!