Warmteoverdracht

Warmteoverdracht
Warmteoverdracht
1 / 32
next
Slide 1: Slide
ProcestechniekMBOStudiejaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Warmteoverdracht
Warmteoverdracht

Slide 1 - Slide

We kennen drie soorten van warmte overdracht
Stroming: Denk aan de warme lucht die aan een radiator ontstaat en die door een ruimte stroomt
Straling: Denk hierbij aan een infrarood paneel dat warmte uitstraalt in een ruimte of sauna
Geleiding: Houdt een metalen staaf in een vuur met de punt en de staaf zal d.m.v. geleiding uiteindelijk helemaal warm/heet worden.

Slide 2 - Slide

Hoe stroomt warmte eigenlijk?
A
Van koud naar warm
B
Van koud naar warm en andersom
C
Van warm naar koud
D
Van warm naar koud en andersom

Slide 3 - Quiz

Wat is de drijvende kracht bij warmteoverdracht?
A
Het verschil in moleculen
B
Het temperatuursverschil
C
Het verwarmingselement
D
De warmte inhoud van een object

Slide 4 - Quiz

Warmtestroom door geleiding
n

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Conclusie na beide berekeningen
Door isolatie, of dat nu een dubbele wand van een tank is, dubbel glas, een spouwmuur, kun je dus de warmteoverdracht terugdringen. Bij de enkele stalen wand zie je dat er 7,5 MW aan warmte verloren gaat, de dubbele wand met een luchtlaag ertussen geeft aanzienlijk minder verlies aan warmte nl. 6 kW.

Slide 9 - Slide

Warmtestroom door stroming
Als je wilt berekenen hoeveel warmte er verplaatst wordt door stroming van een vloeistof of een gas moet je eerst weten hoeveel warmte je toevoert of afvoert en hoe lang je er over doet.
Formule die hier bij hoort is:


Slide 10 - Slide

Je verwarmt een extruder met 5 elementen. Per element moet je 30.000 joule toevoegen per minuut. Hoe groot is de warmtestroom van de gehele extruder?

Slide 11 - Open question

Hoeveel tijd heb je nodig als er een warmtestroom is van 50.000 watt en je 3000 joule aan energie wilt toevoeren?

Slide 12 - Open question

Warmteweerstand
Warmteweerstand is omgekeerd evenredig met de warmte geleiding. Hoe hoger de weerstand hoe slechter de warmtegeleiding. Hoe lager de weerstand hoe beter de warmte geleiding. Het gaat er dus om of een stof goed of slecht warmte geleidt.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Hoe bereken je nu een warmtestroom of weerstand?
Je kunt het totale temperatuursverschil meten in het bovenstaande plaatje is dat 70-10 = 60°C.
De weerstand is ook de totale weerstand van het materiaal en de filmlaag.
Weerstanden staan ook in je tabellenboek


Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Resumé

Slide 18 - Slide

FORMULE VOOR WARMTEOVERDRACHT ziet er als volgt uit:

Slide 19 - Slide

Bewerkingen waarbij warmte wordt toegevoegd of afgevoerd
Verwarming
Koeling
Verdamping
Condensatie
Invriezing

Slide 20 - Slide

Inde procesindustrie gebruik je vaak een warmtewisselaar of wand om warmte over te dragen hiervoor heb je nodig:
Een hulpstof: Denk hierbij aan water, olie of glycerol
Een temperatuursverschil: Is dit er niet dan vindt er geen overdracht plaats
Warmtewisselaar of dubbele wand: Het apparaat dat je gebruikt om de warmte over te dragen
Een warmte of koude producent: B.v. een stoomketel


Slide 21 - Slide

Zie hiervoor ook les 3 hulpstoffen bij wartewisselen

Slide 22 - Slide

Kun je drie soorten van stroming noemen bij warmteoverdracht in een warmtewisslaar?

Slide 23 - Open question

Gelijkstroom
De vloeistoffen komen op hetzelfde punt binnen en gaan op hetzelfde punt er weer uit, stromen dus dezelfde kant op.

Slide 24 - Slide

Tegenstroom
De vloeistoffen stromen in tegengestelde richting

Slide 25 - Slide

Dwarsstroom
De stromen staan haaks op elkaar, er wordt vaak gebruik gemaakt van keerschotten (baffles) om dit te bereiken.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Gelijkstroom en tegenstroom

Slide 28 - Slide

Gelijkstroom en tegenstroom

Slide 29 - Slide

Weerstandslagen bij warmteoverdracht
Bij warmte overdracht in een warmtewisselaar heb je te maken met weerstandslagen, er is geen direct contact tussen de hulpstof en het product.



Slide 30 - Slide

Hoe ontstaat de filmlaag ook al weer?

Slide 31 - Open question

Waar komt vervuiling weg in een warmtewisselaar en hoe kun je dit voorkomen?

Slide 32 - Open question