GPL 3 Umgebung und Wetter

Wie ist das Wetter heute?
1 / 34
next
Slide 1: Open question
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wie ist das Wetter heute?

Slide 1 - Open question

Erzähl etwas über deinen Tag..

Slide 2 - Open question

Ihr .... gut gearbeitet. (haben)
A
habt
B
haben
C
hat
D
hast

Slide 3 - Quiz

Udo, wo ......... du denn? (sein)
A
ist
B
bin
C
sind
D
bist

Slide 4 - Quiz

Wir ……….. heute Deutsch! (haben)
A
habben
B
haben
C
hat
D
habt

Slide 5 - Quiz

Wer ……. du? (sein)
A
sein
B
bist
C
bin
D
ist

Slide 6 - Quiz

_____ Sie morgen zu Hause sein, Frau Müller? (werden)
A
Werde
B
Werden
C
Wird

Slide 7 - Quiz

_____ du noch auf das Popkonzert gehen? (werden)
A
Werde
B
Wirst
C
Werden

Slide 8 - Quiz

Wir ............. 15 Jahre alt. (sein)
A
bin
B
sein
C
seid
D
sind

Slide 9 - Quiz

Sleep de uitgangen naar de juiste plek
ich
du
er/sie/es/man

wir 
ihr
sie/Sie
spiel
spiel
spiel

spiel
spiel
spiel
-e
-st
-t
-en
-en
-t

Slide 10 - Drag question

Het werkwoord werden
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
werde
wirst
wird
werden
werdet
werden

Slide 11 - Drag question

Het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben

Slide 12 - Drag question

Het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind

Slide 13 - Drag question

Verleden tijd sein
Meine Eltern (ouders) ... in München

Slide 14 - Open question

Vul de juiste vorm van de verleden tijd in:
(sein) Wir ...... schnell fertig.

Slide 15 - Open question

Verleden tijd sein
Gestern ... Sie in Köln,Herr Kools.

Slide 16 - Open question

Ihr _________ (haben, verleden tijd) immer so viel Spaß zusammen, jetzt redet ihr kaum!

Slide 17 - Open question

Du _________ (haben, verleden tijd) immer so viel Spaß (plezier mit ihm, jetzt redet ihr kaum! (kaum = nauwelijks)

Slide 18 - Open question

Zet de zin in de verleden tijd!
Ich habe heute Geburtstag.

Slide 19 - Open question

Ihr _________ (haben, verleden tijd) immer so viel Spaß zusammen, jetzt redet ihr kaum!

Slide 20 - Open question

Verleden tijd sein
Gestern ... Marco in Köln.

Slide 21 - Open question

Vul de juiste vorm van de verleden tijd in:
( haben ) Er ..... nichts gelernt.

Slide 22 - Open question

Vul de verleden tijd in.
Seine Freundin (warten) … am Bahnhof.

Slide 23 - Open question

schrijf alle vervoegingen van haben, sein en werden op in de verleden tijd

Slide 24 - Open question

Ihr _________ (haben, verleden tijd) immer so viel Spaß zusammen, jetzt redet ihr kaum!

Slide 25 - Open question

Ihr _________ (haben, verleden tijd) immer so viel Spaß zusammen, jetzt redet ihr kaum!

Slide 26 - Open question

Vul de juiste vorm van de verleden tijd in:
( haben ) Er ..... nichts gelernt.

Slide 27 - Open question

Du _________ (haben, verleden tijd) immer so viel Spaß (plezier mit ihm, jetzt redet ihr kaum! (kaum = nauwelijks)

Slide 28 - Open question

schrijf alle vervoegingen van haben, sein en werden op in de verleden tijd

Slide 29 - Open question

Zet de zin in de verleden tijd!
Ich habe heute Geburtstag.

Slide 30 - Open question

Ik kan in minimaal 10 lopende zinnen iets over vandaag vertellen.
Volledig
Deels
Niet

Slide 31 - Poll

Ik ken de tegenwoordige tijd van haben,sein,werden
Volledig
Deels
Niet

Slide 32 - Poll

Ik kan zwakke werkwoorden vervoegen.
Volledig
Deels
Niet

Slide 33 - Poll

Dit heb ik nodig om dit hoofdstuk nog beter te begrijpen:

Slide 34 - Open question