Di 28-09-2021 Lektion 3

1 / 15
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

T33
Dienstag, 28 September 2021

Slide 2 - Slide

Was werden wir heute machen?
Wat gaan we vandaag doen?
  • Hausaufgaben
  • SO Freitag
  • Lernziele (leerdoelen)
  • Herhaling getallen
  • Aufgabe 9 zusammen
  • Aufgaben (opdrachten)

Slide 3 - Slide

Hausaufgaben
Noch Fragen?

Slide 4 - Slide

SO Freitag
Seite 46/47
  • L1 D-NL
  • L2 D-NL
  • L3 NL-D
  • Redemittel(zinnen) D-NL EN NL-D
SO Kapitel 1
Stof;
Seite 46/47 Lernbox Lektion 1 t/m 3 + Redemittel beide kanten

Slide 5 - Slide

Lernziele
Am Ende der Stunde kann ich:
  • begrijpen wat er in een tekst over familie wordt gezegd.




Slide 6 - Slide

Was weißt du noch?
wat weet je nog?
Over de getallen tot 10 000


4 Fragen

Slide 7 - Slide

Wat is het getal 10 000 in het Duits?
A
hundert
B
tausend
C
zahntausend
D
zehntausend

Slide 8 - Quiz

Wat is het getal 360 in het Duits?
A
dreihunderdsechzig
B
dreihunderdsechßig
C
dreihunderdsechszig
D
dreitausendsechzig

Slide 9 - Quiz

Wat is het getal 3512 in het Duits?
A
dreihundertfünfhundertzwölf
B
dreitausendfünfhundertzwölf
C
fünfhundertzwölf
D
dreitausenthunderttwaalf

Slide 10 - Quiz

Wat is het getal 2020 in het Duits?
A
zweitausendzwanzig
B
zweihundertzwanzig
C
zweitausendzwanßig
D
zwölftausendzwanzig

Slide 11 - Quiz

1= eins
10= zehn
100= hundert
1000= tausend
10000= zehntausend

101= hunderteins
1001= tausendeins
167= hundertsiebenundsechzig

3512= dreitausendfünfhundertzwölf
0= null
1= eins
2= zwei
3= drei
4= vier
5= fünf
6= sechs
7= sieben
8= acht
9= neun
10= zehn
11= elf
12= zwölf
13= dreizehn
14= vierzehn
15= fünfzehn
16= sechzehn
17= siebzehn
18= achtzehn
19= neunzehn
20= zwanzig
30= dreißig
40= vierzig
50= fünfzig
60= sechzig
70= siebzig
80= achtzig
90= neunzig
100= hundert
Jaartallen onder 2000: 1970= neunzehnhundertsiebzig
2021= zweitausendeinundzwanzig

Slide 12 - Slide

 Aufgaben machen
opdrachten maken
  • Was (wat)? 
Les 1: maken Kapitel 1, Lektion 3 --> Aufgabe 1, 9
Weektaak: maken: Lektion 3 -->Aufgabe 1, 3, 7, 9, 11
leren: SO Kapitel 1, Lektion 1 t/m 3 + Redemittel
  • Wie (hoe)? Boek of Online
  • Hilfe (hulp)? Buren, boek, docent
  • Zeit (tijd)? tot 11:50
  • Fertig (klaar)? verder met de weektaak/leren SO




An die Arbeit!

Slide 13 - Slide

Jetzt (nu)
Boek (Seite 25) oder Ipad

Kapitel 1 --> Lektion 3 --> Aufgabe 9

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide