PA1_C3_Bijvoeglijk vnw

Tener = hebben
Yo tengo
tienes
Él/ella/usted tiene
Nosotros tenemos
Vosotros tenéis
Ellos/ellas/ustedes tienen
Ik heb
Jij hebt
Hij/ Zij/ U heeft
Wij hebben
Jullie hebben
Zij hebben
1 / 17
next
Slide 1: Slide
SpaansMBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Tener = hebben
Yo tengo
tienes
Él/ella/usted tiene
Nosotros tenemos
Vosotros tenéis
Ellos/ellas/ustedes tienen
Ik heb
Jij hebt
Hij/ Zij/ U heeft
Wij hebben
Jullie hebben
Zij hebben

Slide 1 - Slide

tener, usted
A
tiene
B
tenga
C
tendan
D
ten

Slide 2 - Quiz

tener, yo
A
teno
B
tengo
C
tiene
D
tienes

Slide 3 - Quiz

¿Vosotros ...... (tener) clase?
A
tengo
B
tenéis
C
tenemos
D
tienen

Slide 4 - Quiz

Tú (tener) trece años.
A
tengo
B
tienes
C
tiene
D
tenemos

Slide 5 - Quiz

Nosotros ... (tener) un gato.
A
tengo
B
tienes
C
tenemos
D
tienen

Slide 6 - Quiz

Het bijvoeglijk naamwoord

- Je kent het bijvoeglijk naamwoord  
   en kunt dit gebruiken in een zin




Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

El adjetivo - het bijvoeglijk naamwoord
Zegt iets over een zelfstandig naamwoord
Staat (bijna) altijd ná het zelfstandig naamwoord
Past zich aan in geslacht (mannelijk / vrouwelijk)
Past zich aan in getal (enkelvoud / meervoud)

Slide 9 - Slide

El adjetivo - het bijvoeglijk naamwoord
Mannelijke woorden
eindigen meestal op -o
El chico, el perro, el gato

Vrouwelijke woorden
eindigen op meestal -a
La señora, la casa, la reina

Slide 10 - Slide

El adjetivo - het bijvoeglijk naamwoord
Woorden die eindigen op klinker = -s vast
El chico inteligente       Los chicos inteligentes
La chica inteligente      Las chicas inteligentes

Woorden die eindigen op een medeklinker = -es vast
El hermano menor         Los hermanos menores
La hermana menor        Las hermanas menores





Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Vul het juiste bijvoeglijk naamwoord in.

El coche ...................
A
Blanco
B
Blancos
C
Blanca
D
Blancas

Slide 13 - Quiz

Vul het juiste bijvoeglijke naamwoord in

La chica .....
A
bonito
B
bonitas
C
bonita
D
bonitos

Slide 14 - Quiz

Vul het juiste bijvoeglijke naamwoord in

Las casas ....
A
modernos
B
modernas
C
modernes
D
moderno

Slide 15 - Quiz

Snap je hoe je bijvoeglijke naamwoorden in het Spaans gebruikt?
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 17 - Slide