Kies bij de volgende vragen het juiste alternatief.
a Een koolstofatoom is opgebouwd uit:
A een kern met protonen, met daaromheen neutronen en elektronen
B een kern met neutronen, met daaromheen protonen en elektronen
C een kern met protonen en neutronen, met daar omheen elektronen
D een kern van protonen, neutronen en elektronen.
Antwoord: C
1p
Slide 3 - Slide
Opdracht 1a
De eenheid coulomb hoort bij de grootheid:
A lading
B energie
C vermogen
D spanning
Antwoord: A
1p
Slide 4 - Slide
Opdracht 2
Geef van de volgende beweringen aan of ze waar (w) of onwaar (o) zijn.
a Een LED is een speciaal soort diode.
b Weerstand en geleidbaarheid zijn het tegenovergestelde van elkaar
c Stroom loopt van de minpool naar de pluspool
d De weerstand van een NTC neemt af als de temperatuur hoger wordt.
a: waar
b: waar
c: onwaar
d: waar
1p per antwoord
Slide 5 - Slide
Grote ruimtes worden vaak verlicht met TL-buizen. Deze lampen zijn per twee in een bak in het plafond bevestigt.
A) Leg uit hoe je aan het plaatje hiernaast kan zien dat deze twee TL-balken parallel geschakeld zijn aan elkaar.
Op het plaatje hiernaast staat de ene tl-buis aan en de andere uit. In een serieschakeling is dat niet mogelijk. Het moet daarom wel een parallelschakeling zijn.
Opdracht 3: TL-verlichting
2p
Slide 6 - Slide
Grote ruimtes worden vaak verlicht met TL-buizen. Deze lampen zijn per twee in een bak in het plafond bevestigt.
B) Teken de stroomkring van deze situatie.
Opdracht 3: TL-verlichting
Slide 7 - Slide
Grote ruimtes worden vaak verlicht met TL-buizen. Deze lampen zijn per twee in een bak in het plafond bevestigt.
De lampen worden aangesloten op de netspanning. Op de verpakking van de TL-buizen staat de ze een vermogen hebben van 30 W per stuk.
C) Laat met een berekening zien dat de stroomsterkte door een TL-buis
0,13A is.
Opdracht 3: TL-verlichting
P=U⋅I
I=UP=23030=0,13A
Slide 8 - Slide
Grote ruimtes worden vaak verlicht met TL-buizen. Deze lampen zijn per twee in een bak in het plafond bevestigt.
De lampen worden aangesloten op de netspanning. Op de verpakking van de TL-buizen staat de ze een vermogen hebben van 30 W per stuk.
C) Laat met een berekening zien dat de stroomsterkte door een TL-buis
0,13A is.
Opdracht 3: TL-verlichting
P=U⋅I
I=UP=23030=0,13A
1p
1p
Slide 9 - Slide
Grote ruimtes worden vaak verlicht met TL-buizen. Deze lampen zijn per twee in een bak in het plafond bevestigt.
De lampen worden aangesloten op de netspanning. Op de verpakking van de TL-buizen staat de ze een vermogen hebben van 30 W per stuk.
D) Bereken de totale weerstand van een bak met twee TL-buizen.
Opdracht 3: TL-verlichting
RTL=IU=0,13230=1769Ω
Gtot=G1+G2=RTL1+RTL1
Gtot=17691+17691=1,13⋅10−3S
Rtot=Gtot1=1,13⋅10−31=885Ω
Rtot=8,9⋅102Ω
Slide 10 - Slide
Grote ruimtes worden vaak verlicht met TL-buizen. Deze lampen zijn per twee in een bak in het plafond bevestigt.
De lampen worden aangesloten op de netspanning. Op de verpakking van de TL-buizen staat de ze een vermogen hebben van 30 W per stuk.
D) Bereken de totale weerstand van een bak met twee TL-buizen.
Opdracht 3: TL-verlichting
RTL=IU=0,13230=1769Ω
Gtot=G1+G2=RTL1+RTL1
Gtot=17691+17691=1,13⋅10−3S
Rtot=Gtot1=1,13⋅10−31=885Ω
Rtot=8,9⋅102Ω
1p
1p
1p
1p
Slide 11 - Slide
In het hiernaast afgebeelde reclamebord zitten twee AA-batterijen van elk 2,0 V en drie lampen. Online vind je de volgende informatie over het reclamebord:
- de lampen werken op een spanning van 4,0V
- de lampen zijn parallel geschakeld
- de lampen hebben een weerstand van 6,0 ohm
A) Teken de stroomkring op zo’n manier dat het voldoet aan de bovenstaande informatie.
Opdracht 4: Reclamebord
Slide 12 - Slide
In het hiernaast afgebeelde reclamebord zitten twee AA-batterijen van elk 2,0 V en drie lampen. Online vind je de volgende informatie over het reclamebord:
- de lampen werken op een spanning van 4,0V
- de lampen zijn parallel geschakeld
- de lampen hebben een weerstand van 6,0 ohm
B) Laat met behulp van een berekening zien dat de totale weerstand van het bord 2,0 ohm is.
In het hiernaast afgebeelde reclamebord zitten twee AA-batterijen van elk 2,0 V en drie lampen. Online vind je de volgende informatie over het reclamebord:
- de lampen werken op een spanning van 4,0V
- de lampen zijn parallel geschakeld
- de lampen hebben een weerstand van 6,0 ohm
B) Laat met behulp van een berekening zien dat de totale weerstand van het bord 2,0 ohm is.
In het hiernaast afgebeelde reclamebord zitten twee AA-batterijen van elk 2,0 V en drie lampen. Online vind je de volgende informatie over het reclamebord:
- de lampen werken op een spanning van 4,0V
- de lampen zijn parallel geschakeld
- de lampen hebben een weerstand van 6,0 ohm
C) Bereken hoeveel elektronen er per seconde door het bord gaan.
Opdracht 4: Reclamebord
I=RU=2,04,0=2,0A
Q=I⋅t=2,0A⋅1,0s=2,0C
1,602⋅10−19C2,0C=1,2⋅1019
1,2⋅1019
elektronen
Slide 15 - Slide
In het hiernaast afgebeelde reclamebord zitten twee AA-batterijen van elk 2,0 V en drie lampen. Online vind je de volgende informatie over het reclamebord:
- de lampen werken op een spanning van 4,0V
- de lampen zijn parallel geschakeld
- de lampen hebben een weerstand van 6,0 ohm
C) Bereken hoeveel elektronen er per seconde door het bord gaan.
Opdracht 4: Reclamebord
I=RU=2,04,0=2,0A
Q=I⋅t=2,0A⋅1,0s=2,0C
1,602⋅10−19C2,0C=1,2⋅1019
1,2⋅1019
elektronen
1p
1p
1p
1p
Slide 16 - Slide
In het hiernaast afgebeelde reclamebord zitten twee AA-batterijen van elk 2,0 V en drie lampen. Online vind je de volgende informatie over het reclamebord:
- de lampen werken op een spanning van 4,0V
- de lampen zijn parallel geschakeld
- de lampen hebben een weerstand van 6,0 ohm
Na verloop van tijd gaan twee van de drie lampen in het bord stuk.
D) Bereken de stroomsterkte wanneer er nog maar een lamp over is.
Opdracht 4: Reclamebord
U=I⋅R
I=RU=6,04,0=0,67A
Slide 17 - Slide
In het hiernaast afgebeelde reclamebord zitten twee AA-batterijen van elk 2,0 V en drie lampen. Online vind je de volgende informatie over het reclamebord:
- de lampen werken op een spanning van 4,0V
- de lampen zijn parallel geschakeld
- de lampen hebben een weerstand van 6,0 ohm
Na verloop van tijd gaan twee van de drie lampen in het bord stuk.
D) Bereken de stroomsterkte wanneer er nog maar een lamp over is.
Opdracht 4: Reclamebord
U=I⋅R
I=RU=6,04,0=0,67A
1p
1p
Slide 18 - Slide
In het hiernaast afgebeelde reclamebord zitten twee AA-batterijen van elk 2,0 V en drie lampen. Online vind je de volgende informatie over het reclamebord:
- de lampen werken op een spanning van 4,0V
- de lampen zijn parallel geschakeld
- de lampen hebben een weerstand van 6,0 ohm
Na verloop van tijd gaan twee van de drie lampen in het bord stuk.
E) Leg uit of de overgebleven lamp nu feller of minder fel zal gaan branden.
In een parallelschakeling krijgen alle componenten dezelfde spanning. Wanneer er apparaten in een parallelschakeling kapot gaan krijgen de overgebleven apparaten nog steeds dezelfde spanning.
De lamp blijft daarom even fel branden.
Opdracht 4: Reclamebord
Slide 19 - Slide
Een zonne-auto is een lichtgewicht auto met zonnepanelen op het dak. De auto beweegt voort door de energie die wordt opgewerkt met deze zonnepanelen.
Een bestuurder doet mee met een zonne-auto race. Het team van de bestuurder heeft berekend dat er tijdens de 2,5 uur durende race 2,9 kWh aan energie nodig is om de race af te leggen.
De elektronica in deze zonne-auto werken op dezelfde spanning als die gebruikt wordt voor de huisinstallatie.
A) Bereken het vermogen van de motor in deze zonne-auto.
Opdracht 4: Zonne-auto
E=P⋅t
P=tE=2,5h2,9kWh
P=1,2kW
Slide 20 - Slide
Een zonne-auto is een lichtgewicht auto met zonnepanelen op het dak. De auto beweegt voort door de energie die wordt opgewerkt met deze zonnepanelen.
Een bestuurder doet mee met een zonne-auto race. Het team van de bestuurder heeft berekend dat er tijdens de 2,5 uur durende race 2,9 kWh aan energie nodig is om de race af te leggen.
De elektronica in deze zonne-auto werken op dezelfde spanning als die gebruikt wordt voor de huisinstallatie.
A) Bereken het vermogen van de motor in deze zonne-auto.
Opdracht 4: Zonne-auto
E=P⋅t
P=tE=2,5h2,9kWh
P=1,2kW
1p
1p
Slide 21 - Slide
Een zonne-auto is een lichtgewicht auto met zonnepanelen op het dak. De auto beweegt voort door de energie die wordt opgewerkt met deze zonnepanelen.
Een bestuurder doet mee met een zonne-auto race. Het team van de bestuurder heeft berekend dat er tijdens de 2,5 uur durende race 2,9 kWh aan energie nodig is om de race af te leggen.
De elektronica in deze zonne-auto werken op dezelfde spanning als die gebruikt wordt voor de huisinstallatie.
c Bereken de stroomsterkte door de zonne-auto.
Opdracht 4: Zonne-auto
P=U⋅I
I=UP=2301160
I=5,0A
Slide 22 - Slide
Een zonne-auto is een lichtgewicht auto met zonnepanelen op het dak. De auto beweegt voort door de energie die wordt opgewerkt met deze zonnepanelen.
Een bestuurder doet mee met een zonne-auto race. Het team van de bestuurder heeft berekend dat er tijdens de 2,5 uur durende race 2,9 kWh aan energie nodig is om de race af te leggen.
De elektronica in deze zonne-auto werken op dezelfde spanning als die gebruikt wordt voor de huisinstallatie.