Oefenen met het gebruik van leesstrategieën/signaalwoorden
Leren woordjes unité 5
Slide 2 - Slide
Après ce cours (na deze les):
- Kun je informatie uit teksten halen
- Kun je gebruik maken van leesstrategieën
- Kun je woorden opzoeken in een woordenboek en weet je ook wanneer je dit wel en niet moet doen
Slide 3 - Slide
Nakijken Lire Extra II
Slide 4 - Slide
Leesstrategieën
Lees eerst de titel en de tussenkopjes van een tekst en bekijk eventueel de plaatjes.
Lees dan de vragen die bij de tekst horen (zorgvuldig de opdrachten lezen!).
Slide 5 - Slide
Leesstrategieën
Neem nu de tekst globaal door: lees van elke alinea de eerste en de laatste zin. Probeer je zo een voorstelling te maken van de situatie. Waar gaat de tekst in grote lijnen over? Waar speelt het zich af? Wie zijn de hoofdpersonen?
Zijn er woorden die je niet kent? Geen nood. Je hoeft niet alle woorden te kennen om een tekst te begrijpen.
Slide 6 - Slide
Leesstrategieën
De kernwoorden moet je natuurlijk wel snappen. Gebruik dan een woordenboek of woordraadstrategieën :
kijk of het woord lijkt op een Nederlands of Engels woord dat je kent
of probeer de betekenis te herleiden uit de context.
Slide 7 - Slide
Leesstrategieën
Lees de tekst dan nog een keer door, maar nu grondiger.
Beantwoord vervolgens de vragen.
Klaar? Corrigeer je antwoorden: bij een oefentekst kun je dat direct zelf doen met de ‘sleutel’ die vaak bij een oefentekst hoort. Bij een echte toets moet je wachten tot je jouw werk terugkrijgt. Bekijk wat je fout hebt gedaan….daar leer je veel van!
Slide 8 - Slide
Leesstrategieën
Lees de tekst nog een keer met de kennis die je hebt opgedaan door het beantwoorden van de vragen (en het bekijken van de juiste antwoorden).
Tenslotte een leertip: hoe meer je leest, hoe beter je een toets zult maken. Oefen regelmatig met Franse strips of leesboekjes (zie de tips hieronder).
Slide 9 - Slide
Oefenen CITO
Lees de teksten, maak de vragen, gebruik de leerstrategieën die we net doorgenomen hebben
Zoek woorden op in een woordenboek, maar alleen als je dit woord écht nodig hebt om de tekst of een vraag te begrijpen.
Géén laptop gebruiken, dat mag ook niet bij de toets!
Klaar? Dan ga je de woordjes van unité 5 leren voor de vocabulairetoets