Taal les 11

Taal les 11
Begrippen thema 1
1 / 26
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 8

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

Taal les 11
Begrippen thema 1

Slide 1 - Slide

Politiek

Slide 2 - Mind map

innemend
Heel aardig, aantrekkelijk.

De verkoper is zo innemend, dat mijn moeder meteen de koelkast koopt.

Slide 3 - Slide

afstotelijk
Afschuwelijk, walgelijk.

Ik vond het afstotelijk dat die mevrouw zo naar rook stonk.

Slide 4 - Slide

de wreef

Het hoogste gedeelte van de bovenkant van je 

Slide 5 - Slide

de pees

Het taaie uiteinde van een spier. Hiermee zit een spier aan het bot vast.

Slide 6 - Slide

het kuitbeen

Het bot aan de achterkant van je onderbeen.

Slide 7 - Slide

de scheen

De voorkant van je onderbeen.

Slide 8 - Slide

hoofdzakelijk
Vooral

Dit boek bevat hoofdzakelijk foto's.

Slide 9 - Slide

de charme

het leuke, het aantrekkelijke

Slide 10 - Slide

de kramp
Een pijnlijke samentrekking van je spieren

Na dertig baantjes zwemmen, kreeg ik ineens kramp in mijn been.

Slide 11 - Slide

nota bene
Let op, om aan te geven dat het stukje dat erna komt opmerkelijk is.

Egbert drinkt thee, terwijl hij note bene gisteren tegen me zei dat hij thee niet lekker vindt!

Slide 12 - Slide

dat spreekt vanzelf
Dat is logisch

Eerst je huiswerk doen en dan pas spelen, dat spreekt vanzelf.



Slide 13 - Slide

door de knieën gaan
Je tegenstand opgeven.

Nadat Eva uren had gezeurd om een ijsje, ging zijn vader eindelijk door de knieën en kocht er eentje voor hem.


Slide 14 - Slide

Pak je wisbord
       innerlijk
       uiterlijk
innemend
afstotelijk

Slide 15 - Slide

Je leest het verhaal
Klaar? Maak drie zinnen met de volgende themawoorden.
1: de wreef
2: hoofdzakelijk
3: nota bene

Slide 16 - Slide

Kijk goed naar het plaatje,
welk woord past bij 2?
A
de wreef
B
het kuitbeen
C
de pees
D
de scheen

Slide 17 - Quiz

Wat moet er bij nummer 4 komen te staan ? kies uit: het kuitbeen, de scheen, de wreef, de pees

Slide 18 - Open question

Kijk goed naar het plaatje,
welk woord past bij 3?
A
de scheen
B
het kuitbeen
C
de pees
D
de wreef

Slide 19 - Quiz

Sleep het woord naar het juiste cijfer
de wreef
de scheen
het kuitbeen
de pees

Slide 20 - Drag question

Welk woord hoort bij de zin?
"Natuurlijk mag je een appel pakken, doet hoef je toch niet te vragen!"
A
afstotelijk
B
dat spreekt vanzelf
C
nota bene
D
innemend

Slide 21 - Quiz

Bij welk woord hoort dit
plaatje?
A
de charme
B
afstotelijk
C
nota bene
D
hoofdzakelijk

Slide 22 - Quiz

Welke zin hoort bij welk woord?
hoofdzakelijk
innemend
nota bene
Lisa en Eva zijn opeens de beste vriendinnen. Dat is echt vreemd, want Lisa zei vorige week nog dat ze Eva niet aardig vindt.
Max lachte heel vriendelijk naar de juf. Ze was op slag niet meer boos op hem.
Er lagen vooral veel 
tijdschriften op tafel.

Slide 23 - Drag question

Welk woord zie je op de foto?
afstotelijk
de kramp
de wreef
door de knieën gaan

Slide 24 - Poll

Na veel gezeur ging papa eindelijk mee voetballen.
Welk woord hoort bij deze zin?
A
dat spreekt vanzelf
B
nota bene
C
hoofdzakelijk
D
door de knieën gaan

Slide 25 - Quiz


Je bent klaar! Goed gedaan.

Ga verder met je weektaak

Slide 26 - Slide