Carnavalquiz

Ga met groepjes van 2-4 personen bij elkaar zitten
1 / 28
next
Slide 1: Slide
MentorlesMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Ga met groepjes van 2-4 personen bij elkaar zitten

Slide 1 - Slide

Wat is carnaval en waarom vieren we het?


Vandaag
- Informatiefilmpje over carnaval
- Quiz
- Woordzoeker/Kahoot?

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video


Vandaag even wat anders tijdens de les

Het is bijna Carnaval, met deze quiz willen we jullie een beetje motivatie geven voor de vakantie!

Spelregels: heel weinig!
Let's go!

Slide 4 - Slide

Quiz

Slide 5 - Slide

Wat betekent het woord carnaval?
A
Vaarwel feest
B
Vaarwel bier
C
Vaarwel vlees
D
Vaarwel

Slide 6 - Quiz

Wanneer werd carnaval voor het eerst gevierd?
A
Gouden eeuw
B
Middeleeuwen
C
prehistorie
D
1950

Slide 7 - Quiz

Waar wordt carnaval in Nederland het meest gevierd?
A
Overal in Nederland.
B
In Eindhoven
C
In het zuiden van Nederland.
D
In Den Bosch

Slide 8 - Quiz

Carnaval is altijd op een vaste datum.
Waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Wat zijn de drie kleuren van carnaval?
A
Rood, wit en blauw
B
Rood, geel en groen
C
Blauw, geel en wit
D
Oranje, geel en groen

Slide 10 - Quiz

Wie is de baas tijdens carnaval?
A
Raad van elf
B
Alle kinderen
C
Prins Carnaval
D
Prinses Carnaval

Slide 11 - Quiz

Hoe noem je de woensdag na carnaval?
A
Kruisjeswoensdag
B
Haringhapwoensdag
C
Aswoensdag
D
Waswoensdag

Slide 12 - Quiz

Welke periode komt na carnaval?
A
Uitkateren
B
Bidden
C
Vasten
D
Naar de kerk gaan

Slide 13 - Quiz

Vanuit welk geloof is carnaval ontstaan?
A
Protestantse geloof
B
Katholieke geloof
C
Hindoeïsme
D
Islam

Slide 14 - Quiz

Hoe lang duurt de vastenperiode na carnaval?
A
30 dagen
B
40 dagen
C
45 dagen
D
60 dagen

Slide 15 - Quiz

Met welk feest wordt de vastenperiode na carnaval afgesloten?
A
Pasen
B
Hemelvaart
C
Pinksteren
D
Kerst

Slide 16 - Quiz

In welke maand(en) wordt meestal carnaval gevierd?
A
December
B
Februari
C
Maart
D
April

Slide 17 - Quiz

Wat zijn carnavalkrakers?
A
Dan wordt er gekraakt bij carnaval.
B
Liedjes die je heel veel hoort tijdens carnaval.
C
Dan hoor je je botten kraken als je danst.
D
Speciale snacks en hapjes die kraken

Slide 18 - Quiz

Welke stad heet
Oeteldonk?
A
Oosterhout
B
Bavel
C
Eindhoven
D
Den Bosch

Slide 19 - Quiz

Welke stad heet
Lampegat?
A
Klundert
B
Best
C
Oudenbosch
D
Eindhoven

Slide 20 - Quiz

Wat is het gekkengetal?
A
1
B
7
C
11
D
20

Slide 21 - Quiz

Hoe noemen ze carnaval in Limburg?
A
Carnaval
B
Kernevel
C
Vastelaovend
D
Vastenavond

Slide 22 - Quiz

Wat is de naam van de hoed die een lid van de raad van elf en de prins draagt?
A
Bolhoed
B
Steek
C
Puntmutsje
D
Carnavalshoed

Slide 23 - Quiz

Hoe heet dat ding dat de prins in zijn hand heeft?
A
Scepter
B
Totempaaltje
C
Prinsenstok
D
Zwaaipaal

Slide 24 - Quiz

Zelf vier ik Carnaval...
A
NOOIT, ik vind er niks aan
B
NOOIT, ik mag niet van thuis
C
ALTIJD, ik wil elk feest meemaken
D
SOMS, alleen als er een leuk feest is

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Fijne vakantie!!

Slide 28 - Slide