De bloedsomloop

Fijn dat jullie er zijn!
Vandaag gaat de les over de bloedsomloop.
Pak je alvast je IPad? Ga dan naar LessonUp.
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Fijn dat jullie er zijn!
Vandaag gaat de les over de bloedsomloop.
Pak je alvast je IPad? Ga dan naar LessonUp.

Slide 1 - Slide

Programma van deze les
  1. Toets bespreken
  2. Vorige les
  3. paragraaf 4.2: de bloedsomloop
  4. afsluiting met korte quiz 

Slide 2 - Slide

Toetsbespreking
  1. Geen schrijfmateriaal op tafel
  2. Tel je punten op en kijk of dit klopt met het puntenaantal bovenaan je toets.
  3. Kijk welke vraag je graag nog zou willen bespreken. Vraag 5, 6 en 13 bespreken sowieso even.

Slide 3 - Slide

Was je tevreden over de les vorige week? Heb je nog tips of ideeën ter verbetering van de lessen?

Slide 4 - Open question

Welk onderdeel van bloed speelt een rol bij het transport van zuurstof naar cellen?
A
Bloedplaatjes
B
Witte bloedcellen
C
Rode bloedcellen
D
Plasmaeiwitten

Slide 5 - Quiz

We hadden het afgelopen les over de samenstelling en de functies van bloed.
Heb je nog vragen over de lesstof van vorige week?

Slide 6 - Open question

De bloedsomloop
Leerdoelen
4.2.2 Je kunt drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
4.2.3 Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen.
4.2.4 Je kunt de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.

Slide 7 - Slide

Bloedvatenstelsel
Het bloedvatenstelsel van de mens bestaat uit het hart en de bloedvaten.
De weg die bloed aflegt in het lichaam heet de bloedsomloop.

Slide 8 - Slide

Bloedvaten
3 typen bloedvaten:
Het hart pompt bloed in de slagaders, deze brengen het bloed bij de organen. 
Hier vertakken ze zich tot steeds kleinere bloedvaten, de kleinste heten haarvaten.
Via de aders stroomt het bloed terug naar het hart.


Slide 9 - Slide

Van welke type bloedvat hebben we er de meeste in ons lichaam?
A
Aders
B
Slagaders
C
Spataders
D
Haarvaten

Slide 10 - Quiz

Bloedvatenstelsel van de mens
De meeste bloedvaten hebben een naam van het orgaan waar ze heen of vanaf lopen.
Uitzonderingen zijn: onderste en bovenste holle ader en de aorta (allemaal bij het hart) en de poortader, deze loopt van het darmkanaal naar de lever. 

Slide 11 - Slide

Dubbele bloedsomloop
Vanuit de rechterkant van het hart stroomt bloed naar de longen, dit is de kleine bloedsomloop
Vanuit de longen stroomt het naar de linkerkant van het hart en van hieruit naar de rest van het lichaam. Dit is de grote bloedsomloop
Per omloop stroomt het bloed 2 keer door het hart: dit is een dubbele bloedsomloop. Dit zie je bij zoogdieren en bij vogels.

Slide 12 - Slide

Slagaders
  • Van hart naar organen
  • Hoge druk
  • Dikke, gespierde wand
  • Vaak diep in lichaam
  • Zetten uit en veren terug door hartslag
  •  Geen klepjes

Slide 13 - Slide

Haarvaten
  • Kleinste adertjes
  • Sterk vertakt 
  • Dunne wand
  • zuurstof en voedingsstoffen en afvalstoffen kunnen door de wand heen van en naar cellen worden getransporteerd.

Slide 14 - Slide

Aders
  • lage druk
  • dunne wanden
  •  vaak minder diep in lichaam dan slagaders
  • hebben kleppen die zorgen dat het bloed niet terugstroomt

Slide 15 - Slide

CO2 wordt:
A
vanuit de haarvaten naar cellen getransporteerd
B
vanuit cellen naar haarvaten getransporteerd
C
vanuit slagaders naar aders getransporteerd
D
vanuit aders naar haarvaten getransporteerd

Slide 16 - Quiz

Eigenschappen
Slagaders
Haarvaten
Aders
Druk
Hoog
Laag
Laag
Wand
Dik, elastisch, gespierd
Zeer dun
Dun
Ligging
Meestal diep in lichaam
Verspreid door hele lichaam
Vaak meer aan oppervlak dan slagaders
Overige kenmerken
Zetten uit en veren terug door hartslag
Dun, klein en heel sterk vertakt
Klopjes, zodat bloed niet terug kan stromen
Functie

Vervoer van bloed van hart naar organen
Transport van zuurstof en voedingsstoffen naar cellen en van afvalstoffen uit cellen
Vervoer van bloed van organen naar het hart

Slide 17 - Slide

Zelfstandig werken
Wat: Paragraaf 4.2 opdr. 1 t/m 4 (kennis) en 6 t/m 9 (inzicht)
Hoe: Eerste 5 minuten stil en zelfstandig, geen vragen (rood). Daarna mag je zacht overleggen met je buur. Heb je een vraag, steek dan je hand op (oranje).
Tijd: tot 13:48
Klaar?: Maak opdracht 11 ook (samenhang opdracht) of
gebruik een stencil om een samenvatting te maken.


Slide 18 - Slide

Afsluiting
  • Opdracht 10  
  • Huiswerk 
  • Volgende les

Slide 19 - Slide

Opdracht 10+
In rust stroomt minder bloed naar de spieren dan bij inspanning.


Welk type bloedvat zorgt voor de verdeling van het bloed naar de verschillende organen? Leg je antwoord uit.

Slide 20 - Slide

Volgende les
Heb je de opdrachten nog niet af? Noteer ze dan in je agenda als huiswerk:
Paragraaf 4.2 opdr. 1 t/m 4 (kennis) en 6 t/m 9 (inzicht)

Volgende les gaan we het hebben over de bouw en 
werking van het hart.

Slide 21 - Slide