10. wwspelling (toetsweek einde schooljaar)

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Herhaling schema

ff oefenen

Zelfstandig aan de slag

Doel: jullie kunnen de wwspellingsregels op de juiste manier toepassen op niveau 2F.  (schrift erbij)

Verlengde instructie/zelfstandig werken?

Aantekening/herhaling wwspelling

 

Schema

Ook bn! (redden, haten)

Schema inoefenen via LessonUp

Uitleg via Blink --> toolbox --> werkwoordspelling

Carlo (herinneren) zich opeens dat hij nog een afspraak heeft.

Heb jij door de foto's (swipen) of moet ik dat nog doen?

Er (woeden) gisteren een grote brand.

De arts (behandelen) de brandwond van de patiënt.

(Vinden) jij ook dat Tom erg is (veranderen)?

Rick (vertalen) de menukaart voor zijn Spaanse vriendin.

De leraar Nederlands (ontleden) een paar zinnen op het bord.

Gisteren (deleten) hij per ongeluk het bestand.

De (verbreden) straat.

De (rennen) kinderen

Doel: jullie kunnen de wwspellingsregels op de juiste manier toepassen op niveau 2F. (schrift erbij)

Verlengde instructie? https://www.cambiumned.nl/werkwoordspelling/test-jezelf/

Maak het werkblad (15 min.) Omcirkel het hulpwerkwoord als dat er is. 

Klaar? 

Klaar? Verder oefenen op Cambiumned of spellingoefenen.nl--> werkwoorden --> 'alles aan'

               Zorg ervoor dat je het schema uit je hoofd kent.

post-it (leiden, beantwoorden)

Samen herhalen via gespeld.nl (wisbordjes)

post-its bespreken (volgende slide)

Zelfstandig aan de slag

Tweetallen

Doel: jullie kunnen de wwspellingsregels op de juiste manier toepassen op niveau 2F.  (schema erbij)

Post-its

leiden --> ev, pv tt

Hij leid de man naar de speeltuin. (goed/fout)

Mevrouw OSP leidt 3A bij het vak Nederlands. (goed/fout)

Ik leidt de groep toeristen. (goed/fout)

Deze vraag leid tot een grote ruzie. (goed/fout)

Mijn vader is de voetbal aan het leiden. (goed/fout)

beantwoorden --> bn

Hij beantwoordde de mail. (goed/fout)

De beantwoorde vraag was helemaal fout. (goed/fout)

Post-its

swipen --> vd

Hij had de video weggeswiped. (goed/fout)

Ik swipete hem naar rechts. (goed/fout)

Ik heb de hele dag op mijn telefoon geswipet. (goed/fout)

schrobben--> pv vt

Ik schrobte de boot. (goed/fout)

Hij schrobde de vloer helemaal schoon. (goed/fout)

Doel: jullie kunnen de wwspellingsregels op de juiste manier toepassen op niveau 2F. (schema erbij)

Maak het werkblad (15 min.) zelfstandig.  Omcirkel het hulpwerkwoord als dat er is.

 

Klaar? Verder oefenen op Cambiumned --> werkwoordspelling --> test jezelf --> oef. 1 en 2
                                                of  spellingoefenen.nl --> werkwoorden --> 'alles aan' 

Iedereen klaar? Bespreek de antwoorden van het werkblad (5 min.) met je buurman/buurvrouw. 

Kom je er niet uit? Markeer het werkwoord, deze bespreken we klassikaal.

post-it (schrobben, swipen)