This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Het dierenrijk
Slide 1 - Slide
12 soorten
Slide 2 - Slide
1: Zoogdieren
Gewervelde
dieren
Slide 3 - Slide
Wat moet een zoogdier kunnen om een zoogdier te heten? (Kenmerk van zoogdier noemen, dus)
Slide 4 - Mind map
2: Vogels
Gewervelde
dieren
Slide 5 - Slide
Wat moet een vogel kunnen en hebben om een vogel te heten?
Slide 6 - Mind map
3: Reptielen
Gewervelde
dieren
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
4: Amfibieën
Gewervelde
dieren
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Wat is kikkerdril?
A
de zaadjes
B
de eitjes
Slide 11 - Quiz
5: Vissen
Gewervelde
dieren
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Maken vissen een nest voor hun eitjes?
ja
nee
Slide 14 - Poll
6. Geleedpotigen
De geleedpotigen zijn een dierengroep waar hun skelet aan de buitenkant van hun lichaam zit. De poten en het lichaam hebben verschillende verharde delen.
ongewervelde dieren
Slide 15 - Slide
Wat is waar?
A
gewervelde dieren hebben een wervelkolom
B
ongewervelde dieren hebben geen botten
Slide 16 - Quiz
7. Weekdieren (mollusc)
Weekdieren zijn dieren zonder botten of graten en ze hebben weke (zachte) lichamen.