This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Welke functies heeft water in je lichaam?
A
Transportmiddel, bouwstof, koeling
B
Bouwstof, koeling, oplosmiddel
C
Transportmiddel, bouwstof, oplosmiddel, koeling
Slide 2 - Quiz
Waar staat ''MAC-waarde'' voor?
A
Maximaal aanwezige concentratie
B
Maximaal aanvaarde concentratie
C
Minimaal aanvaarde concentratie
Slide 3 - Quiz
Wat is de eenheid van concentratie?
A
mL/G
B
cL/mG
C
g/L
D
mg/L
Slide 4 - Quiz
Door water toe te voegen aan een oplossing wordt de concentratie lager.
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Ik heb 30 mg suiker. Dit los ik op in 200 mL water. Wat is de suikerconcentratie?
A
150 g/L
B
1,50 g/L
C
0,15 g/L
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
In 1 tablet paracetamol zit 150 mg werkzame stof. Als ik 3x per dag 2 tabletten mag innemen, hoeveel krijg ik dan binnen?
A
900 mg/dag
B
300 mg/dag
C
600 mg/dag
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
De toa laat een grote doos met krijtjes vallen in het practicum lokaal. Het practicumlokaal is 4 x 3,5 x 2 meter. Door het vallen komt er 5050mg krijtpoeder vrij.
De MAC waarde van krijtpoeder is 100mg/m3
Wordt de Mac waarde overschreden?
A
ja
B
nee
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Tijdens een demonstratiepracticum valt er een bakje ijzerpoeder van 135mg om.
De Mac waarde van ijzerpoeder is 5 mg/m³. Het practicum lokaal is 7x 5.5 x3
Wordt de Mac waarde overschreden?
A
ja
B
nee
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Slide
Ik heb 120 g zout opgelost in 3,4 liter water. Wat is de zoutconcentratie?