Les-6 P1 2HV Verbo SER y los pronombres

¡Bienvenidos a tu clase de español!
6
Hoy es
jueves,
 28 de octubre 
de 2021
1 / 29
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

¡Bienvenidos a tu clase de español!
6
Hoy es
jueves,
 28 de octubre 
de 2021

Slide 1 - Slide

Prepárate para esta clase:
Maak je klaar voor deze les...
timer
1:00
¡Importante!
- Tu portátil aún está cerrado
Je laptop is nog dicht.

- Tu móvil está apagado en y tu bolsa o mochila: 
Je mobiel is uit en in je tas.

-Tienes tu cuaderno, portátil y bolígrafo: 
Schrift, laptop en pen heb je bij je.

-¡Haz caso y guarda el silencio!: 
 Let op! Oren open en wees stil!

Slide 2 - Slide

La frase del día

  • TENGO UNA PREGUNTA  
  • (tenGo oena pree- Goen-ta)
  •  => Ik heb een vraag…

Slide 3 - Slide

La frase del día

  • PUEDES HABLAR MÁS DESPACIO, POR FAVOR?  
  • (poe-èdes  A-blar mas des-pa-sio, por fabor)
  •  => Kun je langzamer praten, alsjeblieft? 

Slide 4 - Slide

Nog even over de toets...
  • Woordjes leren: hoe doe je dat goed? 
  • Let goed op hoe je iets opschrijft
  • Nationaliteiten >> Nederland >> hollandia,  etc
  • accenten: ñ,á,é,í,ó,ú; > (ä, ö, ë bestaan niet in het Spaans!!)
  • mannelijk/ vrouwelijk ; el hija.... ?
  • lees goed wat er in een toets staat...  vertaal: Mexicaan , wordt dus niet El Mexicano

Slide 5 - Slide

¿Qué hicimos en la última clase?
(Wat deden we in de laatste les?) 

Slide 6 - Slide

Los objetivos de esta clase

1. Vandaag gaan jullie nog eens vocabulario  en de getallen herhalen. 
Ook gaan jullie de persoonsvormen nog een keer herhalen. Deze heb je nodig ...

2....bij het onregelmatig werkwoord  SER. Je gaat de  betekenis én de vervoeging hiervan leren en ook ga je er oefeningen mee maken. 


(De doelen van deze les)

Slide 7 - Slide

Les 6: El programa

  • Woordjes, persoonsvormen Spaans / los números overhoren
  • Introductie onregelmatig werkwoord SER

Slide 8 - Slide

persoonsvormen (pronombres)
  • yo                             ik
  • tú                              jij 
  • él, ella, usted         hij, zij, u 
  • nosotros, nosotras          wij
  • vosotros, vosotras           jullie
  • ellos, ellas, ustedes         zij, u (meervoud) 

Slide 9 - Slide

Persoonsvormen: Ezelsbruggetjes
  • Tú y yo= Jij + ik = wij = nosotros*
  • Juan y tú= andere persoon + jij = jullie = vosotros*
  • María y Pedro= hij + zij = zij (mv) = ellos
  • Adela y Laura= zij + zij = ellas*
  • Juan, señor Rivera= hij = él, óf:  u= usted  
  • Señora Martínez= zij = ella,  óf:  u= usted
  • La ciudad (en andere objecten)=het= dan óók 3e pers. enkelvoud van het werkwoord gebruiken.


*) Gaat het alleen over vrouwelijke personen in meervoud? Dan gebruik je: nosotras, vosotras, ellas.

Slide 10 - Slide

Weet jij de persoonsvormen in het Spaans? Koppel de juiste Nederlandse betekenis eraan. 
Doe daarna het zelfde met de rode kaartjes. (Weet je een woord niet? zoek het op!)
YO
ÉL, ELLA, USTED
NOSOTROS, NOSOTRAS
VOSOTROS, VOSOTRAS
ELLOS, ELLAS, USTEDES
ik
jij
María y Pepe
zij (mv)
wij
hij
jullie
zij
mi hermano y yo
u (mv)
Isabel y tú
Juan
señor González

Slide 11 - Drag question


Schrijf de Nederlandse betekenis van deze werkwoorden onder elkaar op:

1 hablar - 2 ser - 3 tener - 4 llamarse - 5 leer - 6 estar - 7 comer -
8 decir - 9 poder - 10 hacer - 11 dar - 12 ir



timer
1:00

Slide 12 - Open question




yo (ik)
tú (jij)
él, ella, usted (hij, zij, u)

nosotros, nosotras (wij)
vosotros, vosotras (jullie)
ellos, ellas,ustedes (zij)
SER (zijn)
persoonsvormen

soy (ik ben)
eres (jij bent)
es (hij, zij is/ u bent)(ev)

somos (wij zijn)
sois (jullie zijn)
son ( zij zijn, u bent) (mv)
vervoeging

Slide 13 - Slide

SOY kende je al een beetje...
Weet je nog waarvan...?

Slide 14 - Slide

SER gebruik je bij:
  1. Karakter eigenschappen: aardig, slim. ( eres simpático, jij bent aardig, ella es listo; zij is slim)
  2. Fysieke eigenschappen: groot, dun, jong (es alto, es delgado, es joven)
  3. Nationaliteit: Hij/ zij is Nederlands, jullie zijn Mexicaans (Es holandés, sois mexicanos)
  4. Beroep: Hij is politieagent, wij zijn leerlingen; (Es policía, somos alumnos)

Slide 15 - Slide

¿Qué vas a hacer?:Aprender el verbo SER; je gaat het werkwoord SER leren
¿Qué necesitas?:  tu libro amarillo pág 25; je gele boekje blz. 25
¿Cómo?: Tú trabajas solo o sola ; Alleen, zelfstandig werken 

¿Cuánto tiempo?: 15 minutos.
Objetivo (doel): Je oefent met deze grammatica onderdelen

He terminado la tarea ¿y ahora?/ Klaar, en nu?
Verder leren >>>> voca 1.1 , 1.2, 1.3 en ww roze blad.
Trabajo autónomo
-
Zelfstandig werk
Paso a paso: Stappenplan 

Slide 16 - Slide

Practicar con el verbo SER
1, Mi amigo Pedro y yo _________________de Madrid.
2, La ciudad ________________________muy bonita.
3, Yo_________________________ bajo y gordo.
4, Mi amigo ___________________ alto y delgado.
5, (nosotros) ___________________estudiantes.
6, Mis padres __________________ingenieros.
7, Teresa ________________________muy inteligente.
8, ¿Tú__________________________ Luisa?
9, No, no (yo)_____________ Luisa, soy Teresa.
10, ¿Ustedes ________________de México?
11, Sí, nosotros __________________de Guadalajara.
12, Los chicos ______________________mis amigos.
Neem deze zinnen
helemaal over in je schrift!

Slide 17 - Slide

Hoe zeg je in het Spaans:
"Wij zijn jongens en meisjes"
A
sois chicos y chicas
B
son chicos y chicas
C
eres chicos y chicas
D
somos chicos y chicas

Slide 18 - Quiz

Hoe zeg je in het Spaans:
"Zij is Française"
A
ella somos francesa
B
ellos son francesas
C
él es francés
D
ella es francesa

Slide 19 - Quiz

yo ..... Pedro
tú ..... Antonio
élla .....Carmen
A
es, somos, soy
B
soy, sois, somos
C
soy, eres, son
D
soy , eres , es

Slide 20 - Quiz

Welk persoonsvorm hoort in deze zin:
...... somos de Holanda
A
ellos
B
nosotros
C
vosotras
D

Slide 21 - Quiz

Welke persoonsvorm hoort in deze zin:
"....es una profesora
A
B
ella
C
yo
D
ellos

Slide 22 - Quiz

Volgend SO: 10/11 november 
  • Dezelfde woordjes 1.1,1.2 en 1.3 (NL-ESP)
  • Dezelfde werkwoorden 1-15 (ESP-NL)
  • Lidwoorden (Bepaald/ onbepaald)
  • Enkelvoud/Meervoud maken bij het zelfstandig naamwoord
  • Mannelijk/vrouwelijk bij zelfstandig nw. én uitzonderingen (8x) 
  • Getallen 0-20
  • Persoonsvormen
  • Werkwoord SER (je moet kunnen vervoegen)
¡CLARO QUE SÍ!
DEZE TOETS TELT 2x MEE...

Slide 23 - Slide



1 hallo! 2 je spreekt 3 ja 4 wij gaan 5 ik heet 6 ik ben 7 goed
8 en jij? 9 ik ga 10 nee

Schrijf in het Spaans 1.1
timer
1:00

Slide 24 - Open question



1 waar? 2 wij hebben 3 ik ben 14 jaar 4 jij heet 5 de jongen,
het meisje 6 heel, erg 7 ook 8 de vakantie 9 waar? 10 tot gauw


Schrijf in het Spaans 1.2
timer
1:00

Slide 25 - Open question



1 het liedje 2 blauw 3 rood 4 Nederland 5 Nederlandse
6 het telefoonnummer 7 dichtbij 8 de zoon 9 zingen 10 Spaanse (v)

Schrijf in het Spaans 1.3  

Slide 26 - Open question

¿Hemos conseguido los objetivos de esta clase?

1. Vandaag hebben jullie nog eens vocabulario en de getallen doorgenomen. 
Ook zijn de persoonsvormen nog eens keer herhaald. Die zijn nodig ...

2.Bij het onregelmatig werkwoord SER. Je kent nu de  betekenis én  je kunt de vervoeging hiervan doen  want je hebt er oefeningen meegedaan. 


(Hebben we de doelen van deze les bereikt?)

Slide 27 - Slide

APRENDER (LEREN):  
VOCA 1.1 t/m 1.3 ( NL> ESP)
+ roze werkwoordenblad 1 t/m 15 (ESP>NL)
Leer vervoeging SER (yo soy, tú eres, etc)

HACER (MAKEN):
ejercicio 23 a,b,c, d

Los deberes para la próxima clase
(het huiswerk voor de volgende les...)
¡Mucha suerte!; Veel succes!

Slide 28 - Slide

y... ¿Qué has aprendido hoy?
¿Hay preguntas? (zijn er vragen?)

Slide 29 - Slide