Hoofdstuk 8. Je lichaam werkt - Paragraaf 8.1 Het werkt

Organen kwartet
  1. Groepjes van vier personen.
  2. Ieder persoon krijgt 4 kaarten in de hand.
  3. De overige kaarten komen op een stapel in het midden.
  4. Probeer zo veel mogelijk kwartetten te krijgen. (Dat zijn vier kaartjes over hetzelfde onderwerp)
  5. De jongste van de groep mag beginnen. 
  6. Je stelt iemand de vraag over het kaartje die je graag wil hebben. Heeft die persoon hem niet, dan pak je een kaart van de stapel. Heeft de persoon hem wel, dan neem je die kaart en vraag je iemand anders nog om nog een kaart.
  7. Het spel is uit als alle kwartetten compleet zijn.
1 / 24
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo g, t, mavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 75 min

Items in this lesson

Organen kwartet
  1. Groepjes van vier personen.
  2. Ieder persoon krijgt 4 kaarten in de hand.
  3. De overige kaarten komen op een stapel in het midden.
  4. Probeer zo veel mogelijk kwartetten te krijgen. (Dat zijn vier kaartjes over hetzelfde onderwerp)
  5. De jongste van de groep mag beginnen. 
  6. Je stelt iemand de vraag over het kaartje die je graag wil hebben. Heeft die persoon hem niet, dan pak je een kaart van de stapel. Heeft de persoon hem wel, dan neem je die kaart en vraag je iemand anders nog om nog een kaart.
  7. Het spel is uit als alle kwartetten compleet zijn.

Slide 1 - Slide

Quarantaine les


Online les in klaslokaal
Meneer Rodermond & Mevrouw Reemer

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen

- Uitleg Paragraaf 8.1 Het werkt

- Aan het werk

- Herhalen

Slide 3 - Slide

Wat weet je over:
"Hoe werkt ons lichaam"

Slide 4 - Mind map

Leerdoelen
- Je leert welke orgaanstelsels je hebt;

- Je leert hoe spieren aan energie komen.

Slide 5 - Slide

Hoe werkt je lichaam?
Je lichaam werkt dankzij organen. Een orgaan is een deel van het lichaam met een bepaalde taak.

Bijvoorbeeld: je hart pompt het bloed rond. 

Organen zijn opgebouwd uit cellen.
Cellen van mensen bestaan uit: celkern, celplasma (cytoplasma) en celmembraan.

Slide 6 - Slide

Voorbeeld - organen met cellen

Slide 7 - Slide

Hoe heet de kleinste bouwsteen van een organisme?
A
orgaanstelsel
B
orgaan
C
weefsel
D
cel

Slide 8 - Quiz

Welk orgaan is
nr 4
A
hart
B
maag
C
lever
D
long

Slide 9 - Quiz

Welk orgaan is
nr 5

Slide 10 - Open question

Wat is een orgaanstelsel?
Een orgaanstelsel bestaat uit organen die samenwerken aan dezelfde taak.
Verteringsstelsel: voedsel kleinmaken, zodat de voedingsstoffen naar je bloed kunnen gaan.

Ademhalingsstelsel: zuurstof opnemen in je bloed en koolstofdioxide afgeven aan de lucht.

Bloedvatenstelsel: stoffen zoals voedingsstoffen, zuurstof en koolstofdioxide vervoeren.

Uitscheidingsstelsel: afvalstoffen uit je bloed verwijderen en buiten je lichaam brengen.

Zenuwstelsel: organen laten werken en laten samenwerken.

Slide 11 - Slide

Hoe werken orgaanstelsels samen?
Spieren hebben glucose en zuurstof nodig.


Om glucose en zuurstof naar de spieren te brengen, werken drie orgaanstelsels samen:

  1. Verteringsstelsel
  2. Ademhalingsstelsel
  3. Bloedvatenstelsel

Slide 12 - Slide

Samenwerkende orgaanstelsels

Slide 13 - Slide

Hoe noem je een groep organen dat met elkaar samenwerkt?
A
organisme
B
orgaanstelsel
C
weefsel
D
cel

Slide 14 - Quiz

Noem 3 orgaanstelsels

Slide 15 - Open question

Je luchtpijp hoort bij je..
A
ademhalingstelsel
B
bloedvatenstelsel
C
verteringstelsel
D
zenuwstelsel

Slide 16 - Quiz

Je hart hoort bij je..
A
ademhalingstelsel
B
bloedvatenstelsel
C
verteringstelsel
D
zenuwstelsel

Slide 17 - Quiz

Hoe komen spieren aan energie?
Je cellen krijgen energie door verbranding:




Glucose bevat energie. Die energie komt vrij door verbranding. Daarvoor is zuurstof nodig.

Slide 18 - Slide

Energie voor...
Energie gebruik je onder andere voor:
- Beweging
- Groeien
- Warm blijven


Afvalstoffen van verbranding zijn koolstofdioxide en water.

Slide 19 - Slide

Afvalstoffen
Afvalstoffen na verbranding raakt je lichaam zo kwijt:

- Koolstofdioxide > door je longen 

- Water > door je nieren (urine), huid (zweet) en longen (uitademen)

Slide 20 - Slide

Wat geeft de formule van verbranding weer
A
glucose+zuurstof-> energie +koolstofdioxide + water
B
water+ zuurstof -> energie +koolstodioxide + water

Slide 21 - Quiz

Aan het werk
Hoofdstuk 8. Je lichaam werkt
Paragraaf 8.1 Het werkt
Maken opdracht 1 t/m 21

BEN JE KLAAR?
Samenvatten paragraaf 8.1 of www.biologiepagina.nl
(maak voor jezelf een begrippenlijstje of extra oefenen)
timer
10:00

Slide 22 - Slide

Hoe vonden jullie de les op deze manier gaan? Welke tips heb je voor mij?

Slide 23 - Open question

Quizizz

Ga naar: join.quizizz.com

Slide 24 - Slide