This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
ontwikkelings gerichte toets
Slide 1 - Slide
Wat is de functie van het hart?
A
Alle organen voorzien van zuurstof
B
Alle organen voorzien van zuurstof en voedingsstoffen
C
Alle organen voorzien van voedingsstoffen
D
Alle organen voorzien van zuurstof, voedingsstoffen en koolstofdioxide
Slide 2 - Quiz
Een hartcyclus is een bepaalde volgorde van gebeurtenissen die optreden in de tijd tussen de ene hart slag en de volgende. Waarmee start elke normale hartcyclus?
A
Actiepotentiaal in de sinusknoop
B
Actiepotentiaal in de AV knoop
C
Actie potentiaal in de bundel van His
D
Actiepotentiaal in de Purkinje-vezels
Slide 3 - Quiz
Het hart bevindt zich in de?
A
Thorax, achter het sternum
B
Buikholte, in het mediastinum
C
Buikholte, boven het diafragma
D
Thorax, onder het diafragma
Slide 4 - Quiz
Het hart ligt:
A
Op het diafragma
B
In de borstholte
C
Achter het sternum
D
Alle bovengenoemde antwoorden zijn juist
Slide 5 - Quiz
Wat gebeurd er met je hart tijdens een hartinfarct?
Slide 6 - Open question
Wat is het verschil tussen slagaders en aders?
Slide 7 - Open question
De bloeddruk wordt uitgedrukt in systolische en diastolische bloeddruk. Leg beide uit.
Slide 8 - Open question
Wat is het verschil tussen de grote en kleine bloedsomloop?
Slide 9 - Open question
Waarom is de bloedsomloop belangrijk?
Slide 10 - Open question
Aders
Slagaders
Haarvaten
Naar het hart toe (meestal zuurstofarm)
Van het hart af (meestal zuurstofrijk)
Kleinste bloedvaten, geeft voedingsstoffen af
Slide 11 - Drag question
Slagaders
Aders
Naar het hart toe
Van het hart af
Hoge bloeddruk
Lage bloeddruk
Spierwand
Kleppen
Slide 12 - Drag question
In de afbeelding zie je het hart met enkele bloedvaten.
Wat geeft elke letter aan?
Aorta
Kransslagader
Longslagader
Rechterboezem
Slide 13 - Drag question
Kleine bloedsomloop
Lichaam
Grote bloedsomloop
Hart
Longen
Slide 14 - Drag question
Slagader
Ader
Hart
Zuurstofarm bloed transporteren naar de longen.
De pompfunctie om het bloed te laten circuleren voor het transport.
Zuurstofrijk bloed transporteren naar de weefsels.
Slide 15 - Drag question
Hoe stroomt het bloed door je hart? Zet de verschillende onderdelen in de juiste volgorde. Begin bij de rechterboezem.