Week 20 - Test Yourself Vocabulary Theme 6 (3 kader)

Test Yourself Theme 6 - Vocabulary



Good luck!
1 / 32
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Test Yourself Theme 6 - Vocabulary



Good luck!

Slide 1 - Slide

Welke woord is de Engelse betekenis van

omstandigheden
A
contribute
B
conditions
C
improve
D
charity

Slide 2 - Quiz

Welke woord is de Engelse betekenis van

slepen
A
drag
B
abuse
C
donate
D
protest

Slide 3 - Quiz

Welke woord is de Engelse betekenis van

vrijwilliger
A
fundraiser
B
volunteer
C
victim
D
hunter

Slide 4 - Quiz

Welke woord is de Engelse betekenis van

bedreigd
A
splendid
B
virtual
C
safely
D
endangered

Slide 5 - Quiz

Welke woord is de Engelse betekenis van

milieu
A
neighbourhood
B
environment
C
fundraiser
D
charity

Slide 6 - Quiz

Welke woord is de Engelse betekenis van

rijk
A
poverty
B
charity
C
wealthy
D
healthy

Slide 7 - Quiz

Welke woord is de Engelse betekenis van

buurt
A
neighbourhood
B
environment
C
fundraiser
D
charity

Slide 8 - Quiz

Welke woord is de Engelse betekenis van

opluchting
A
relief
B
chain
C
conditions
D
assignment

Slide 9 - Quiz

Welke woord is de Nederlandse betekenis van

established
A
beschouwd
B
bedreigd
C
gevestigd
D
vervuild

Slide 10 - Quiz

Welke woord is de Nederlandse betekenis van

poacher
A
stroper
B
vrijwilliger
C
fondsenwerver
D
slachtoffer

Slide 11 - Quiz

Welke woord is de Nederlandse betekenis van

population
A
gemeenschap
B
bevolking
C
vrijwilligers
D
eigenaars

Slide 12 - Quiz

Welke woord is de Nederlandse betekenis van

disappear
A
verschijnen
B
doodgaan
C
verdwijnen
D
zorgen

Slide 13 - Quiz

Welke woord is de Nederlandse betekenis van

courage
A
rijk
B
arm
C
moed
D
angst

Slide 14 - Quiz

Welke woord is de Nederlandse betekenis van

care
A
zorgen
B
bedreigen
C
oprichten
D
verdwijnen

Slide 15 - Quiz

Welke woord is de Nederlandse betekenis van

local
A
van het platteland
B
plaatselijk
C
van de stad
D
regionaal

Slide 16 - Quiz

Welke woord is de Nederlandse betekenis van

lung
A
hart
B
nier
C
maag
D
long

Slide 17 - Quiz

Welke woord is de Engelse betekenis van

iets
A
anything
B
anyone
C
something
D
someone

Slide 18 - Quiz

Welke woord is de Engelse betekenis van

inpakken
A
survive
B
travel
C
improve
D
wrap

Slide 19 - Quiz

Welke woord is de Engelse betekenis van

armoede
A
poverty
B
wealthy
C
safely
D
responsibility

Slide 20 - Quiz

Wat is het Engelse woord voor

veerboot

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Slide

According to the text ...

You can help people, animals or the environment.
A
True
B
False

Slide 23 - Quiz

According to the text ...

Charities are organisations that help others.
A
True
B
False

Slide 24 - Quiz

According to the text ...

You can give your homework, money or things that you own.
A
True
B
False

Slide 25 - Quiz

According to the text ...

Volunteering is when you give your time to help others.
A
True
B
False

Slide 26 - Quiz

According to the text ...

Walking dogs at an animal shelter is a way of fundraising.
A
True
B
False

Slide 27 - Quiz

According to the text ...

Fundraising is when you collect food to help others.
A
True
B
False

Slide 28 - Quiz

According to the text ...

You can make cakes or biscuits to eat to collect money for a charity.
A
True
B
False

Slide 29 - Quiz

According to the text ...

Giving your old clothes to a charity is a way of donating.
A
True
B
False

Slide 30 - Quiz

According to the text ...

Someone holds the world record for volunteering more than 77000 hours
A
True
B
False

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Slide