Woordenschat - Draaien: Groep 5
1 / 17
Lesson duration is: 50 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Welke woorden passen bij het thema Draaien?
Slide 2 - Mind map
Wat betekent het woord: het model
A
De trapper van een fiets
B
In elkaar zetten
C
De vorm van iets
D
Een snoer van schakels in elkaar zetten.
Slide 3 - Quiz
Het is leeg van binnen. Het is ...
A
massief
B
hol
Slide 4 - Quiz
Welk woord past NIET bij een fiets?
A
de spaak
B
de wieken
C
het model
D
het pedaal
Slide 5 - Quiz
Leg uit wat een stoomtrein is.
Slide 6 - Open question
Wat is een tandwiel? Leg dit uit.
Slide 7 - Open question
Wat is elektrisch? Noem zoveel mogelijk "elektrische apparaten".
Slide 8 - Mind map
Leg uit wat een uitvinding is.
Slide 9 - Open question
Geef een voorbeeld van een uitvinding.
Slide 10 - Mind map
Hoe werkt je met een koptelefoon? Leg dit kort uit, zodat iedereen het kan.
Slide 11 - Open question
Tafelpoot - klok - wisbordje - digibord
woordenboek - dropveter
woordenboek - dropveter
Slide 12 - Open question
Welke woorden zijn ontstaan door de uitvinding van de fiets?
Slide 13 - Mind map
Welke uitvindingen zijn ontstaan na het uitvinden van het wiel?
Slide 14 - Mind map
Dit heb ik geleerd tijdens de les.
