Hoofdstuk 7. Criminaliteit, voor de rechter.

Welkom!
1 / 13
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Welke rechtbanken zijn er?
  • Hoe verloopt een rechtszitting? 

Slide 2 - Slide

Aan het eind van de les:
  1. Kan je vier rechtsinstanties noemen
  2. Weet je wat een dagvaarding is
  3. Weet je wat jurisprudentie betekent
  4. Heb je kennis gemaakt met het verloop van een rechtszitting.

Slide 3 - Slide

Rechtsinstanties
  1. Rechtbanken
  2. Gerechtshoven (om in hoger beroep te gaan)
  3. Hoge raad (in cassatie)

Slide 4 - Slide

Rechtsinstanties
  1. Rechtbanken:
  • Civiele recht
  • Bestuursrecht
  • Strafrecht
  • Kanton recht

Slide 5 - Slide

Rechtsinstanties
  1. 2 Gerechtshoven:
  • In Hoger beroep gaan.   
  • Verdachte en OvJ kunnen in beroep gaan tegen de uitspraak van de rechter (te hoog of te laag). 

Slide 6 - Slide

Rechtsinstanties
  1. 3 Hoge Raad:
  • De Hoge Raad in Den Haag. 
  • Verdachte of OvJ kan in beroep gaan tegen uitspraak van gerechtshof -> in cassatie gaan.  
  • Zie bron 17 in je werkboek.

Slide 7 - Slide

Jurisprudentie
"De raad kijkt naar het geheel van rechterlijke uitspraken"

Slide 8 - Slide

Dagvaarding
Oproep om voor de rechter te verschijnen

Slide 9 - Slide

Het verloop van een rechtszaak
1. Opening: Persoonsgegevens controleren
2. De aanklacht door de OvJ
3. Getuigenverhoor: ondervragen getuigen
4. Verdachtenverhoor: ondervragen verdachte
5. Het requisitoir: OvJ geeft uitleg en strafeis
6. Het pleidooi: Advocaat van verdachte mag verdedigen
7. Het laatste woord voor verdachte
8. Het Vonnis.

Slide 10 - Slide

Het vonnis?
1. Is er voldoende bewijs?
2. Gaat het wel om een strafbaar feit?
3. Is de dader strafbaar?
4. Welke straf of maatregel wordt er opgelegd?

Slide 11 - Slide

Opdrachten maken
Hoofdstsuk 7: maak de begrippenlijst + samenvatting in het boek. 

Slide 12 - Slide

Aan het eind van de les:
  1. Noem vier rechtsinstanties 
  2. Wat is een dagvaarding?
  3. Weet je wat jurisprudentie betekent

Slide 13 - Slide