Les 11 29-9-2024 Schule und Zeit

Les 11  29-9-2023
1 / 24
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Les 11  29-9-2023

Slide 1 - Slide

This item has no instructions


Herzlich Willkommen
beim Deutschunterricht

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wie wir zusammen arbeiten
Voor Duits heb je bij je: boek A, etui, tablet

We praten zoveel mogelijk in het Duits
We luisteren naar elkaar
Bij vragen steken we een arm omhoog

Mobiele telefoon ins Handy Hotel !



timer
2:00

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

leerdoelen
Aan het einde van de les:
Kun je kort iets over je school vertellen.
Ken je de hoofdregels voor het gebruik van het lidwoord in het Duits.
Heb je geoefend met de woorden uit de lernliste N-D.





 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen?
- Huiswerk bespreken
- Luisteropdracht
- Grammatica, de Duitse lidwoorden

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Lessonup
klascode
 dxsaa





Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Klassetaal
Duits tijdens de les

zin 1: Darf ich zur Toilette gehen, bitte?
zin 2: Wie heißt das?
zin 3: Ich habe mein Buch vergessen.
zin 4: Ich habe meine Hausaufgaben nicht gemacht.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Aufgabe
Schreibe die richtige Zeit,  und zeigne die Zeit in die Uhr.

8.25
21.30
00.05
6.45
19.55
13.40

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Besprechen Aufgaben

B, Wortschatz, Aufgaben 3, 4, 5, 7, 8        Seiten 68 - 69
B, Wortschatz, Aufgaben 10, 11, 12        Seite 71



Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Klassenarbeit
C, Hören, Aufgaben 13b, Seite 72


Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Lidwoorden
  • Wat zijn lidwoorden?

  • Welke Nederlandse lidwoorden zijn er?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

DE LIDWOORDEN
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
der
die
das
die
Het lidwoord van het meervoud is altijd die

ein (een) is een onbepaald lidwoord

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Mannelijke woorden
Lidwoord = der

Hoofdregels:


1. Mannelijke personen 
der Vater, der Opa
2. Mannelijke dieren
der Stier, der Bär
3. Mannelijke beroepen
der Lehrer, der Pilot
4. Maanden, dagen, seizoenen
der Januar, der Montag, der Sommer

Slide 14 - Slide

Geef ook voorbeelden uit de woordenlijst.
der Lehrer

Vrouwelijke woorden
Lidwoord = die

Hoofdregels:


1. Vrouwelijke personen
die Mutter, die Schwester
2. Vrouwelijke dieren
die Bärin, die Kuh
3. Vrouwelijke beroepen (eindigen vaak op -in)
die Lehrerin, die Friseurin
4. Woorden die eindigen op -e
die Adresse, die Schule
5. Woorden die eindigen op -heit, 
-keit, -schaft, - ung, -ion. 
die Einheit, die Freundlichkeit, die Freundschaft, die Wohnung, die Information

Slide 15 - Slide

Voorbeelden uit de leerlijst:
die Schule (eindigt op -e)
Onzijdige woorden
Lidwoord = das

Hoofdregels:


1. "het-woorden" in het Nederlands
das Hotel, das Buch
2. Verkleinwoorden op -chen
das Mädchen
3. Verkleinwoorden op -lein
das Fraulein

Slide 16 - Slide

Voorbeelden uit de leerlijst:
das Heft (het schrift)
das Gymnasium 

Slide 17 - Video

This item has no instructions

Welcher Artikel?
Hou het juiste blad omhoog.

blau = männlich
rot = weiblich
grün = neutral

Slide 18 - Slide

leerlingen krijgen een geplastificeerde kaart in het blauw, rood en groen. Via de spinner komt er een woord in beeld uit de hoofdstukken 1,2 en 3. Ze houden de kleur van het lidwoord omhoog.
Leerlingen kennen het onderscheid tussen mannelijke, vrouwelijke en onzijdige lidwoorden en kunnen deze koppelen aan de woorden uit de leerlijst.
Wat is het lidwoord?
  1. Stier
  2. Blume
  3. Kaninchen
  4. Tante
  5. Einheit
  6. Onkel
  7. Zeitung
  8. Kuh
Wat is het lidwoord?
  1. Bär
  2. Sekretärin
  3. Pause
  4. Junge
  5. Oma
  6. Buchlein
  7. Klassenarbeit
  8. Cousin
timer
5:00

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Dus:
mannelijke woorden krijgen der als lidwoord.
vrouwelijke woorden krijgen die als lidwoord.
onzijdige woorden krijgen das als lidwoord.
woorden in het meervoud krijgen die als lidwoord. 


Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Aufgaben /Hausaufgaben
Machen (digital)
K3, Schule, Teil D Lesen, Aufgaben 16, 17, 18, 19
K3, Schule, Teil E Grammatik, Aufgaben 20, 21, 22

Lernen
Lernliste N-D                                                                   Seite 96                   


Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Wat heb je geleerd vandaag?

Slide 22 - Mind map

This item has no instructions

Samenvatting

Slide 23 - Slide

This item has no instructions


Auf Wiedersehen 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions