Hoofdstuk 3 §3 "energiebronnen en het milieu"

hst 3.3 "energiebronnen en het milieu"
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

hst 3.3 "energiebronnen en het milieu"

Slide 1 - Slide

leerdoelen
  • Je kunt beschrijven wat de oorzaken en gevolgen zijn van het versterkt broeikaseffect.
  • Je kunt beschrijven wat de oorzaken en gevolgen zijn van zure regen en smog.
  • Je kunt de problemen van kernafval beschrijven.
  • Je kunt uitleggen wat horizonvervuiling is.

Slide 2 - Slide

Vandaag
Stukje herhaling van vorig jaar over het broeikaseffect
uitleg over 3.3
opdracht van een artikel
Lezen en maken 3.3 in Nova

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Het versterkt broeikaseffect

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

§3.3 Energiebronnen en milieu 
Gevolg energieverbruik:
  • Versterkt broeikaseffect (global warming):​
      - zonnestralen op aarde => verwarmen & atmosfeer houdt warmte vast.​
  • Zure regen en smog:​
      - zure regen door zwaveldioxide (SO2) en stikstofoxiden (NOx) bijtend​
      - smog door uitlaatgassen/ rook, stikstofoxide (NOx) irriterend​



Slide 14 - Slide

§3.3 Energiebronnen en milieu 
Gevolg energieverbruik:
  • Kernafval:​
      - gevaarlijker door de straling die het uitzendt en
      - de lange halveringstijd​
  • Horizonvervuiling:​
      - produceert schone energie maar worden overal geplaatst;
      - niet overheen te kijken.
      - gevaarlijk voor dieren (vogels)



Slide 15 - Slide

§3.3 Energiebronnen en milieu 
Hernieuwde energie:
Wind          => windturbines
Zon             => zonnecel; stralingsenergie in elektrische energie
                           zonnecollector; stralingsenergie in thermische energie
Water         => stuwmeer; zwaarte-energie in bewegingsenergie
                            bewegingsenergie in elektrische energie
Getijden    => eb en vloed => zwaarte-energie



Slide 16 - Slide

§3.1 Energie omzettenen
Energie meten in Joule (J)
1 kilojoule = 1 kJ = 1000J = 1・103
1Ws = 1J                     1Nm = 1J
Een voorwerp of een stof bevat energie als het een kracht op iets anders kan uitoefenen of iets kan verwarmen.
E = P ・ t
W = F ・ s
Toename = (𝑛𝑖𝑒𝑢𝑤 − 𝑜𝑢𝑑)/𝑜𝑢𝑑 x 100% 

Slide 17 - Slide

§3.3 Energiebronnen en milieu 
Opdrachten voor de volgende les.
Noteer via gegeven, gevraagd, oplossing
de antwoorden in je schrift/klapper (A4-formaat)

Slide 18 - Slide

§3.2 Energie bronnen
7. Bij verbranding van fossiele brandstoffen ontstaan  
    verschillende gassen.
    Sommige van die gassen zijn schadelijk voor het milieu.
   a. Welk gas zou een klimaatsverandering kunnen veroorzaken?
   b. Welk gas draagt bij aan het ontstaan van smog?
   c. Welke gassen veroorzaken zure regen?




Slide 19 - Slide

§3.3 Energiebronnen en milieu 
8.
a. Waarom wordt een waterkrachtcentrale 
     veelal bij rivieren geplaatst?
b. Waarom is een dijk een geschikte plaats voor windmolens?

 





Slide 20 - Slide

Opdracht
9. Artikel

Slide 21 - Slide

Opdracht
Lees het artikel (9)op voorgaande bladzijde.
a. Welke energiesoort levert het frituurvet voor het opwekken 
     van elektrische energie?
b. Waarom mag dit groene stroom genoemd worden?
c. Bereken het gemiddelde vermogen van de centrale in MW 
     als een gezin
gemiddeld 600W elektrisch vermogen 
     van de centrale afneemt. 

Slide 22 - Slide

Lezen en maken
Lees hst 3.3 in je Nova boek
Maak de opdrachten van 1.3

Slide 23 - Slide