18-10-2021 Onderwerp en hoofdgedachte

Nederlands
Bouwsteen 2 - onderwerp en hoofdgedachte
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nederlands
Bouwsteen 2 - onderwerp en hoofdgedachte

Slide 1 - Slide

Agenda
  • Quiz over hoofdstuk 1
  • Introductie hoofdstuk 2
  • Aan de slag in de klas met teksten
  • Bespreken teksten 
  • Zelfstandig werken in Taalblokken

Slide 2 - Slide

Wat is géén leesstrategie?
A
Globaal lezen
B
Gericht lezen
C
Rustig lezen
D
Intensief lezen

Slide 3 - Quiz

Als je moet leren voor een toets, op welke manier lees je dan?
A
Globaal lezen
B
Gericht lezen
C
Verkennend lezen
D
Intensief lezen

Slide 4 - Quiz

Wat is het tekstdoel als de schrijver zijn mening geeft met argumenten?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Instrueren
D
Overtuigen

Slide 5 - Quiz

Wat is het tekstdoel van de sportuitslagen in de krant?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Instrueren
D
Overtuigen

Slide 6 - Quiz

Wat is het tekstdoel van een recept?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Instrueren
D
Overtuigen

Slide 7 - Quiz

Hoofdstuk 2
  • Onderwerp
  • Hoofdgedachte
  • Omgaan met onbekende woorden

Slide 8 - Slide

Het onderwerp
  • Eén of enkele woorden, geen hele zin
  • Tip 1: kijk naar de titel
  • Tip 2: kijk welke woorden er vaak voorkomen in de tekst

Slide 9 - Slide

De hoofdgedachte
  • Samenvatting van één zin
  • Wat zegt de schrijver over het onderwerp?
  • Tip: lees goed de inleiding en het slot

Slide 10 - Slide

Omgaan met onbekende woorden
  • Strategie 1: woorden splitsen
  • Strategie 2: een woordenboek of zoekmachine gebruiken

Uit hoofdstuk 1: doorlezen of gebruikmaken van de context

Slide 11 - Slide

Hoe lang is het onderwerp van een tekst?
A
één of enkele woorden
B
één zin
C
één alinea
D
twee alinea's

Slide 12 - Quiz

Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
A
De mening van de schrijver
B
Samenvatting van één alinea
C
Samenvatting van één zin
D
De belangrijkste gedachte van jezelf bij de tekst

Slide 13 - Quiz

Hoe kun je met onbekende woorden omgaan?
A
Doorlezen
B
Gebruikmaken van de context
C
Woorden splitsen
D
Een woordenboek gebruiken

Slide 14 - Quiz

Opdracht met teksten
  • Individueel
  • Lees de teksten
  • Schrijf van elke tekst het doel, onderwerp en hoofdgedachte op
  • Je hebt 15 minuten
  • Klaar? Doe iets voor jezelf
timer
15:00

Slide 15 - Slide

Bespreken teksten
  • Tekstdoel
  • Onderwerp
  • Hoofdgedachte 

Slide 16 - Slide

Aan de slag in Taalblokken
  • Bouwstenen hoofdstuk 2 Lezen en luisteren (huiswerk)
  • Werk voor jezelf
  • Overleg in je groepje mag, maar beperk het geluidsniveau

Slide 17 - Slide