1e les Duits- Erste Deutschstunde

1 / 36
next
Slide 1: Slide
DuitsBasisschoolGroep 8

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wer bin ich?


Herzlich wilkommen bei Deutsch H2C!
Ich heiße Herr van Hoof und
ich bin Deutschlehrer

Slide 2 - Slide

Was machen wir heute
*  Kennismaken met het vak Duits
* Weetjes over Duitsland (Quiz) 
* Jezelf voorstellen in het Duits
* Planning periode 1
* Begin aan het boek

Slide 3 - Slide

Over Duitsland

- Buurland van Nederland
- 8x groter dan Nederland
- Duits 
- Grootste handelspartner

Slide 4 - Slide

Wij gaan kijken wat je misschien al over Duitsland weet 
Het is natuurlijk niet erg als je nog weinig kennis hebt over Duitsland! Dat leer je natuurlijk ook tijdens de lessen. Maar misschien weet je ook al meer dan je nu nog denkt?!

Slide 5 - Slide

Wat weet je al over
Duits(land)

Slide 6 - Mind map

Ben je al wel eens in
een Duitstalig land geweest?

Slide 7 - Mind map

Ken je al
Duitse woorden?

Slide 8 - Mind map

Landeskunde Deutschland

  •  Hoofdstad: Berlijn
  •  Inwoners: bijna 84 miljoen
  •  Duitsland heeft 16 provincies >  "Bundesländer"
  •  Olaf Scholz is bondskanselier > Bundeskanzler
  •  In 8 landen in Europa wordt de Duitse taal       gesproken:
 Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland, Luxemburg, België, Liechtenstein, Noord-Italië, Denemarken

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Wat is de hoofdstad van Deutschland?
A
München
B
Berlin
C
Hamburg
D
Bonn

Slide 11 - Quiz

Hoeveel inwoners heeft Duitsland nu?
A
60 miljoen
B
20 miljoen
C
15 miljoen
D
83 miljoen

Slide 12 - Quiz

Duitsland heeft
A
een koning
B
een president
C
een koningin
D
niks

Slide 13 - Quiz

Welke kleuren heeft de vlag van Duitsland van boven naar beneden?
A
gelb, schwarz, rot
B
schwarz, rot, grün
C
schwarz, rot, gold
D
gold, schwarz, rot

Slide 14 - Quiz

Hoeveel buurlanden heeft Duitsland?
A
4
B
5
C
11
D
9

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

In welke landen wordt Duits gesproken?
A
Oostenrijk, Duitsland, Polen
B
Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland
C
Duitsland, Zwitserland, Polen
D
Duitsland, Oostenrijk, Spanje

Slide 17 - Quiz

Welk merk is NIET Duits?
A
BMW
B
Ferrari
C
Porsche
D
Audi

Slide 18 - Quiz

Wat is NIET typisch Duits?
A
poffertjes
B
bier
C
braadworst
D
pretzel

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Welk automerk is Duits?
A
KIA
B
Mitsubishi
C
Volkswagen
D
Ford

Slide 21 - Quiz

Welke sportmerken zijn Duits?
A
Adidas & Puma
B
Puma & Umbro
C
Adidas & Nike
D
Adidas & Umbro

Slide 22 - Quiz

Ende! Super gemacht!!!

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Jezelf voorstellen (in het Duits)

Slide 25 - Slide


Ich heiße/ Ich bin ..............................
Ich wohne in ......................Delft/............................
Ich bin ...................(zehn/ elf/ zwölf) Jahre alt.

Slide 26 - Slide

Wie heißt du?
Probeer met een Duitse zin te antwoorden

Slide 27 - Open question

Wie alt bist du?
Probeer met een Duitse zin te antwoorden

Slide 28 - Open question

Wo wohnst du?
Probeer met een Duitse zin te antwoorden

Slide 29 - Open question

Jetzt bis du dran

Hoe heet je? = Wie heißt du? 
Waar woon je? =Wo wohnst du? 
Hoe oud  ben je? = Wie alt bist du? 
Neem deze zinnetjes over en gebruik ze straks bij je gesprekje

Slide 30 - Slide


Ich heiße/ Ich bin ..............................
Ich wohne in ......................Delft/............................
Ich bin ...................(zehn/ elf/ zwölf) Jahre alt.

Slide 31 - Slide

Zu zweit
In tweetallen een gesprek voeren. 
Gebruik eigen antwoorden.

Slide 32 - Slide

SO week 6
Kap 1: Persoonlijk voornaamwoord + sein (Seite 22)
Kap 1: Lernliste N-D (Seite 30)
Kap 1: Lernliste D-N (Seite 30)
Kap 1: Sprachmittel DN-ND (Tekstje kunnen schrijven) (Seite 31)
Luisteropdracht

Slide 33 - Slide

Toetsweek 1
Kap 1: Lernliste N-D (Seite 30)
Kap 1: Lernliste D-N (Seite 30)
Kap 2: Lernliste N-D (Seite 64)
Kap 2: Lernliste D-N (Seite 64 & 65)
Kap 2: Persoonlijk voornaamwoord / vragend voornaamwoord + sein, haben (Seite 46)
Kap 3A: Geslacht van zelfstandige naamwoorden (Seite 83)
Kap 3B: Meervoud van zelfstandige naamwoorden (Seite 85)
Zinnen maken over woordjes van Kap 1 & Kap 2 
Lezen over Kapitel 1 & Kapitel 2

Slide 34 - Slide

Neue Kontakte: Buch A
Die erste Stunde 
Kennismaken met de Duitse Taal

Slide 35 - Slide

Tschüss!!!

Slide 36 - Slide