BK2 Blok1: Lezen

LEZEN
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

LEZEN

Slide 1 - Slide

Na deze les:
  • kun je een tekst lezen met behulp van het Leesplan;

  • herken je tekstsoorten en tekstdoelen;

  • kun je de beste leesmanier kiezen;

  • kun je het onderwerp van een tekst of alinea benoemen.

    Slide 2 - Slide

    Leesplan
    Verkennen

    Begrijpen

    Verwerken

    Slide 3 - Slide

    Verkennen - Begrijpen - Verwerken

    Slide 4 - Slide

    Tekstsoorten
    tekstsoort
    tekstdoel
    informerende tekst

    informeren: de lezer iets nieuws vertellen

    amuserende tekst

    amuseren: de lezer vermaken of plezier geven

    aansporende tekst

    overhalen: de lezer overhalen iets te doen

    uitleggende tekst

    uitleggen: de lezer uitleggen hoe iets zit of hoe je iets doet

    overtuigende tekst

    overtuigen: een mening geven en uitleggen waarom die mening waar is

    Slide 5 - Slide

    Verken de tekst ‘Een nieuw soort taxi’. Gebruik het Leesplan voor het lezen.

    Slide 6 - Slide

    Wat is dit voor soort tekst?
    A
    een informerende tekst
    B
    een overtuigende tekst
    C
    een amuserende tekst

    Slide 7 - Quiz

    Wat is de tekstvorm van de tekst
    ‘Een nieuw soort taxi’?
    A
    een reclametekst
    B
    een nieuwsbericht
    C
    een gebruiksaanwijzing

    Slide 8 - Quiz

    Wat is de bron van de tekst?

    Slide 9 - Open question

    Taxi

    Slide 10 - Mind map

    Lees de tekst en gebruik het Leesplan tijdens het lezen. 

    Beantwoord de vragen op je blaadje.

    Slide 11 - Slide

    Leesmanieren
    Verkennend lezen

    Grondig lezen

    Zoekend lezen

    Slide 12 - Slide

    Je wilt weten of je een artikel uit een tijdschrift kunt gebruiken voor een werkstuk.
    Je bakt twee taarten. Je wilt weten of je de oven voor beide taarten op dezelfde temperatuur moet zetten.
    Je krijgt morgen een overhoring over een paragraaf uit het geschiedenisboek. 

    De supermarkt zoekt vakkenvullers. Je wilt weten of je dit baantje mag doen als je veertien bent.
    Je bereidt een presentatie voor over gameverslaving. Je hebt een interview over dit onderwerp gevonden waar veel informatie in staat. 

    verkennend
    grondig
    zoekend

    Slide 13 - Drag question

    Lees de tekst ‘Spoedrecepten voor een spontane picknick’. 
    Gebruik het Leesplan tijdens het lezen en beantwoord de vragen in de classroom.


    Slide 14 - Slide

    Onderwerp, deelonderwerp, alinea, tussenkopje

    Nadat je een tekst verkennend hebt gelezen, kun je in een paar woorden aangeven wat het onderwerp van de tekst is. Een onderwerp bestaat vaak uit verschillende stukjes. Die stukjes noem je deelonderwerpen. Het stukje tekst over een deelonderwerp noem je een alinea. Een alinea begint altijd op een nieuwe regel.
    Boven een alinea kan een tussenkopje staan. Een tussenkopje geeft aan waar de alinea over gaat.

    Slide 15 - Slide

    Onderwerp en deelonderwerpen
    Zoek een tekst met een onderwerp dat jij interessant vindt. Lever de tekst in op de classroom. Schrijf op wat het onderwerp en de deelonderwerpen van jouw tekst zijn. 

    Slide 16 - Slide

    Check!
    • kun je een tekst lezen met behulp van het Leesplan?

    • herken je tekstsoorten en tekstdoelen?

    • kun je de beste leesmanier kiezen?

    • kun je het onderwerp van een tekst of alinea benoemen?

      Slide 17 - Slide