examentraining nask 1 deel 2

zorg dat je klaar bent
Uitrekenpapier
pen
rekenmachine
binas
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

zorg dat je klaar bent
Uitrekenpapier
pen
rekenmachine
binas

Slide 1 - Slide

lesplanning
oefenen:
Examen van 2019

Slide 2 - Slide

Vraag 7
Marlou en luuk sluiten een weerstand aan op een variabele spanningsbron. Ze willen de spanning over en de stroom door een weerstand meten. Marlou sluit de spanningsmeter aan. Dan stelt zijn de spanningsbron in op 2,0 V. Luuk meet met een stroommeter een stroomsterkte van 25 mA. Bereken de grootte van de weerstand die is aangesloten.

Slide 3 - Slide

Stap 1 schrijf de gegevens op
Marlou en luuk sluiten een weerstand aan op een variabele spanningsbron. Ze willen de spanning over en de stroom door een weerstand meten. Marlou sluit de spanningsmeter aan. Dan stelt zij de spanningsbron in op 2,0 V. Luuk meet met een stroommeter een stroomsterkte van 25 mA. Bereken de grootte van de weerstand die is aangesloten.
U = 2,0 V
I = 25 mA

Slide 4 - Slide

stap 2, zoek de formule op
Marlou en luuk sluiten een weerstand aan op een variabele spanningsbron. Ze willen de spanning over en de stroom door een weerstand meten. Marlou sluit de spanningsmeter aan. Dan stelt zijn de spanningsbron in op 2,0 V. Luuk meet met een stroommeter een stroomsterkte van 25 mA. Bereken de grootte van de weerstand die is aangesloten.


R=IU

Slide 5 - Slide

Stap 3, heb je alle gegevens
U = 2,0 V
I = 25 mA

R=IU

Slide 6 - Slide

Vraag 8 Marlou en luuk sluiten een weerstand aan op een variabele spanningsbron. Ze willen de spanning over en de stroom door een weerstand meten. Marlou sluit de spanningsmeter aan. Dan stelt zijn de spanningsbron in op 2,0 V. Luuk meet met een stroommeter een stroomsterkte van 25 mA. Bereken de grootte van de weerstand die is aangesloten.

Slide 7 - Open question

Vraag 8 marlou neemt 2 andere weerstanden en sluit die aan. je ziet een plaatje met de grootte van iedere weerstand. Bereken de vervangingsweerstand van de weerstanden R1 ( 20 ohm) en R2 (40 ohm)

Slide 8 - Open question

Vraag 10 In een speeltuin staat een bijzondere wip. Het materiaal van de balk is homogeen, wat betekent homogeen?

Slide 9 - Open question

vraag 11
De bak is gevuld met stenen. De totale massa van de stenen is 32 kg, het volume van de stenen is 
Bereken de dichtheid van deze stenen en noteer uit welke stof deze steensoort bestaat.
1,2.104cm3

Slide 10 - Slide

stap 1 noteer de gegevens
De bak is gevuld met stenen. de totale massa van de stenen is 32 kg, het volume van de stenen is 1,2 .104  cm3
Bereken de dichtheid van deze stenen en noteer uit welke stof deze steensoort bestaat.
massa = 32 kg
volume = 1,2 .104 cm3

Slide 11 - Slide

Stap 2 zoek de formule op
De bak is gevuld met stenen. de totale massa van de stenen is 32 kg, het volume van de stenen is 1,2.104 cm3
Bereken de dichtheid van deze stenen en noteer uit welke stof deze steensoort bestaat.


p=vm

Slide 12 - Slide

stap 3 heb je alle gegevens
m = 32 kg
v = 1,2.104 cm 3
tabel 15 gegevens van enkele vaste stoffen
p=vm

Slide 13 - Slide

Vraag 11 De bak is gevuld met stenen. de totale massa van de stenen is 32 kg, het volume van de stenen is
Bereken de dichtheid van deze stenen en noteer uit welke stof deze steensoort bestaat.
1,2.104cm3

Slide 14 - Open question

vraag 12
Bereken het gewicht van de driehoek. Gebruik de momentenwet. 


D
1,82 m
1,60 m
32 KG

Slide 15 - Slide

vraag 12, wat moet je doen?
Bereken het gewicht van de driehoek. Gebruik de momentenwet. 


D
1,82 m
1,60 m
32 KG

Slide 16 - Slide

Vraag 12 het gewicht van de driehoek is:

Slide 17 - Open question

Vraag 37 De temperatuur van water is 16 graden celsius, wat is deze temperatuur in Kelvin?
A
-257 K
B
-289 K
C
257 K
D
289 K

Slide 18 - Quiz

vraag 38: Noteer de reden waarom het water tijdens een proef niet warmer wordt dan 100 graden celsius

Slide 19 - Open question

Vraag 39 een dompelaar zet 0,030 kWh aan elektrische energie om bij het verwarmen tot 100 graden. Het water heeft dan 88 kJ energie opgenomen. Hoeveel procent van de energie gaat verloren?
A
12 %
B
19 %
C
81 %
D
88 %

Slide 20 - Quiz

vraag 19: Tijsje remt op een step. de massa van de step is 45 kg, de vertraging is 2,1 m/s2. Bereken de nettokracht

Slide 21 - Open question

wat blijft je bij van vandaag?

Slide 22 - Mind map

waar hebben jullie nog behoefte aan??

Slide 23 - Mind map