What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Beta
Log in
Register
‹
Return to search
V1C maandag 12 mei les 2
V1C maandag 12 mei les 2
1 / 24
next
Slide 1:
Slide
NT2
ISK
This lesson contains
24 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
V1C maandag 12 mei les 2
Slide 1 - Slide
Programma
Vraagwoorden herhalen
Vraagzinnen maken
Slide 2 - Slide
Wat leer je?
Aan het eind van de les kun je op twee manieren een vraagzin maken.
Slide 3 - Slide
Vraagwoorden herhalen
Ga naar je mail.
Klik op de link in de mail.
Typ je naam en start de opdracht.
Klaar? Lever de antwoorden in.
Slide 4 - Slide
Wat is het juiste vraagwoord?
wie?
waar?
wanneer?
wat voor?
waarom?
welk(e)?
hoeveel?
hoe?
wat?
Slide 5 - Slide
Vraagzinnen maken
Slide 6 - Slide
Vraagzinnen maken
met
een vraagwoord
Slide 7 - Slide
Vraagzin
met
een vraagwoord
Hoe
heet
zij?
vraagwoord + werkwoord + wie/wat
1. 2. 3.
Slide 8 - Slide
Maak een vraag die begint met :
Wanneer ...........................................?
Slide 9 - Open question
Maak een vraag die begint met :
Welke ........................................................?
Slide 10 - Open question
Maak een vraag die begint met:
Hoe ..................................?
Slide 11 - Open question
Maak een vraag die begint met:
Hoeveel ..................................?
Slide 12 - Open question
Vraagzinnen maken
zonder
een vraagwoord
Slide 13 - Slide
Vraagzin
zonder
een vraagwoord
Julia
gaat
naar de markt
?
werkwoord + wie/wat + rest
1. 2. 3.
Gaat
Julia
naar de markt
?
wie/wat + werkwoord + rest
1. 2. 3.
Slide 14 - Slide
Je kunt vragen ook beginnen met een
werkwoord
.
Het werkwoord staat dan op de
eerste plaats
.
Hij
gaat
vanavond sporten
.
Gaat
hij
vanavond sporten
?
Slide 15 - Slide
werkwoord
wie of wat
rest
(wanneer, wat, waar)
Wil
je
een kopje koffie?
Is
het eten
klaar?
Vinden
jullie
deze les moeilijk?
Begrijp
je
wat ik bedoel?
Slide 16 - Slide
Begint de vraag met een werkwoord?
Dan begint het antwoord
altijd
met
ja
of
nee
.
Koop jij groenten?
Ja,
ik koop groenten.
Koop je vlees?
Nee,
ik koop vis.
Slide 17 - Slide
Maak een vraag.
Hij gaat naar school.
Slide 18 - Open question
Maak een vraag.
De dokter werkt op vrijdag.
Slide 19 - Open question
Maak een vraag:
Hij begrijpt de opdracht.
Slide 20 - Open question
Maak een vraag.
Jij vindt het eten lekker.
Slide 21 - Open question
Maak je een vraag met je of jij? Schrijf dan de
ik-vorm
.
Jij
wilt
een kopje koffie. -
Wil
je een kopje koffie?
Jij
gaat
naar huis. -
Ga
jij naar de huis?
Jij
vindt
snoep lekker. -
Vind
jij snoep lekker?
Slide 22 - Slide
Opdrachten
Maak de opdrachten op het werkblad.
Klaar? Lever je werkblad in.
Maak 3.6 en 3.7 van DISK Grammatica.
Klaar? Ga verder met Grammatica.
Alles van Grammatica af? Ga dan verder met thema 10.
Slide 23 - Slide
Tot straks!
Slide 24 - Slide
More lessons like this
V1C: Vraagwoorden herhalen en vraagzinnen maken
11 days ago
- Lesson with
31 slides
NT2
ISK
Vraagwoorden herhalen en vraagzinnen maken
11 days ago
- Lesson with
26 slides
NT2
ISK
V1D maandag 12 mei les 1
6 days ago
- Lesson with
10 slides
Nederlands
ISK
V1D: Vraagwoorden herhalen en vraagzinnen maken
10 days ago
- Lesson with
43 slides
NT2
ISK
Taalcompleet A1 H4 vragen maken 1 en 2
May 2024
- Lesson with
20 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Vragen maken met en zonder vraagwoord NT2
December 2024
- Lesson with
19 slides
NT2
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Vragen maken met en zonder vraagwoord NT2
April 2024
- Lesson with
22 slides
NT2
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Alfa 3 A1 TC 4.11
March 2025
- Lesson with
22 slides
NT2
MBO
Studiejaar 2