genetica bloedgroepen en lethale factoren

1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Leg uit Leg uit of de eigenschap PTC proeven dominant of recessief is.

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Leg uit of de eigenschap PTC proeven X-chromosomaal kan zijn of niet.

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Welke bloedgroepen hebben wij mensen?
A
A, B, C, 0
B
AB, 0, A, B
C
0, AB, B, C
D
B, A, AD, 0

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Een man met bloedgroep AB krijgt kinderen met een vrouw met bloedgroep 0. Hoe groot is de kans op een kind met bloedgroep A? En de kans op een kind met bloedgroep 0?

A
A: 0%, O: 0%
B
A: 50%, O: 50%
C
A: 25%, O: 50%
D
A: 50%, O: 0%

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Vraag 34
Een man met bloedgroep O verwekt een kind bij een vrouw met bloedgroep AB.
(5) Heeft iemand met bloedgroep AB een intermediair fenotype?

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Is het mogelijk dat het met ‘?’ aangegeven kind bloedgroep O heeft?
A
Ja 25%
B
Ja 50%
C
Nee 0%
D
Ja 75%

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Wat is het genotype van deze kanaries die een kuif hebben?

A
KK
B
kk
C
Kk

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Bij kanaries is het allel voor een kuif (K) dominant over het ontbreken van een kuif (k). Het allel K bevat een letale factor. Twee kanaries met een kuif paren met elkaar.
Maak het kruisingsschema van deze paring.
In welke verhouding komen de fenotypen in de F1 voor?

Slide 26 - Open question

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide