2.1

1 / 34
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 3

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?

  • Weet je het nog....
  • Hoofdstuk 2 planner its learning
  • Aan de slag met Weet je het nog

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Ga zelf aan de slag!


Gebruik de rest van de les om Weet je het nog af te maken!!

Slide 4 - Slide

Hoofdstuk 2
Wat voor consument ben jij?

2.1 Samen sta je sterker
2.2 Waar heb je recht op?
2.3 Hoe wil je wonen?
2.4 Wat doe jij voor het milieu?

Slide 5 - Slide

Wat is een consument?
A
koper
B
verkoper

Slide 6 - Quiz

Lesdoelen van vandaag:
Na vandaag weet je...
... wat consumentenorganisaties voor jou als consument doen.
... waar je als consument op kunt letten als je iets koopt. 
... hoe je prijzen omrekent naar een standaard hoeveelheid. 
... hoe je een prijsverschil in procenten uitrekent. 

Slide 7 - Slide

Consumentenorganisaties

- Onpartijdige productinformatie geven
- Informatie over je rechten en plichten als consument
- Acties voeren om de belangen van consumenten te beschermen

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Vergelijkend warenonderzoek
  • Vergelijken van gelijksoortige producten van verschillende merken.
  • Er wordt gelet op bijvoorbeeld:
  • verschillen in prijs en kwaliteit
  • de gezondheid van voeding (zout of vet)

energieverbruik bij elektrische apparaten

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Slide 12 - Link

Vergelijkend warenonderzoek

Slide 13 - Slide

Prijzen met elkaar vereglijken
Ik heb twee zakken chips. Ik wil de prijzen vergelijken, alleen is het gewicht niet hetzelfde. Hoe pak ik dit aan?

Slide 14 - Slide

4. Prijzen omrekenen naar standaard-hoeveelheid
Je hebt een zakje snoep gekocht bij de Kruidvat. Het zakje kostte €6,60 en het gewicht is 330 gram






€6,60 / 330 =  €0,02
€0,02 * 100 = €2,00


Gewicht
330 g
1 g
100 g
Prijs
€6,60
?
?
: 330
* 100

Slide 15 - Slide

Prijzen vergelijken
Stap 1  omrekenen naar een zelfde hoeveelheid. 
Lays : € 1,59 voor 200 gram
AH : € 0,99 voor 250 gram



Gram
250
1
?
Prijs
0,99
?
?

Slide 16 - Slide

Prijzen vergelijken
Lays : € 1,59 voor 200 gram
AH : € 0,99 voor 250 gram



Gram
250
1
200
Prijs
0,99
?

Slide 17 - Slide

Prijzen vergelijken
Lays : € 1,59 voor 200 gram
AH : € 0,99 voor 250 gram



Gram
250
1
200
Prijs
0,99
0,0039..
?

Slide 18 - Slide

Prijzen vergelijken
Lays : € 1,59 voor 200 gram
AH : € 0,99 voor 250 gram



Gram
250
1
200
Prijs
0,99
0,0039..
0,79

Slide 19 - Slide

Consumerpower
  • met een grote groep consumenten sta je sterker
  • meer invloed op fabrikanten en winkeliers

Slide 20 - Slide

Keurmerken
Product voldoet aan bepaalde eisen.
Keurmerken voor o.a. milieu, elektronica, webwinkels er zijn nog meer. 


Slide 21 - Slide

Prijsverschil in procenten


Een winterjas kost bij Zalando € 69,95. Je betaalt € 5,95 verzendkosten. Bij About You kost dezelfde jas € 79,95. Je betaalt daar geen verzendkosten.
Bereken hoeveel procent de jas bij About You duurder is dan bij Zalando. Houd rekening met de verzendkosten.  

Slide 22 - Slide

Zalando
  • Stap 1 Wat is het verschil?
  • € 79,95 – € 75,90 = € 4,05
  • Stap 2 Hoeveel duurder dan?
  • Zalando
  • Stap 3 Bereken nu uit hoeveel duurder de jas is bij Zalando
  • € 4,05 ÷ € 75,90 × 100% = 5,3% duurder

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Ga zelf aan de slag!


Gebruik de rest van de les om 2.1 af te maken 


Slide 25 - Slide

Lesdoelen van vandaag:
Na vandaag weet je...
... wat consumentenorganisaties voor jou als consument doen.
... waar je als consument op kunt letten als je iets koopt. 
... hoe je prijzen omrekent naar een standaard hoeveelheid. 
... hoe je sterker komt te staan als consument. 
... hoe je een prijsverschil in procenten uitrekent. 

Slide 26 - Slide

Geeft consumenten informatie over geldzaken.
Komt op voor de belangen van iedereen die een eigen woning bezit.
Komt op voor de belangrijk van zijn leden op het gebied van mobiliteit, vakantie en vrije tijd.
Komt op voor de belangen van consumenten in het algemeen en test producten uit allerlei categorieën.

Slide 27 - Drag question

Slide 28 - Slide

Wat denken jullie dat Nutri-score betekent?

Slide 29 - Slide

Nutri-score

Slide 30 - Slide

Huiswerk voor volgende week de opdrachten (niet allemaal) van 4.1 af. Zie SOM.

Slide 31 - Slide

Als je een eenmanszaak hebt dan mag je wel personeel in dienst hebben.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quiz

Als je alleen de eigenaar wilt zijn uit welke twee ondernemingsvormen kun je dan kiezen?
A
de bv en de nv
B
de eenmanszaak en de vof
C
de nv en de vof
D
de eenmanszaak en de bv

Slide 33 - Quiz

Fijne dag en tot volgende week!

Slide 34 - Slide