Commerciële calculaties P2 les 3

1 / 22
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Hoe is het huiswerk gegaan?
A
Goed, ik snap het allemaal
B
Redelijk, ik ben er wel uitgekomen.
C
Slecht, ik snap het helemaal niet.

Slide 4 - Quiz

- variabele kosten € 3.960.000,-
- constante kosten € 2.500.000,-
- normale verwerking 50.000 ton
- werkelijke verwerking 55.000 ton.
De integrale kostprijs bedraagt
A
€ 122,00
B
€ 117,00
C
€ 125,00

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

De kostprijs is € 55,-
het bedrijf wilt 35% winst maken.
Bereken de verkoopprijs, exclusief btw.
A
€ 70,-
B
€ 64,25
C
€ 74,25

Slide 16 - Quiz

commerciële kostprijs = verkoopprijs
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

De consumentenprijs is altijd hoger dan de verkoopprijs exclusief btw
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

..... + BTW = consumenten prijs
A
Verkoopprijs exclusief btw
B
inkoopprijs
C
commerciële kostprijs
D
integrale kostprijs

Slide 19 - Quiz

Integrale kostprijs + winst =
A
BTW
B
Commerciële kostprijs
C
Differentiële kostprijs
D
Verkoopprijs

Slide 20 - Quiz

Integrale kostprijs =
A
Variabele kosten per product
B
variabele kosten pp + constante kosten pp
C
variabele kosten pp + constante kosten pp + verkoopkosten
D
Constante kosten per product

Slide 21 - Quiz

De commerciële kostprijs is € 100,-
Het bedrijf wilt 40% winst maken.
Wat is de verkoopprijs?
A
€ 121,-
B
€ 40,-
C
€ 240,-
D
€ 140,-

Slide 22 - Quiz