1. Contact

• Wiskunde
• Speciaal Onderwijs
• Leerroute 2

1. Contact

Doel

Je leert deze les:

-wat het verschil is tussen fictie en non-fictie

-wat een personage is

-wat spanning en spannigsvragen zijn

-hoe je een boek beoordeeld

Fictie vs non-fictie

Fictie: een verzonnen tekst

Non-fictie: een tekst over iets wat waargebeurd is

Personage, spanning

Personage: Een persoon in een verhaal

Wat zorgt voor een spannend verhaal?

- het verhaal roept spanningsvragen bij je op

- het verhaal speelt af in een spannende/griezelige omgeving

1.2 gedicht

Doel

Je leert hoe je een gedicht herkent

1.3 Lezen

Doel

Je leert de manieren van lezen: zoekend en studerend lezen

Terugblik

(Deel) Onderwerp

Onderwerp: waar de tekst over gaat.

Deelonderwerp: tekstgedeelte dat een deel van het onderwerp behandelt.

- kijk naar de tussenkopjes (soms staan die er niet)

- Het onderwerp van dat stukje tekst is het deelonderwerp

Moeilijke-woordenwijzer

Signaalwoorden

1.4 Schrijven en formuleren

Zakelijke brief

Opbouw van een alinea

1.5 Woorden

Doelen

Je leert wat voorvoegsels zijn

je kunt 25 nieuwe woorden gebruiken

Woordenschat

1.8 Spelling

Doelen

We herhalen hoe je de PV in de tt goed spelt en hoe je leestekens gebruikt.

Je leert hoe je aanhalingstekens gebruikt.

Je leert 10 dictee woorden.

PV in tt

Leestekens (1)

Leestekens (2)