Week 10 klas 2 E/ 2 G woordsoorten

Week 11 klas 2 E/ 2 G woordsoorten
par. 8 blz 220
1 / 39
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Week 11 klas 2 E/ 2 G woordsoorten
par. 8 blz 220

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Allereerst...
  • Is iedereen aanwezig?
  • stamgroepen : nieuw 
  • regels  
 
week 11/1
leg klaar:
ipad dicht en weg 
boek blz. 220 
pen +  schrift en whiteboard 


Slide 4 - Slide

terugblik /info
 stageverslag 
PW ww spelling :  herkansing donderdag 14 maart (2 keer)
mapje  ingeleverd = + 0,5 pt

  • Weektaak week 11 :  par. 8   Gr. woordsoorten Telwoorden 
+  olw, blw,/ olw/ zn,/ zn-e, /bn / st bn/ bw /vr. vnw /aanw. vnw./ pers. vnw.   
 vorige week : uitleg  werkwoorden : zww ./ kww en hww 

Slide 5 - Slide

Wat gaan we doen?
  • herhaling vorige week : woordsoorten par. 6  : werkwoorden 
       zww . kww en hww  ;    6x 
  • uitleg bij par. 8 : Telwoorden 
  • aan het werk met opdrachten par. 8.  
    

Slide 6 - Slide

Lesdoel
  • ik weet wat de weektaak is 
  • ik weet welke toetsen er komt : Lezen  en woordsoorten 
  • ik weet /herken herhaling woordsoorten vorig jaar 
  •  + aanwijzend en vragend voornaamwoord
  •  +  zww en hww en kww 
  • + telwoorden 

Slide 7 - Slide

Oefenblad 
Je maakt nu het oefenblad en je levert het bij mij in.
timer
6:00

Slide 8 - Slide

Wat is een zelfstandig werkwoord?
A
Werkwoord dat de actie aangeeft in de zin
B
Werkwoord dat een ander werkwoord helpt
C
voltooid deelwoord

Slide 9 - Quiz

In welke zin is 'heeft' een zelfstandig werkwoord?
A
De slager heeft voldoende saté in voorraad.
B
Heeft je vader de boodschappen allemaal gehaald?

Slide 10 - Quiz

zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

Ik heb gegeten
heb = .....
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord

Slide 11 - Quiz

Wat zijn de hulpwerkwoorden?
Ik heb dat altijd al willen kopen
A
heb
B
heb, willen
C
kopen
D
heb, willen, kopen

Slide 12 - Quiz

Wat is geen koppelwerkwoord?
A
gaan
B
lijken
C
worden
D
schijnen

Slide 13 - Quiz


Mijn zus kan vervelend zijn.
--> Wat is hier het koppelwerkwoord?
A
zijn
B
vervelend
C
kan zijn
D
er is geen koppelwerkwoord

Slide 14 - Quiz

Koppelwerkwoorden
Het koppelwerkwoord koppelt het onderwerp aan een toestand, functie of eigenschap. Het onderwerp geef geen handeling aan (het doet niets), maar is iets.

Oscar is een gezellig huisdier.

Mijn ouders worden soms gek van mijn gedrag.

Slide 15 - Slide

Telwoord
2 soorten  
hoofdtelwoorden  en rangtelwoorden 
Wat is het verschil?

Slide 16 - Slide

Hoofdtelwoord 
Noemt aantal of hoeveelheid
kan zijn : bepaald en onbepaald 
Bepaald? 
Onbepaald?

Slide 17 - Slide




         Bepaald: 
geeft een precies aantal 
vijf, achttien,drie, 
3, 4, 5 .



        Onbepaald: 
geeft een onduidelijk aantal of plaats aan. 
veel, enkele, sommige
hoofdtelwoord 

Slide 18 - Slide

Rangtelwoord
Noemt een volgorde, een plaats in de rij.
eerste, tweede, derde etc. 

Slide 19 - Slide





Bepaald: 
eerste, vijfde, tweede, 3de




Onbepaald: 
laatste,  middelste, zoveelste, hoeveelste 
rangtelwoord

Slide 20 - Slide

Hoofdtelwoord
A
tiende
B
dertigste
C
negenendertigste
D
weinig

Slide 21 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een onbepaald rangtelwoord?
A
zes
B
zesde
C
middelste
D
sommige

Slide 22 - Quiz

Zelfstandig werken
Hoe?
Zelfstandig 
vragen : overleg / steek je hand op 
Hoe en wat en waar
SCHRIFT EN PEN EN BOEK 
Grammatica woordsoorten opdrachten par.  8 
planning week 11 
Opdrachten 
   par. 8   
  vandaag af: 1 t/m 3 

hoelang : tot einde les 
opdracht 1 bespreken 
Zelfstandig werken

Slide 23 - Slide

Week 11 klas 2 E/ 2 G woordsoorten
par. 8 blz 220

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Allereerst...
  • Is iedereen aanwezig?
  • stamgroepen : nieuw 
  • regels vooraf  
 
week 11/2
leg klaar:
ipad dicht en weg 
boek blz. 220 
pen +  schrift 


Slide 27 - Slide

Wat gaan we doen?

  • vervolg uitleg/vragen vooraf  bij par. 8 : Telwoorden 
  • aan het werk met opdrachten par. 8. vandaag af en nagekeken met antwoordblad 
  • Schrijf- Fictie dossier  :  kiezen van een boek 
    

Slide 28 - Slide

Lesdoel
  • ik weet wat af moet zijn voor weektaak week 11 
  • ik weet naar welke toets ik toe werk : par 6 Lezen  en woordsoorten 
  • ik weet /herken herhaling woordsoorten vorig jaar 
  •  + aanwijzend en vragend voornaamwoord  .... .......
  •  +  zww en hww en kww 
  • +  telwoorden    (hoofdtelwoorden en rangtelwoorden) 

Slide 29 - Slide

Telwoorden 
Bepaald hoofdtelwoord (bep.hoofdtelw)
Onbepaald hoofdtelwoord (onbep.hoofdtelw)
Bepaald rangtelwoord (bep.rangtelw)
Onbepaald rangtelwoord (onbep.rangtelw)

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

6 vragen vooraf 

Slide 32 - Slide

Wat is geen telwoord?
A
eerste
B
meeste
C
kleinste
D
laatste

Slide 33 - Quiz

Wat voor soort telwoord staat in deze zin:

Er zijn vier soorten telwoorden.
A
bepaald hoofdtelwoord
B
bepaald rangtelwoord
C
onbepaald hoofdtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 34 - Quiz

Wat voor telwoord is:

eerste
A
hoofdtelwoord
B
rangtelwoord
C

Slide 35 - Quiz

Telwoord 'zoveelste' is een...
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 36 - Quiz

Telwoord 'veel' is een...
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 37 - Quiz

Wat voor telwoord is laatste?
A
Bepaald hoofdtelwoord
B
Onbepaald hoofdtelwoord
C
Bepaald rangtelwoord
D
Onbepaald rangtelwoord

Slide 38 - Quiz

Zelfstandig werken
Hoe?
Zelfstandig 
vragen : overleg / steek je hand op 
Hoe en wat en waar
SCHRIFT EN PEN EN BOEK 
Grammatica woordsoorten opdrachten par.  8 
planning week 11 
Opdrachten 
   par. 8   
  vandaag af: 1 t/m 6 _ nakijken met antwoordblad 

hoelang : tot einde les 
opdracht 2 bespreken 
klaar : 
kies een boek 
Zelfstandig werken

Slide 39 - Slide