Straattaal

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lesdoel
  • Aan het einde van de les weet je dat er verschillende vormen van taalgebruik bestaan
  • Je weet dan ook wat passend taalgebruik is
  • En... mevrouw Langmár heeft dan vast wat nieuwe woorden straattaal geleerd :)

Slide 2 - Slide

Straattaal
Straattaal is een vorm van jongerentaal. Het is de mengtaal die jongeren van verschillende culturele en sociale achtergronden in het dagelijks leven spreken op school en op straat, naast de standaardtaal van het land waar ze wonen. Straattaal is aan het eind van de 20e eeuw ontstaan.

Nederlandse woorden en uitdrukkingen worden vaak vervormd of vermengd met woorden uit andere talen, zoals het Sranan (Suriname), Marokkaans (Arabisch/Berber) en/of Amerikaans/Engels.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Gebruik jij wel eens straattaal?
Ja, vaak!
Ja, soms!
Nee, nooit!

Slide 5 - Poll

Welke
straattaalwoorden
gebruik jij zelf regelmatig?

Slide 6 - Mind map

Let bij het bekijken van het filmpje op het volgende:
  • Wat is er bijzonder aan het gesprek tussen deze mensen? 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Denk jij dat het spreken van straattaal goed of slecht is voor je taalontwikkeling?
Goed
Slecht
Geen idee

Slide 9 - Poll

Taalvariatie
  • Straattaal is een voorbeeld van een taalvariatie.
  • In Nederland spreken we officieel ABN, 'de taal van het woordenboek' of: standaardtaal
  • Maar: in het echt spreekt bijna niemand 100% ABN!

Slide 10 - Slide

Dialect
  • Dialect is de andere vorm van taalvariatie
  • Bij dialect is er sprake van een eigen woordenschat (soms zelfs een eigen woordenboek!), eigen spelling en eigen grammatica
  • Een dialect is plaatsafhankelijk
  • Leuk weetje: Dialecten zijn ouder dan het standaardnederlands!
  • Een accent is alleen een accent als het enige verschil de klank is.

Slide 11 - Slide

Waar spreken ze allemaal met
een dialect/accent?

Slide 12 - Mind map

Slide 13 - Video

Spreek jij zelf thuis ook een dialect?
Ja
Soms
Nee

Slide 14 - Poll

Slide 15 - Video

Wat is anders dan bij het gewone journaal?

Slide 16 - Open question

Wat voor een effect heeft dit?

Slide 17 - Open question

Welk soort taalgebruik is het meest geschikt voor het journaal?
A
Straattaal
B
Algemeen beschaafd Nederlands
C
Vaktaal
D
Kindertaal

Slide 18 - Quiz

Opdracht!
Zoek  een liedje waarin dialect wordt gebruikt. Denk aan artiesten zoals: Bökkers, Rowwen Hèze, Normaal of andere streekbands.
→ Schrijf op:

1. Hoe heet het liedje?
2. Van welke artiest is het?
3. Uit welke streek komt het dialect, denk je?
4. Schrijf één couplet uit het liedje op in dialect én vertaal deze naar standaard Nederlands.
timer
1:00

Slide 19 - Slide

Stelling: Dialect moet blijven bestaan

Slide 20 - Slide