H1 Aarde in beweging

Hoofdstuk 1 - Aarde in beweging
1 / 41
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Hoofdstuk 1 - Aarde in beweging

Slide 1 - Slide

Wat ga je leren?
  1. Je leert hoe de aarde is opgebouwd. (Basis)
  2. Je kan uitleggen waarom aardkorstplaten bewegen. (verdieping)
  3. Je kunt met een kaart aangeven waar en hoe gebergten ontstaan. (uitdaging)

Slide 2 - Slide

Wat weet jij over de aarde?

Slide 3 - Mind map

De wereld nu

Slide 4 - Slide

De continenten hebben heel lang geleden verschillende keren aan elkaar vastgezeten.
Hoe noem je zo’n groot stuk land?
A
Continent
B
Aardkorst
C
Pangea
D
Supercontinent

Slide 5 - Quiz

Pangea = het laatste supercontinent; een grote landmassa die bestaat uit een aantal werelddelen die aan elkaar vast zitten.
Vanaf zo’n 270 miljoen jaar geleden brak Pangea.
Een dergelijk groot stuk land noemen we een supercontinent.
Dat heeft gevolgen voor de opbouw van de aarde.

Slide 6 - Slide

Hoe komt het dat Pangea is gebroken?
A
Door de zee
B
Door de wind
C
Door de binnenkant van de aarde
D
Door de klimaatverandering

Slide 7 - Quiz

Opbouw van de aarde
Opbouw van de aarde
Aardkorst
De buitenste schil van de aarde. Die laag van hard gesteente is tussen de 8 en 40 km dik. 
Op deze laag ligt land en zee. Wij leven hierop
Aardmantel
Laag van gesmolten steen onder de aardkorst. 
Deze laag is bijna 3000 kilometer dik. 
Aardkern
Het midden van de aarde. 
Het is hier ongeveer 5000 graden celcius en bestaat uit vaste en vloeibare metalen.

Slide 8 - Slide

Aardkern
Aardkorst
Aardmantel

Slide 9 - Drag question

De aardmantel is dikker dan de aardkorst.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Het gesteente in de aardmantel is vloeibaar
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Bewegende platen
De aarkorst bestaat niet uit 1 stuk, maar uit verschillende continenten. 
Deze continenten of aardkorstplaten verplaatsen zich heel langzaam. Dit noem je platentektoniek

Slide 12 - Slide

Nakijken opdracht 2
blz 15

Slide 13 - Slide

Platentektoniek

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

Slide 16 - Link

 Oreo Proef
Luister goed naar de instructies!

Slide 17 - Slide

Oreo proef
  1. Haal de koekjes los van elkaar. Probeer de koekjes heel te laten.
  2. Schuif de koekjes over elkaar -> Welk proces zijn we aan het nabootsen?
  3. Breek 1 koekje in 2 stukjes en ......

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Platentektoniek 
Het bewegen van aardkorstplaten heet platentektoniek.
Door het bewegen van de platen verandert de aardkorst.


Slide 20 - Slide

Aan de slag!
Maken blz 16 en 17
Leren begrippen blz 15 en 16

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Wat is de motor voor de platentektoniek?
A
Convectiestromen
B
De hitte van de aardkern
C
De mantel
D
Lava

Slide 23 - Quiz

Wat is Pangea?
A
Niks
B
Continent
C
Een kerstboom
D
Supercontinent

Slide 24 - Quiz

Bergen ontstaan.......
A
langzaam
B
plotseling

Slide 25 - Quiz

Platentektoniek betekent
A
Dat de aardkorst bestaat uit aardplaten
B
Het bewegen van de aardplaten
C
Het bewegen van de aardkorst
D
Dat de aardkorst drijft op magma

Slide 26 - Quiz

Waarom merken we in Nederland weinig van platentektoniek?

Slide 27 - Open question

Aan de slag!
Is alles duidelijk? 
Kan je aan de slag? 

Maken opdrachten 1.1 in je boek 

Succes!
timer
20:00

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Link

1.2 Aardbevingen

Slide 30 - Slide

Als je klaar bent met deze paragraaf: 
Dan weet je wat een aardbeving en wat een tsunami is;
weet je hoe en waar aardbevingen en tsunami’s ontstaan;

kan je aangeven wat de gevolgen zijn van aardbevingen en tsunami’s in verschillende gebieden.


Slide 31 - Slide

Even herhalen:
Uit welke 3 lagen bestaat de aarde?

Slide 32 - Open question

Platentektoniek betekent
A
Dat de aardkorst bestaat uit aardplaten
B
Het bewegen van de aardplaten
C
Het bewegen van de aardkorst
D
Dat de aardkorst drijft op magma

Slide 33 - Quiz

Aardkorst is opgebouwd uit bewegende platen. Als die platen elkaar raken ontstaan er spanningen. 
Er wordt druk opgebouwd en een deel van de aardkorst verschuift. Gevolg: een aardbeving

Slide 34 - Slide

Een aardbeving is een trilling van de aardkorst. 

De meeste aardbevingen ontstaan tientallen kilometers onder het aardoppervlak. 
Recht daarboven is de schok het sterkst.
Dat is het epicentrum. 


Het epicentrum
Locatie van de aardbeving

Slide 35 - Slide

Waar komen aardbevingen voor?

Slide 36 - Slide

Waarom komen de aardbevingen op deze plekken voor?

Slide 37 - Open question

Aardbevingen komen voor waar: 
  1. een zeeplaat duikt onder een landplaat
  2. twee platen schuiven langs elkaar
  3. platen met land botsen op elkaar

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Video

Slide 40 - Video

Aan de slag!
Is alles duidelijk? 
Kan je aan de slag? 

Maken Paragraaf 1.2 
Opdracht 1, 2, 3 in je boek 

Succes!
timer
20:00

Slide 41 - Slide