Les 42

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Huiswerk

Verwijswoorden

Opdrachten 1 en 2 (blz. 97)

Opdracht 1 (blz. 97)

Verwijswoorden

Noteer achter de zelfstandige naamwoorden of ze mannelijk (m), vrouwelijk (v) of onzijdig (o) zijn.

1. beleid

1. Mannelijk (m)
2. Vrouwelijk (v)
3. Onzijdig (o)

2. bok

1. Mannelijk (m)
2. Vrouwelijk (v)
3. Onzijdig (o)

10. team

1. Mannelijk (m)
2. Vrouwelijk (v)
3. Onzijdig (o)

3. feest

1. Mannelijk (m)
2. Vrouwelijk (v)
3. Onzijdig (o)

4. hypotheek

1. Mannelijk (m)
2. Vrouwelijk (v)
3. Onzijdig (o)

5. koe

1. Mannelijk (m)
2. Vrouwelijk (v)
3. Onzijdig (o)

6. muziek

1. Mannelijk (m)
2. Vrouwelijk (v)
3. Onzijdig (o)

7. prestatie

1. Mannelijk (m)
2. Vrouwelijk (v)
3. Onzijdig (o)

8. steward

1. Mannelijk (m)
2. Vrouwelijk (v)
3. Onzijdig (o)

9. studente

1. Mannelijk (m)
2. Vrouwelijk (v)
3. Onzijdig (o)

Opdracht 2 (blz. 97)

Verwijswoorden

Noteer het juiste verwijswoord op de stippellijnen en noteer de woorden waarnaar het verwijswoord verwijst (het antecedent).

1. De vereniging voor autisme vraagt … leden om een gift … gebruikt zal worden voor reclamedoeleinden.

2. De meeste mensen hechten aan … vrije weekend, omdat … graag ontspannen na een drukke werkweek.

3. Amin is een ster in scheikunde, dus ik zou … vragen of … je kan helpen.

4. Tomatensap is het enige … ik echt niet graag drink op recepties.

5. Bij … nieuwe werkgever moet Nora veel overwerken, … haar slecht bevalt.

6. Hier ligt nog een dvd, … van Adam en Isis is; ik zou … maar zo gauw mogelijk aan … teruggeven.

7. Voor Sigrids verjaardag heb ik een boekenpakket gekocht, want … stond op … verlanglijstje.

8. Noud probeert altijd in de buurt van Mila te zijn, … bij al maanden verliefd is.