1.4 Elektrische schakelingen

1.4

Elektrische schakelingen

1 / 15

Slide 1: Slide

NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 60 min

Items in this lesson

1.4

Elektrische schakelingen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen

Aan het einde van de les kan je:

- Het verschil tussen een serie en een parallelschakeling uitleggen.

-Uitleggen wat er met de stroomsterkte, spanning en weerstand in een serieschakeling gebeurt

- Uitleggen wat er met de stroomsterkte, spanning en weerstand in een parallelschakeling gebeurt

-Uitleggen hoe je met meerdere batterijen een hogere spanning kan krijgen

Slide 2 - Slide

Wat is het verschil tussen een serie en een parallelschakeling?

Slide 3 - Open question

Serieschakelingen

Apparaten die in serie geschakeld zijn vallen uit zodra er 1 van de apparaten stukgaat (stroomkring onderbroken).

Stroomsterkte is overal gelijk, elektronen kunnen nergens anders heen!

Spanning wordt verdeeld, elektronen verliezen een deel van hun energie bij ieder apparaat.

Weerstand mag je bij elkaar optellen.

Slide 4 - Slide

Parallelschakelingen

Apparaten in huis zijn parallel geschakeld. Valt een apparaat uit, blijft de rest werken.

Spanning is overal gelijk in een parallelschakeling, snelheid van elektronen verandert niet bij een splitsing.

Stroomsterkte wordt verdeeld, bij een splitsing moet een deel weg A afleggen en een deel weg B.

Weerstand wordt kleiner.

Slide 5 - Slide

Serie- en parallelschakelingen

In formulevorm (serieschakelingen):

I^{​ T o t a a l ​ ​} = I^{​ 1 ​ ​} = I^{​ 2 ​ ​} = I^{​ 3 ​ ​} . . . e t c

U^{​ T o t a a l ​ ​} = U^{​ 1 ​ ​} + U^{​ 2 ​ ​} + U^{​ 3 ​ ​} . . . e t c

R^{​ T o t a a l ​ ​} = R^{​ 1 ​ ​} + R^{​ 2 ​ ​} + R^{​ 3 ​ ​} . . . e t c

Slide 6 - Slide

Serie- en parallelschakelingen

In formulevorm (parallelschakelingen):

I^{​ T o t a a l ​ ​} = I^{​ 1 ​ ​} + I^{​ 2 ​ ​} + I^{​ 3 ​ ​} . . . e t c

U^{​ T o t a a l ​ ​} = U^{​ 1 ​ ​} = U^{​ 2 ​ ​} = U^{​ 3 ​ ​} . . . e t c

\frac{​ 1 ​ ​}{​ R ^{​ T o t a a l ​ ​} ​} = \frac{​ 1 ​ ​}{​ R ^{​ 1 ​ ​} ​} + \frac{​ 1 ​ ​}{​ R ^{​ 2 ​ ​} ​} + \frac{​ 1 ​ ​}{​ R ^{​ 3 ​ ​} ​} . . . e t c

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Opgave 89

Slide 9 - Open question

Wat is de spanning over lampje A in de op het bord getekende schakeling?

Slide 10 - Open question

Wat is de stroomsterkte door lampje A in de op het bord getekende schakeling?

Slide 11 - Open question

Hoe groot is de weerstand van weerstand A in de getekende schakeling?

Slide 12 - Open question

https:

Slide 13 - Link

Combinatieschakelingen

Zelfde regels, iets meer rekenwerk.

Voorbeeld!

Slide 14 - Slide

Oefeningen op het bord

Slide 15 - Slide

1.4 Elektrische schakelingen

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Link

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

More lessons like this

1.4 Elektrische schakelingen

1.4 Elektrische schakelingen

3.3

Hoofdstuk 12.3 Serie- en parallelschakeling K4 les 3

Les 4 - serieschakeling

Hfst 12.3 Parallel- en serieschakeling (weerstand)

2b 6.3 Serie en parallel

H3§3 deel 2 Parallel en serie