Blok 5 Lezen Leerjaar 1 BBL/KBL/TL

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Blok 5 Lezen

leerjaar 1

BBL/KBL/TL

Schrijf een tekstje bij de onderstaande titel:

De grappige klas

Wat gaan we doen:

Terugblikken Lezen blok 4

Instructie in twee groepen (BBL/KBL en TL)

Zelfstandig werken

Lesdoelen

BBL en KBL: 

Je kunt de kernzin in de alinea aanwijzen;

Je weet wat een tekst is met als doel: overtuigen.

TL:

Je kunt hoofd- en bijzaken benoemen en onderscheiden;

Je kunt de hoofdgedachte van een tekst benoemen;

Je kunt een korte tekst in eigen woorden samenvatten.

Uit welke drie delen bestaat een tekst?

Wat is het doel van de inleiding?

Waar bestaat het slot vaak uit?

Aan de slag:

BBL: Instructie

KBL: Instructie

TL: Blok 5 Lezen opdracht 36 t/m 40 maken

Let op: TL 15 minuten voor het einde gaan we  opdracht 36.2/ 37.3/ 37.4/ 38.2/ 38.3/ 39.1 nabespreken of samen maken

Welke vier tekstdoelen ken je al?

Noem een voorbeeld van een informerende tekst

Tekstdoel overtuigen

Overtuigen: de lezer redenen geven waarom de mening van de schrijver juist is.

Overtuigende tekst

Recensie/ review

Waar heb je wel eens een recensie of review gezien?

Heb je er ooit één geschreven?

Kernzin

Wat is een kernzin?

Waar vind je deze meestal?

Wat gebeurt er vaak voor of na de kernzin?

Kernzin

DUS...............

In een kernzin staat de belangrijkste informatie uit de alinea.

De kernzin is meestal de eerste of laatste zin in een alinea.

In de zinnen ervoor of erna worden voorbeelden gegeven of wordt er uitleg gegeven.

Aan de slag en huiswerk:

BBL: Blok 5 Lezen 30, 31, 32, 33 maken

KBL: Blok 5 Lezen  29, 30, 32 maken

TL:  blok 5 opdracht 36 t/m 40 maken 

Let op: TL 15 minuten voor het einde gaan we  opdracht 36.2/ 37.3/ 37.4/ 38.2/ 38.3/ 39.1 nabespreken of samen maken

Welk nieuw tekstdoel hebben jullie geleerd?
BBL/KBL

Leg uit wat je leest als je globaal leest

Wat heb ik vandaag geleerd?

BBL en KBL:  

Ik kan de kernzin in de alinea aanwijzen; 

Ik weet wat een tekst is met als doel: overtuigen. 

TL: 

Ik kan hoofd- en bijzaken benoemen en onderscheiden; 

Ik kan de hoofdgedachte van een tekst benoemen; 

Ik kan een korte tekst in eigen woorden samenvatten.

Welk cijfer geef je jouw werkhouding
(tussen 1-10)