5.3 Wat betaalt de consument? (deel 2)

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

Welkom

Ga zitten en pak je laptop
Log in op Lessonup.app

Programma

Doelen van de les

Herhaling + Uitleg + oefening in Lesson-up

Extra instructie

Opdrachten maken

Les afsluiten

Herhaling 5.3
1. BTW = belasting over de toegevoegde waarde.
2. De winkelier mag de belasting zelf houden.

1. Beide stellingen zijn juist
2. Beide stellingen zijn onjuist
3. Alleen stelling 1 is juist
4. Alleen stelling 2 is juist

Herhaling 5.3
De verkoopprijs van een draadloze speaker is €28,80. De btw is 21%. Wat is het btw-bedrag?

De verkoopprijs van een rugzak is €28,50. De btw is 21%. Wat wordt de consumentenprijs?

Stappen op het bord

De inkoopprijs van een wasmachine is €372. De brutowinstopslag is 65%. De btw is 21%.
Bereken de consumentenprijs.

Verhoudingstabel

De prijs inclusief btw van een watermeloen is €4,50. Bereken de prijs exclusief btw (9%)

Controle-vraag.
De klant betaalt de prijs exclusief btw.

1. Waar
2. Niet waar

Controle-vraag.
Van inkoopprijs naar consumentenprijs bereken je eerst de brutowinstopslag en daarna pas de btw.

1. Waar
2. Niet waar

Aan het werk

Wat	Maken opgave 10 t/m 16 (blz 149 t/m 151)
Hoe	Zelfstandig in stilte of op zachte fluistertoon met directe buur
Hulp	Theorie in het boek, buur, mevrouw De Boer
Tijd	20 minuten
Uitkomst	Je kunt de consumentenprijs berekenen en omreken van verkoopprijs naar consumentenprijs en terug
Klaar	Top, dan mag je de plusopdrachten t/m 10 maken op blz 162 en 163

Evaluatie
In deze les..

heb ik actief meegedaan en heb ik iets geleerd

heb ik actief meegedaan, maar had ik meer kunnen leren

had ik actiever mee kunnen doen, ik heb weinig geleerd

Ik heb niet actief meegedaan en niet veel geleerd.