Herhaling 2.1 & 2.2 30 januari

Vandaag
herhalen! 

- 2.1 De vorming van de Alpen
- 2.2 Rivieren van ijs 
1 / 20
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Vandaag
herhalen! 

- 2.1 De vorming van de Alpen
- 2.2 Rivieren van ijs 

Slide 1 - Slide

2.1 De vorming van de Alpen

Slide 2 - Slide


Leg uit: hoe zijn de Alpen ontstaan?

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Slide


Wat is het verschil tussen oud en jong gebergten?
A
jong heeft een spitse top en oud niet
B
oud heeft diepe dalen en jong niet
C
oud heeft sneeuw aan de top en jong niet
D
jong heeft steile hellingen en oud niet

Slide 5 - Quiz

Is dit een jong of een oud gebergte?
A
Een jong gebergte
B
Een oud gebergte

Slide 6 - Quiz

Zie ik op de achtergrond een oud of jong gebergte?
A
Oud want ze zijn puntig en diepe dalen
B
Oud want ze zijn stomp en ondiepe dalen
C
Jong want ze zijn puntig en diepe dalen
D
Jong want ze zijn stomp en ondiepe dalen

Slide 7 - Quiz

Wat is het verschil tussen endogene en exogene krachten?
A
Endogene krachten komen van binnenuit en exogene van buitenaf
B
Endogene krachten komen van buitenaf en exogene van binnenuit
C
Er is geen verschil tussen de twee
D
Bij endogene en exogene krachten komen aardbevingen voor

Slide 8 - Quiz

Aardbeving = endogene kracht of exogene kracht?
A
Endogene kracht
B
Exogene kracht

Slide 9 - Quiz

Zijn erosie & verwering endogene of exogene krachten?
A
Endogeen
B
Exogeen

Slide 10 - Quiz

Wat is verwering? En wat is erosie?

Slide 11 - Open question

Erosie
Verwering

Slide 12 - Drag question

Erosie
Verwering

Slide 13 - Drag question

Wat is de meest logische volgorde?
A
verwering - erosie - sedimentatie
B
erosie - verwering - sedimentatie
C
sedimentatie- verwering - erosie
D
verwering - sedimentatie - erosie

Slide 14 - Quiz

2.2 Rivieren van ijs 

Slide 15 - Slide

Je gaat van hoog in de bergen naar het dal. Wat is de goede volgorde?
A
Firnbekken, gletsjerrivier, gletsjer
B
Gletsjer, gletsjerrivier, firnbekken
C
Gletsjer, firnbekken, gletsjerrivier
D
Firnbekken, gletsjer, gletsjerrivier

Slide 16 - Quiz

Is het dal een V dal of een U dal?
V-dal
V-dal
U-dal
U-dal

Slide 17 - Drag question

5. Welk antwoord is juist?
A
Morenen bestaan uit oude, korrelige sneeuw en zijn het begin van een gletsjer.
B
Eindmorenen laten zien tot waar een gletsjer ooit kwam.
C
Een gletsjer vormt een V-dal.
D
Gletsjers kunnen geen materiaal meevoeren.

Slide 18 - Quiz


Noem 3 kenmerken van de bovenloop van de Rijn.

Slide 19 - Open question

3 kenmerken bovenloop van de Rijn: 
  • Hoge stroomsnelheid
  • Smalle rivier
  • Veel erosie 

Slide 20 - Slide