H3 Spelling - lastige werkwoordsvormen: d of dt?

1 / 16

Slide 1: Slide

NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

timer

15:00

Slide 2 - Slide

Wat is de planning?

15 minuten lezen

Kort herhalen wat we dit hoofdstuk behandeld hebben

Uitleg werkwoordspelling

Oefenen

Aan de slag

Slide 3 - Slide

Overzicht H3

Lezen: tekstverbanden en signaalwoorden

Woordenschat: vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen

Grammatica: werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde

Grammatica: zww, kww, hww

Spelling: koppelteken en weglatingsstreepje

Slide 4 - Slide

Vandaag: werkwoordspelling

Slide 5 - Slide

Lastige werkwoordsvormen: -d of -dt?

De persoonsvorm in de tegenwoordige tijd
ik word - hij wordt - wij worden
ik ren - hij rent - wij rennen
Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?

Slide 6 - Slide

Persoonsvorm

Slide 7 - Slide

Lastige werkwoordsvormen: -d of -dt?

VORM

stam (ik-vorm)

ik loop, loop ik, loop jij

stam + t (hij-vorm)

hij loopt, loopt hij, jij loopt, men loopt

hele ww

wij lopen, zij lopen

Gebiedende wijs

Loop nu naar school!

Slide 8 - Slide

Oefenen

Slide 9 - Slide

De leerling-verpleegster ... (verbinden) de wond zo nauwkeurig mogelijk.

Slide 10 - Open question

Na een moeizaam begin, ... (werken) Maurice nu hard voor een mooi cijfer.

Slide 11 - Open question

... (Vertrouwen) jij Eva jouw nieuwe iPhone toe?

Slide 12 - Open question

Morgen ... (worden) jij om 9.00 uur verwacht bij de orthodontist.

Slide 13 - Open question

Ik snap dit

😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

Zijn er nog vragen?

Spelling H3?

Slide 15 - Slide

H3 Spelling werkwoorden: maak opdr. 1, t/m 5 en 9

Let op: dit is spelling werkwoorden

Slide 16 - Slide