2.3 Lichtbundels

2.3 Lichtbundels
1 / 36
next
Slide 1: Slide
ScienceMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2.3 Lichtbundels

Slide 1 - Slide

Welkom in de les
Vandaag:
  • terugblik
  • lesdoelen §2.3
  • uitleg §2.3
  • maken opgave uit het boek 
  • afsluiten les

 


2.3 - Lichtbundels

Slide 2 - Slide

Opgave 26

Slide 3 - Slide

Opgave 29

Slide 4 - Slide

Opgave 19 of 25

Slide 5 - Slide

Leerdoelen 2.3 Lichtbundels
  • drie soorten lichtbundels benoemen;
  • holle en bolle lenzen herkennen;
  • de convergerende en divergerende werking van lenzen herkennen.
  • De sterkte van een lens of brandpuntsafstand bepalen met 
  • Uitleggen hoe een Fresnel-lens werk. 

Slide 6 - Slide

Schippers op zee moeten het licht van een vuurtoren op grote afstand kunnen zien.

 
Waarom moet een vuurtoren zo'n
smalle lichtbundel moet geven?

Slide 7 - Slide

We kennen drie soorten lichtbundels
 Divergente lichtbundel                  Convergente lichtbundel              Evenwijdige lichtbundel

Slide 8 - Slide

Divergente lichtbundel
  • De meeste lichtbronnen maken een divergente bundel. 
  • Dit is een bundel die steeds groter wordt. 

Slide 9 - Slide

Convergente lichtbundel
  • Een bundel die steeds kleiner wordt heet een convergente bundel.
  • Als je een vergrootglas in de zon houdt ontstaat er een convergente lichtbundel.

Slide 10 - Slide

Evenwijdige lichtbundel
  • Een laser is een evenwijdige lichtbundel. 
  • Deze bundel wordt niet groter en niet kleiner.

Slide 11 - Slide

Wat voor soort lichtbundel is dit?
A
Divergente lichtbundel
B
Evenwijdige lichtbundel
C
Convergente lichtbundel

Slide 12 - Quiz

Wat voor soort lichtbundel is dit?
A
Divergente lichtbundel
B
Evenwijdige lichtbundel
C
Convergente lichtbundel

Slide 13 - Quiz

Wat voor soort lichtbundel is dit?
A
Divergente lichtbundel
B
Evenwijdige lichtbundel
C
Convergente lichtbundel

Slide 14 - Quiz

Soorten lenzen
Een bolle lens geef je aan met een +
Een holle lens geef je aan met een -

Slide 15 - Slide

Werking van lenzen

  • Een bolle lens (+) heeft een convergerende werking, dat betekent dat de lichtstralen na de lens naar elkaar toe gaan. 

Slide 16 - Slide

Werking van lenzen

  • Een holle lens (-) heeft een divergerende werking, dat betekent dat de lichtstralen na de lens van elkaar af gaan. 

Slide 17 - Slide

+
+
-
Divergent
Convergent
Divergent
Evenwijdig

Slide 18 - Drag question

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Bolle lenzen
Bolle lenzen hebben convergerende werking
Bolle lenzen zijn aan de rand dunner dan in het midden.

Slide 21 - Slide

Holle lenzen
Holle lenzen hebben een divergerende werking
Holle lenzen zijn aan de rand dikker dan in het midden.

Slide 22 - Slide

Hoe noem je deze lichtbundel?
A
Convergent
B
Evenwijdig
C
Divergent

Slide 23 - Quiz

Hoe noem je deze lichtbundel?
A
Convergent
B
Evenwijdig
C
Divergent

Slide 24 - Quiz

Wat weten we al?

Slide 25 - Slide

Ruben heeft in een kartonnen koker een lens gezet.
Hij laat een lichtbundel in de koker vallen. In de afbeelding zie je de lichtstralen uit de koker komen. Wat zit er in de koker?

A
een bolle lens
B
een evenwijdige lens
C
een holle lens
D
een spiegel

Slide 26 - Quiz

brandpuntsafstand van een lens
Als je en evenwijdige
lichtbundel door een bolle
lens laat vallen komen de 
lichtstralen samen in het 
brandpunt van de lens

Punt F

Slide 27 - Slide

brandpuntsafstand van een lens
De afstand van het F 
tot en met de lens
heet de brandpuntsafstand

Afkorting 

Eenheid meter (m)
f
f

Slide 28 - Slide

Lenzenformule
De sterkte van een lens is afhankelijk van de bolling.

Als lichtstralen meer breken 
komt de brandpuntsafstand
dichterbij de lens te liggen

Slide 29 - Slide

Lenzenformule
De sterkte van de lens kan je berekenen met de lenzenformule:




S=f1
grootheid
eenheid
Lenssterkte   S
dioptrie (dpt)
brandpuntsafstand
meter (m)

Slide 30 - Slide

f bij een negatieve lens
Bij een negatieve lens ontstaat alleen een virtueel brandpunt
Dit brandpunt is niet echt. Je geeft hem ook aan als negatief                                                 getal. Voorbeeld:

                                                   
f=0,01m

Slide 31 - Slide

Leerdoelen
  • drie soorten lichtbundels benoemen;
  • holle en bolle lenzen herkennen;
  • de convergerende en divergerende werking van lenzen herkennen.
  • De sterkte van een lens of brandpuntsafstand bepalen met 
  • Uitleggen hoe een Fresnel-lens werk. 

Slide 32 - Slide

Ja, dat kan ik.
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll

En nu oefenen Havo
  • Nakijken paragraaf 2.2 Spiegels (als je dit nog niet afhebt)

  • Lezen paragraaf 2.3 Lichtbundels
  • Maken opgave 27 t/m 29, 31 t/m 35, 37 en 39 

Slide 34 - Slide

En nu oefenen Vwo
  • Nakijken paragraaf 2.2 Spiegels (als je dit nog niet afhebt)

  • Lezen paragraaf 2.3 Lichtbundels
  • Maken opgave 34 t/m 36, 38 t/m 41, 43 en 44 

Slide 35 - Slide

Ja, dat kan ik.
😒🙁😐🙂😃

Slide 36 - Poll