Bron I gram pers. vnw als leidend voorwerp

programme du cours
1. persoonlijk voornaamwoorden als lijdend voorwerp
+ aantekening blad
2. corriger les devoirs
paragraphe H
1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

programme du cours
1. persoonlijk voornaamwoorden als lijdend voorwerp
+ aantekening blad
2. corriger les devoirs
paragraphe H

Slide 1 - Slide

Persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp
wanneer ?
1- om een woord te vervangen in een zin:
je regarde le concert => je le regarde
je cherche Patrick      =>  je le cherche

Slide 2 - Slide

Persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp
WAAR in de zin?
2 A- VOOR de persoonsvorm 
je regarde le concert => je le regarde
je cherche Patrick      =>  je le cherche
2 B - als een hele werkwoord in de zin staat 
VOOR het HELE WERKWOORD 
je veux regarder le film => je veux le regarder

Slide 3 - Slide

Persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp
Hoeveel?
3 - 4 vormen:   le, la, l',  meervoud:  les 
je la regarde, je les regarde
l' gebruik je voor een persoonsvorm met een klinker of stomme h
j'habite la maison   - je l'habite -
 j'apporte le sac -      je l'apporte

aantekening blad uitdelen

Slide 4 - Slide

1. schrijf de zinnen over (sla elke keer een eregel over)
2. onderstreep het lijdend voorwerp
3. schrijf de zin opnieuw op waarbij je het lijdvw vervangt door een pers. vnw
stel de vraag: wie of wat + werkwoord(en) + onderwerp
j'ai rencontré ton amie.
Tu connais la chanteuse Zaz.
Je cherche les DVD de mon copain.
Nous regardons le dernier film de Star wars.
Ils veulent voir le concert de rock. 



Slide 5 - Slide

oefeningen : zoek het lijdend voorwerp
stel de vraag: wie of wat + werkwoord(en) + onderwerp
j'ai rencontré ton amie.
Tu connais la chanteuse Zaz.
Je cherche les DVD de mon copain.
Nous regardons le dernier film de Star wars.
Ils veulent voir le concert de rock. 



Slide 6 - Slide

opdracht 1: vervang het lijdend voorwerp door een persoonlijk voornaamwoord - 

kies uit l'  le  la   of les -  leg je keuze uit - 
j'ai rencontré ton amie.     =>  
Tu connais la chanteuse Zaz.   => 
Je cherche les DVD de mon copain.   => 
Nous regardons le dernier film de Star wars.  => 
Ils veulent voir le concert de rock.  => 



Slide 7 - Slide

opdracht 1: vervang het lijdend voorwerp door een persoonlijk voornaamwoord - 
schrijf de zinnen op je blad
kies uit l'  le  la   of les -  leg je keuze uit - 
j'ai rencontré ton amie.     =>  l'
Tu connais la chanteuse Zaz.   => la
Je cherche les DVD de mon copain.   => les
Nous regardons le dernier film de Star wars.  => le
Ils veulent voir le concert de rock.  => le



Slide 8 - Slide

opdracht 1: 
schrijf de zinnen op je blad
j'ai rencontré ton amie.     =>  l'
je l'ai rencontré
Tu connais la chanteuse Zaz.   => la
tu la connais
Je cherche les DVD de mon copain.   => les
je les cherche
Nous regardons le dernier film de Star wars.  => le
Nous le regardons
Ils veulent voir le concert de rock.  => le
Il veulent le voir 



Slide 9 - Slide

zin ontkennend maken
je regarde le film
je le regarde
je ne le regarde pas   => VOOR persoonsvorm
-----
je vais chercher un croissant
je vais le chercher
je ne vais pas le chercher  => VOOR het hele werkwoord

Slide 10 - Slide

opdracht 2: 
schrijf de zinnen in je schrift  ontkennend 
voorbeeld: 
je l'ai rencontré

tu la connais

je les cherche

Nous le regardons

Il veulent le voir 



Slide 11 - Slide

opdracht 2: 
schrijf de zinnen in je schrift  ontkennend 
voorbeeld: 
je l'ai rencontré         =>  je ne l'ai pas rencontré

tu la connais          => tu ne la connais pas 

je les cherche  =>  je ne les cherche pas 

Nous le regardons => nous ne le regardons pas 

Il veulent le voir => ils ne veulent pas le voir 



Slide 12 - Slide

Les devoirs 
Apprends : Grammaire H + Grammaire D (révision)

Faire : paragraphe E (je hebt de leermiddelen nodig!)



Slide 13 - Slide

Maintenant, corrige tes devoirs!
paragraphe H
antwoorden komen op Magister te staan bij deze les bij het huiswerk

Slide 14 - Slide

Extra oefeningen : vervang het lijden voorwerp door een persoonlijk voornaamwoord.
stel de vraag: wie of wat + werkwoord(en) + onderwerp
tu as acheté un cadeau.
Mes parents vont regarder le spectacle de Stromae.
Je demande une explication au professeur de maths.
Elle a eu des bonnes notes. 
Vous pouvez entendre les chansons.
Nous avons fini les devoirs pour demain.



Slide 15 - Slide

Extra oefeningen : vervang het lijden voorwerp door een persoonlijk voornaamwoord.
stel de vraag: wie of wat + werkwoord(en) + onderwerp
tu l' as acheté 
Mes parents vont  le regarder 
Je la demande.
Elle les a eu.
Vous pouvez les entendre.
Nous les avons fini.



Slide 16 - Slide

ontkennend maken 
stel de vraag: wie of wat + werkwoord(en) + onderwerp
tu ne  l' as pas acheté 
Mes parents ne vont pas  le regarder 
Je ne la demande pas.
Elle ne les a pas eu.
Vous ne pouvez pas  les entendre.
Nous ne les pas avons fini.



Slide 17 - Slide