1HV Talent - H 3.5. tegenstelling

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Woorden 3.5

Welkom in deze les

Fijn dat je er bent!

Lesboek deel A

Tegenstellingen

Sommige woorden betekenen het tegenovergestelde van elkaar.
Je noemt dat een tegenstelling.

Voorbeelden? 

De tegenstelling van binnen is...

1. in
2. warm
3. buiten
4. uit

Wat is een tegenstelling?

1. warm en heet
2. warm en koud
3. politie en agent
4. lawaai en herrie

Wat is de tegenstelling van:
'netjes'

1. keurig
2. mooi
3. fantastisch
4. slordig

Wat is een tegenstelling van 'altijd'?

1. af en toe
2. soms
3. vaak
4. nooit

Welke twee tegenstellingen zie jij?

1. Warm-koud
2. Grijs-zwart
3. IJskoud-koud
4. Licht-donker

Maak

maken in de les 3.5: Opdr. 3-4-10-12-13 (blz. 166)

Huiswerk voor vrijdag: Lesboek deel B. Hoofdstuk 5.2 Gedicht opdracht 1 t/m 6.

Tegenstellingen - voorbeelden

warm - koud

geven - nemen

groot - klein

rijk - arm

boven - onder

enkelvoud - meervoud