Fase 2.3B Rekenen, verhoudingstabellen

         Fase 2                                                        
Fase 2.3B

Rekenen,
verhoudingstabellen
1 / 25
next
Slide 1: Slide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

         Fase 2                                                        
Fase 2.3B

Rekenen,
verhoudingstabellen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat ga je vandaag leren?
- Wat is een verhouding?
- Wat is een verhoudingstabel?
- Rekenen met verhoudingen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat bedoelen we met een verhouding bij het vak rekenen?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Verhouding
Een verhouding zegt iets over hoe 2 getallen zich tot elkaar verhouden.
Bijvoorbeeld:
Peter fietst twee keer sneller dan Teun. We weten niet hoe hard beide mannen dan fietsen. We weten alleen dat Peter twee keer sneller fietst dan Teun. Het zegt iets over de verhouding tussen de snelheden die Peter en Teun fietsen.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Als Teun 10 kilometer per uur fietst, dan fietst Peter 20 kilometer per uur.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Verhouding
1 appel kost €2,00 
3 appels kosten €6,00 (€2,00 x 3)

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel zakgeld krijgt Noa na 2 weken?
A
12 euro
B
6 euro
C
8 euro
D
2 euro

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel zakgeld krijgt Noa na 6 weken?
A
12 euro
B
24 euro
C
6 euro
D
30 euro

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

NAAR SCHEMATISCH - stap 3
Aan klas laten zien dat hetgeen we net in werkelijkheid met de snoeppotten en snoepjes hebben gedaan ook in een verhoudingstabel gezet kan worden. 
Leerlingen laten verwoorden wat er gebeurt. 

Slide 12 - Slide

NAAR ABSTRACT
Aan de klas laten zien dat hetgeen we net in het schema hebben gezet, ook alleen met cijfers weergegeven kan worden.
Leerlingen laten verwoorden wat er gebeurt. 




A
3
B
5
C
8
D
10

Slide 13 - Quiz

Oefenen met verhoudingen/verhoudingstabel.

A
10
B
12
C
14
D
16

Slide 14 - Quiz

Oefenen met verhoudingen/verhoudingstabel.

A
6
B
7
C
10
D
20

Slide 15 - Quiz

Oefenen met verhoudingen/ verhoudingstabel.

A
15
B
20
C
25
D
30

Slide 16 - Quiz

Oefenen met verhoudingen/verhoudingstabel.

A
juist
B
niet juist

Slide 17 - Quiz

Oefenen met verhoudingen/verhoudingstabel.

A
juist
B
niet juist

Slide 18 - Quiz

Oefenen met verhoudingen/verhoudingstabel.
voorbeeld/nonvoorbeeld 4
A
juist
B
niet juist

Slide 19 - Quiz

Oefenen met verhoudingen/verhoudingstabel.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

in 1 sixpack zitten 6 blikjes. Hoeveel zitten er in 7 sixpacks (zie vorige tabel)

Slide 21 - Open question

This item has no instructions


A
juist
B
niet juist

Slide 22 - Quiz

Oefenen met verhoudingen/verhoudingstabel.
Ik kan rekenen met verhoudingstabellen
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

This item has no instructions

Wat ging goed in deze les?

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Wat vind je nog lastig?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions